Voorgesteld 5 maart 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat bedrijven die onderwerp zijn van mededingingsprocedures doorgaans lang moeten wachten op een uitspraak van de hoogste rechter;
van mening, dat de huidige lange doorlooptijd van meer dan 5,5 jaar de rechtsonzekerheid voor mkb-bedrijven, inclusief mogelijk sterk oplopende kosten, vergroot;
van mening, dat de lange doorlooptijd van meer dan 5,5 jaar op gespannen voet staat met de eis van de behandeling van een rechtszaak binnen «redelijke termijn» zoals verwoord in art. 6 EVRM en jurisprudentie van het EHRM;
van mening, dat een lange duur van mededingingsprocedures botst met de prioriteit van het kabinet om voor ondernemers procedures te verkorten en lasten te verkleinen;
verzoekt de regering om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de termijnen in mededingingsprocedures te verkorten en de Kamer daar voor 1 juli 2009 over te berichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Rouwe
Smeets
Elias