Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2009
Op woensdag 27 mei 2009 sprak ik met uw Kamer over het fiscaal stimuleringspakket. Dit pakket betreft merendeels incidentele maatregelen om het Nederlands bedrijfsleven op fiscale wijze te helpen de huidige economische crisis het hoofd te bieden.
Ik wil hier nogmaals het belang dat het kabinet hecht aan de verplichte toetsing van Actal van berekende administratieve lasten effecten bij wetten benadrukken. Ik wil u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, via deze brief berichten hoe wij tegen deze toetsing aankijken, en op welke wijze in dat kader (onderdelen uit) het Aanvullend Beleidsakkoord zullen worden voorgelegd aan Actal.
Laat ik om te beginnen benadrukken dat het kabinet zeer hecht aan de gangbare praktijk dat het Adviescollege Actal verplicht wordt ingeschakeld om de berekende administratieve lasteneffecten van voorgestelde maatregelen in wetten en algemene maatregelen van bestuur vanuit een onafhankelijke positie te toetsen. Het kabinet ziet dit als een essentieel element in het beleid om tot vermindering van regeldruk te komen. Het feit dat dit kabinet eerder de bestaansduur van Actal heeft verlengd van 2009 tot medio 2011 kan gezien worden als een illustratie daarvan.
In het bedoelde debat spraken wij onder andere over de voorgestelde maatregel om ondernemers tijdelijk de keuze te laten aangifte BTW per kwartaal te doen, in plaats van maandelijks.
Het definitieve effect op de administratieve lasten van deze maatregel is – op dit moment – nog niet te berekenen door de ministeries (in dit geval het ministerie van Financiën), en kan dus derhalve per definitie ook niet officieel aan Actal ter toetsing worden voorgelegd. Wel kan in het algemeen worden aangeduid wat de effecten zijn: de maatregel zal de administratieve lasten die behoren bij het doen van BTW-aangiftes doen dalen. Dat geldt ook als een eventuele stijging van administratieve lasten die (indien dit noodzakelijk zou blijken) behoren bij een beperkte uitvraag van extra statistieken in rekenschap genomen worden. Naar verwachting is er ook dan per saldo sprake van een administratieve lastenvermindering, maar hoe groot of klein deze zal zijn is op dit moment niet te berekenen en hangt af van de keuze van ondernemers voor de kwartaalaangifte. Hoe hoger het aantal kwartaal aangiften, hoe hoger naar verwachting de daling van de administratieve lasten. Blijft overeind dat dit een tijdelijke maatregel is, en de positieve uitwerking op administratieve lasten derhalve ook van tijdelijke aard zal zijn. Over de stand van zaken rond een eventuele uitvraag door het CBS hebben de staatssecretaris van EZ en ik u reeds bericht, de staatssecretaris van EZ zal u vantevoren berichten indien het CBS tot extra uitvraag overgaat.
Ik wil geen enkel misverstand laten bestaan over de inzet van het kabinet om de administratieve lastenbesparing die per saldo wordt bereikt zo maximaal mogelijk te laten zijn. Ook moet wat mij betreft uw Kamer helder zijn dat deze maatregel ter toetsing aan Actal zal worden voorgelegd zodra met meer zekerheid kan worden gezegd hoeveel ondernemers deze maatregel gaan benutten, en welk effect dit zou hebben op de statistische uitvraag. Om die reden zullen wij het gebruik van deze maatregel nauwkeurig monitoren, om zonodig tijdig te kunnen bijsturen.
Ik verwijs daarbij graag naar de antwoorden op de vragen die zijn gesteld naar aanleiding van uw kennismaking met de voorzitter van Actal. Ook daar is door het kabinet gesteld dat nota’s van wijziging die een uitwerking vormen van het Aanvullende Beleidsakkoord òòk aan Actal zullen worden voorgelegd voor zover deze een significante invloed hebben op de administratieve lasten.
Dat brengt mij tenslotte bij de vraag op welke wijze het kabinet uitvoering geeft aan de eerder aangenomen motie Pechtold-Rutte, waarin wordt verzocht de uitwerking van het Aanvullend Beleidsakkoord voor te leggen aan Actal.
Het kabinet zal die motie uitvoeren. Het is staand beleid – zoals in het begin van de brief gesteld – om maatregelen ter toetsing aan Actal voor te leggen. Daar waar dat niet gebruikelijk is, zoals bijvoorbeeld bij het voorleggen van nota’s van wijzigingen, zal het kabinet óók die maatregelen ter toetsing voorleggen.
Daarvoor is echter wel noodzakelijk dat de maatregelen eerst verder zijn uitgewerkt, zodat de administratieve lasten door de ministeries kunnen worden berekend en aan Actal kunnen worden voorgelegd zodat deze berekeningen door haar kunnen worden getoetst. Dit is ook precies waartoe de motie Pechtold-Rutte oproept. Het kabinet zal daarom deze motie uitvoeren.
Uw Kamer weet dat de maatregelen die in het Aanvullende Beleidsakkoord staan een verzameling is van maatregelen waarvan sommige op (zeer) korte termijn kunnen zijn uitgewerkt, en maatregelen met een soms zeer fundamenteel en verstrekkend karakter waarvan de uitwerking meer tijd vraagt. Ik noem als voorbeeld van dat laatste de vereenvoudigde loonheffing, waarvoor diverse uitvoeringsmodaliteiten met potentieel complexe en verstrekkende (koopkracht)gevolgen bestaan. Dergelijke maatregelen kunnen dus logischerwijs pas op een later tijdstip aan Actal ter toetsing worden voorgelegd, dan eenvoudig en snel uit te werken maatregelen.
Het is om die reden dat de motie Koşer Kaya (kamerstuk 31 301, nr. 32), die is ingediend tijdens het debat van afgelopen woensdag 27 mei, overbodig wordt geacht. Niet omdat mij de gedachte om uitgewerkte maatregelen uit het Aanvullend Beleidsakkoord ter toetsing aan Actal voor te leggen mij niet sympathiek voorkomt, dat moge uit het bovenstaande hopelijk duidelijk zijn, maar omdat de motie vraagt om dit binnen drie weken te doen. Dat laatste is niet uitvoerbaar omdat de berekening per maatregel afhankelijk van de uitwerking zal moeten geschieden. Vandaar dat ik de motie tijdens het debat op dit punt heb ontraden.
Dat neemt niet weg dat het kabinet zo snel als mogelijk alle maatregelen uit het crisispakket ter toetsing aan Actal zal voorleggen, zodra deze concreet genoeg zijn uitgewerkt om lasteneffecten te kunnen berekenen. Ik zeg u bovendien mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken graag toe dat zodra dit voor alle maatregelen het geval is, we bovendien ook nog integraal het pakket aan Actal zullen voorleggen.
Tenslotte, uit het bovenstaande blijkt dat de effecten van maatregelen uit het Aanvullend Beleidsakkoord op administratieve lasten en regeldruk zeer worden bepaald door de gekozen wijze van uitwerking. Die uitwerking is in volle gang. Het is daarom belangrijk om bij de uitwerking van die respectievelijke maatregelen uit het Aanvullend Beleidsakkoord te kiezen voor een uitwerking die de lastenreductie maximeert of een eventueel mogelijke stijging zo beperkt mogelijk houdt. Om die reden zal het kabinet zodra dit mogelijk is het Aanvullend Beleidsakkoord integraal aan Actal voorleggen.
Mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken,