Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2009
In uw brief van 8 mei 2009, kenmerk 31 700-B-15/2009D23779, verzocht u mij om toezending van het bestuursakkoord met IPO en VNG en de kabinetsreactie op het adviesrapport van de Rfv over de financiële verhouding tussen Rijk en provincies. De vraag naar deze kabinetsreactie werd herhaald in de brief van de van eveneens de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 mei 2009, met kenmerk 2009Z07656/2009D24578.
Over de hoofdlijnen van de aanvullende bestuurlijke afspraken met VNG en IPO heb ik u bericht bij brief van 12 mei 2009, (Kamerstuk 31 700 B/ 31 700 C, nr. 16). Zoals ik in die brief aankondigde is de integrale tekst van de afspraken opgenomen in de Voorjaarsnota en in de meicirculaire Gemeentefonds. Dezelfde integrale tekst zal worden opgenomen in de meicirculaire Provinciefonds.
De meicirculaire Gemeentefonds doe ik u hierbij ter kennisneming toekomen.1 Het akkoord zelf is als bijlage 1 opgenomen, pagina 57 en verder van de circulaire.
Op 11 juni vindt weer een BZK-overhedendag plaats, een grote landelijke bijeenkomst voor gemeenten, waar zo goed mogelijk zal worden toegelicht wat dit alles betekent voor gemeenten.
Tevens voeg ik bij het rapport van de interbestuurlijke werkgroep «Gezamenlijke aanpak economische crisis»1. Het bevat een inventarisatie van de concrete voorstellen van medeoverheden om investeringen die al op de plank lagen, te versnellen. De werkgroep en het rapport zijn een uitvloeisel van het overhedenoverleg van 2 februari jl. Zij hebben hun vertaling gekregen in de aanvullende bestuurlijke afspraken.
Wat betreft uw verzoek om de kabinetsreactie op het advies «Naar een herijking van de financiële verhouding tussen Rijk en provincies» van de Raad voor financiële verhoudingen (Rfv) te ontvangen het volgende.
Ik kan op dit moment niet aan uw verzoek voldoen. Ik ben nog in bestuurlijk overleg met het IPO om te komen tot een kabinetsreactie. Het Kabinet en het IPO hebben gezamenlijk afgesproken dat op basis van het advies van de Rfv en de contra-expertise (door IPO laten uitvoeren door commissie Boorsma) een verdiepingsslag nodig is om tot gezamenlijk gedeelde opvattingen te komen.
De inzet van kabinet en IPO is om tot duurzame afspraken over de financiële verhoudingen tussen Rijk en provincies te komen. Voor de overige afspraken die de fondsbeheerders en het IPO hebben gemaakt verwijs ik u naar bijgevoegde bijlage. Ik verwacht dat er rond de jaarwisseling een kabinetsreactie op het Rfv-advies beschikbaar is.
Mede namens de minister van Financiën,
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten
Uitkomsten overleg Fondsbeheerders met IPO
De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) heeft in opdracht van de fondsbeheerders en in overeenstemming met het IPO onderzoek gedaan naar de financiële verhoudingen tussen het Rijk en de provincies. Het kabinet acht het verantwoord om op basis van dit advies het provinciefonds met ingang van 2011 structureel met 300 miljoen te verlagen.
Het IPO heeft op basis van een contra-expertise (commissie Boorsma) grote bezwaren tegen de onderbouwing en de berekeningsmethode van de Rfv en stemt niet in met het Kabinetsvoornemen.
Kabinet en IPO spreken gezamenlijk af dat op basis van het advies van de Rfv en de contra-expertise een verdiepingsslag nodig is om tot gezamenlijk gedeelde opvattingen te komen. De inzet van kabinet en IPO is om tot duurzame afspraken over de financiële verhoudingen tussen Rijk en provincies. Als de verdiepingsslag leidt tot een andere uitkomst dan de voorgenomen verlaging van het provinciefonds dan zal het kabinet zijn voornemen nader wegen.
Kabinet en IPO zullen gezamenlijk verkennen of een deel van de voorgenomen verlaging van het provinciefonds kan worden ingevuld door decentralisatiearrangementen en/of investeringsprogramma’s.
In het kader van de invoering van de kilometerprijs voor personenauto’s is het kabinet voornemens de MRB in de periode 2012–2016 geleidelijk af te schaffen. De introductie van een nieuw provinciaal belastinggebied ter vervanging van de provinciale opcenten op de Motorrijtuigenbelasting wordt overgelaten aan een nieuw kabinet. Uitgangspunt is de afspraak uit het bestuursakkoord rijk-provincies 2008–2011 dat de provincies een eigen belastinggebied behouden.
Het IPO zal in overleg met de Fondsbeheerders een voorstel voorbereiden voor herziening van het verdeelmodel Provinciefonds dat uiterlijk 1 januari 2010 gereed zal zijn. De fondsbeheerders zullen dit voorstel toetsen. Het nieuwe verdeelmodel zal uiterlijk 1 januari 2012 door het kabinet worden geïmplementeerd.
Den Haag, 28 mei 2009