Ontvangen 9 februari 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanhef komt te luiden: Het eerste tot en met vierde lid komen te luiden:.
b. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het derde lid worden de bedragen, genoemd in de artikelen 17, tweede lid (bij minimum-inkomensijkpunt behorende normhuur), en 18, derde lid (bij referentie-inkomensijkpunt behorende normhuur), bij ministeriële regeling met ingang van 1 januari van elk jaar gewijzigd met het percentage waarmee het bedrag, bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de Wet werk en bijstand, naar redelijke verwachting wordt gewijzigd in het tijdvak dat loopt van 1 januari van het aan het berekeningsjaar voorafgaande jaar tot 1 januari van het berekeningsjaar, indien dat percentage lager is dan het in het derde lid bedoelde percentage.
2. In onderdeel 2 wordt «vijfde lid (nieuw)» vervangen door: zesde lid.
3. In onderdeel 3 wordt «zesde lid (nieuw)» vervangen door «zevende lid», wordt «6» vervangen door «7», en wordt «eerste, tweede en derde lid» vervangen door: eerste, tweede, derde en vierde lid.
4. In onderdeel 4 wordt «zevende lid (nieuw)» vervangen door «achtste lid», wordt «7» vervangen door «8» en wordt «het eerste tot en met zesde lid» vervangen door: het eerste tot en met zevende lid.
5. In onderdeel 5 wordt «achtste lid (nieuw)» vervangen door «negende lid», en wordt «8» vervangen door «9»..
In artikel I, onderdeel L, wordt «artikel 27, achtste lid» vervangen door: artikel 27, negende lid.
In artikel II, eerste lid, wordt «artikel 27, eerste, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste, tweede, derde en vierde lid.
In dit amendement wordt vastgelegd dat de jaarlijkse indexering van de normhuren plaats vindt op de voor de huurder meest gunstige wijze. Dit kan met het percentage van de verwachte gemiddelde huurprijsontwikkeling zijn of met het percentage van de bijstandontwikkeling voor gehuwden. De keuze vindt automatisch plaats na berekening van de meest gunstige wijze.
De regering stelt in het wijzigingsvoorstel voor om de keuzevrijheid tussen de berekeningswijzen te verwijderen en bij wet te regelen dat de normhuur de ontwikkeling van de huurprijs volgt. Dit omdat het hierdoor ontstane automatisme tot een vereenvoudiging van de huurtoeslag leidt. De ondertekenaars zien het voordeel, maar kiezen voor een automatische keuze voor de meest gunstige berekeningswijze voor het komende jaar (of de ontwikkeling van de huurprijs of de ontwikkeling van het prijspeil volgen). Na het beschikbaar komen van de daarvoor benodigde prognoses, kunnen de uitvoeringsinstanties de normhuur voor het komende jaar bepalen en vervolgens toepassen.
Van Bochove
Depla
Jansen