Voorgesteld 30 oktober 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het volledig loslaten van de arbeidsverplichting voor alleenstaande ouders van kinderen tot vijf jaar die een uitkering hebben, indruist tegen het gangbare principe dat iedereen die kan werken ook moet werken;
van mening, dat deze ontheffing van de arbeidsverplichting niet bevorderlijk is voor de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt en voor het tegengaan van armoede in bijstandsgezinnen;
overwegende, dat echter wel ruimte moet bestaan voor alleenstaande ouders om werk en zorg te combineren;
verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat de arbeidsverplichting voor alleenstaande ouders van kinderen tot vijf jaar wordt gehandhaafd tot aan een grens van minimaal twintig arbeidsuren per week,
en gaat over tot de orde van de dag.
Brinkman
Fritsma