Ontvangen 1 december 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De erkenning van de intrinsieke waarde van het dier, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten ten volle rekening wordt gehouden met de gevolgen van handelingen voor dieren, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Hierbij wordt inbreuk op de aard, welzijn en gezondheid van dieren, voor zover redelijkerwijs mogelijk, voorkomen.
Met dit amendement wordt de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier nader geduid. Met de gekozen formulering wordt enerzijds rekening gehouden met de wens om de intrinsieke waarde van het dier uitdrukkelijk mee te wegen bij het opstellen van uitvoeringsregelgeving. Anderzijds wordt met deze formulering voorkomen dat de voor het opstellen van uitvoeringsregelgeving noodzakelijke belangenafweging van de wetgever naar de rechter geschoven wordt.
Van der Vlies