Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2008
In de motie Van der Ham en Vendrik (TK 31 700 A, nr. 47) wordt de regering verzocht om te onderzoeken of het onderbrengen van de verwervings- en inrichtingsopgave van de EHS onder het MIRT kan bijdragen aan een voorspoedige realisatie van de doelstellingen van de EHS. Mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bericht ik u het volgende.
In het AO (en het daarop volgende VAO) over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is door de minister van LNV reeds met de Tweede Kamer de zorg gedeeld over het realisatietempo van de EHS met name met betrekking tot de inrichting. Zo zal de minister van LNV in overleg treden met de provincies om de belemmeringen bij de inrichting in kaart te brengen en om de mogelijkheden te verkennen om de inrichting te versnellen.
De gelden voor verwerving en inrichting van de EHS maken nu deel uit van het ILG. Provincies zijn binnen de ILG-periode verantwoordelijk voor de uitvoering van de afgesproken prestaties. De tussentijdse evaluatie van het ILG zal in 2010 worden uitgevoerd. De kamer ontvangt jaarlijks een voortgangsrapportage over de realisatie EHS.
Gezien het bovenstaande kan de motie als voorbarig worden beschouwd.
De conclusie is dat de motie moet worden ontraden.