Ontvangen 11 februari 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, komt artikel 7, tweede lid, eerste volzin, te luiden: Het besluit treedt in werking op het tijdstip waarop het wordt ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Dit amendement regelt dat de inschrijving van een voorkeursrecht op dezelfde wijze geschiedt als de inschrijving door het Rijk of een provincie. Voor inschrijving in de openbare registers bij het Kadaster is gekozen omdat het voorkeursrecht voor alle belanghebbenden op deze wijze het meest eenvoudig is te raadplegen. Een gemeente is erbij gebaat dat een vervreemding in strijd met deze wet ongeldig is, de rechtszekerheid en andere belanghebbenden echter niet. Een afgewogen compromis is dat een vervreemding in strijd met deze wet wel ongeldig is, maar dat het voorkeursrecht pas geldt zodra het is ingeschreven bij het Kadaster. De notaris raadpleegt het Kadaster enkele malen voordat een vervreemding plaatsvindt. Het Kadaster kan de notaris zelfs automatisch een signaal sturen zodra een voorkeursrecht in de openbare registers is ingeschreven. Het risico op een ongeldige vervreemding wordt zo aanvaardbaar. Voor gemeenten is belangrijk dat de inschrijving snel kan plaatsvinden. Bij het Kadaster kunnen gemeenten een besluit digitaal binnen enkele minuten ter inschrijving aanbieden. Het tijdstip van aanbieding is volgens artikel 19 van het Burgerlijk Wetboek het tijdstip van inschrijving. Latere vervreemdingen kunnen de gemeente niet deren.
Wiegman-van Meppelen Scheppink