Voorgesteld 27 mei 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de het kabinet de intentie heeft de vliegbelasting met ingang van 1 juli 2009 op nul te stellen en deze bij het Belastingplan 2010 af te schaffen;
overwegende, dat het op nul stellen – en uiteindelijk afschaffen – van de vliegbelasting mede afhankelijk is gesteld van de inzet van Schiphol om kosten te structureren, met als doel om de tarieven verder te verlagen;
constaterende, dat Schiphol heeft aangegeven, geen kans te zien, de volledige – met het kabinet afgesproken – kostenreductie al in 2009 door te vertalen in verdere tariefsverlagingen, waarmee niet aan de gestelde voorwaarde wordt voldaan;
van mening, dat het kabinet een «stok achter de deur» moet houden om Schiphol te bewegen de tarieven verder te verlagen en dat deze verdwijnt zodra de vliegbelasting definitief wordt afgeschaft;
verzoekt de regering de vliegbelasting wel op nul te stellen, maar niet af te schaffen zolang Schiphol de kostenreductie niet heeft doorvertaald in een verdere tariefsverlaging;
verzoekt de regering voorts voor de Algemene Politieke Beschouwingen aan te geven hoe het Schiphol gaat bewegen de tarieven verder te verlagen en binnen welk tijdsbestek dit gerealiseerd wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Cramer
Omtzigt
Tang