Kamerstuk 31430-17

Gewijzigd amendement van de leden Blanksma-van den Heuvel en Smeets ter vervanging van nr.13 om ervoor te zorgen dat een BCG-bijdrage pas wordt ingesteld als daar voldoende draagvlak voor is

Dossier: Tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende activiteiten van samenwerkende ondernemers mede in het publiek belang (Experimentenwet BGV-zones)


92,0 %
8,0 %

SGP

PvdA

CDA

CU

VVD

D66

SP

Verdonk

GL

PVV

PvdD


31 430
Tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende activiteiten van samenwerkende ondernemers mede in het publiek belang (Experimentenwet BGV-zones)

nr. 17
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN BLANKSMA-VAN DEN HEUVEL EN SMEETS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 3 december 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel 6, vierde lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: met dien verstande dat in afwijking van artikel 5, eerste lid, onder b, reeds sprake is van voldoende steun voor intrekking indien ten minste de helft zich voor intrekking heeft uitgesproken

Toelichting

Om een BGV op te richten is tweederde steun nodig (van de respondenten), dit amendement regelt dus dat slechts de helft nodig is om het weer op te heffen (ipv tweederde zoals het nu in het wetsvoorstel staat). Dat legt dus druk neer bij de initiatiefnemende ondernemers om te laten zien dat ze hun steun waard zijn en BGV’s die met een wankel draagvlak tot stand komen hebben dan dus wat te bewijzen. Lukt dat niet, dan riskeren ze opheffing.

Blanksma-van den Heuvel

Smeets