Ontvangen 28 juni 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 218, eerste lid, de zinsnede «ten minste 10% van de leden» vervangen door: ten minste 30% van de leden.
De indieners van het wetsvoorstel vinden een beroepsrecht voor een minderheid van een deelnemersraad ten opzichte van een rechterlijke instantie van groot belang. De indiener van dit amendement onderkent dat. Het beroepsrecht is inderdaad belangrijk voor de bescherming van minderheden en daarmee een essentieel onderdeel van een democratisch stelsel. Er is door de indieners van het wetsvoorstel gekozen voor een relatief lage drempel van 10% van de deelnemersraad, omdat het ook kan gaan om een minderheid binnen een geleding. De indiener van dit amendement erkent dat dit voor kan komen, maar vindt dat er sprake moet zijn van een aanzienlijke minderheid.
Om te voorkomen dat het beroepsrecht te pas en te onpas wordt gebruikt stelt de indiener van het amendement voor om de drempel vast te stellen op 30%. Daarmee ontstaat naar de mening van de indiener van het amendement een beter werkbare situatie.
Zijlstra