Ontvangen 12 november 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 8 000 (x € 1000).
In artikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 8 000 (x € 1000).
Het is van groot belang om in het kader van ontwikkelingssamenwerking uitdrukkelijk aandacht en middelen te besteden aan kwetsbare groepen kinderen, zoals weeskinderen, straatkinderen en kinderen met een handicap. De Tweede Kamer heeft dit tijdens de begrotingsbehandeling in 2007 middels een motie ook expliciet uitgesproken (31 200 V, nr. 57). De omvang van de groep kwetsbare kinderen zal de komende jaren fors stijgen ten gevolge van met name de Aids-pandemie.
Dit amendement beoogt daarom een impuls te geven aan de noodzakelijke versterking van zorg, weerbaarheid en rechtspositie van deze kwetsbare groep. Bij de uitvoering van dit amendement kan onder meer worden gedacht aan het opzetten, uitvoeren en ondersteunen van nationale actieplannen voor OVC’s in partnerlanden. Belangrijke vormen van ondersteuning die hierbij kunnen worden genoemd, zijn onder andere de zogeheten ’social cash transfers’ aan weeskinderen zelf of aan de families en gemeenschappen die hen opvangen, maar ook alternatieve onderwijsvormen die toegankelijk zijn voor kinderen die het huishouden runnen.
Het benutten van familiestructuren – voor zover nog aanwezig – is daarbij van groot belang.
Dekking wordt gevonden binnen hetzelfde artikel.
Dit amendement beoogt niet een eenmalige impuls op dit terrein, maar dient een structureel vervolg te krijgen in toekomstige begrotingen.
Van der Staaij