Kamerstuk 31209-111

Verslag van een algemeen overleg

Schoon en zuinig

Gepubliceerd: 7 januari 2010
Indiener(s): Anja Timmer (PvdA), Stef Blok (VVD)
Onderwerpen: energie natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31209-111.html
ID: 31209-111

31 209
Schoon en zuinig

nr. 111
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 7 januari 2010

De vaste commissie voor Economische Zaken1 en de vaste commissie voor Financiën2 hebben op 19 november 2009 overleg gevoerd met minister Van der Hoeven van Economische Zaken over:

– de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 22 oktober 2009 met een afschrift van de reactie op de brief van de gemeente Bergen over gasopslag onder Bergermeer (2009Z19426);

– de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 23 oktober 2009 met de Voortgangsrapportage over de Gasrotonde (29 023, nr. 73);

– de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 29 oktober 2009 met de aanvullende onderzoeken naar het CO2-opslagproject in Barendrecht (31 510, nr. 38);

– de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 18 november 2009 inzake CCS in Nederland: besluiten voor de korte, middellange en langere termijn (31 209, nr. 103);

– de brief van de minister van Financiën d.d. 10 november 2009 inzake de overname van het hoogspanningsnet van E.ON door TenneT (28 165, nr. 104);

– de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 9 november 2009 met het Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en EBN Jaarverslag 2008, (32 123 XIII, nr. 39);

– de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 12 november 2009 inzake de splitsingsplannen van Cogas, Intergas, NetH, NRE, Obragas, Rendo en Westland Infra (28 982, nr. 86);

– de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 17 november 2009 inzake het onderzoek naar bodemdaling Noordwest-Friesland (31 349, nr. 16).

Van het overleg brengen de commissies bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Timmer

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Franke

Voorzitter: Biskop Griffier: Franke

Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Bashir, Biskop, De Mos, Samsom, Spies, Van der Ham, Van der Staaij, Vendrik en Zijlstra,

en minister Van der Hoeven van Economische Zaken, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.

De voorzitter: Ik heet iedereen van harte welkom.

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. De gemeente Barendrecht wil het niet, de provincie Zuid-Holland wil het niet, en de burger wil het niet. Toch hebben minister Cramer en minister Van der Hoeven besloten de opslag van CO2 onder een woonwijk in Barendrecht door te laten gaan. CO2, een atmosferische meststof waarop planten goed groeien, is door klimaatadepten tot aartsvijand bestempeld. Deze vijand moet worden afgevangen en opgeslagen onder de grond. De menselijke CO2-uitstoot bedraagt slechts 4%, terwijl de natuur zelf de overige 96% voor haar rekening neemt. Een studie van de universiteit van Bristol heeft onlangs aangetoond dat de opnamecapaciteit van de biosfeer voor CO2 thans nog even robuust is als voor de industriële revolutie. Dit kabinet wil op de stoel van Moeder Natuur gaan zitten en diep in de buidel tasten voor Carbon Capture and Storage (CCS), zoals opslag van CO2 onder de grond wordt genoemd. Nederland heeft de Europese Unie toegezegd twee van de twaalf EU-experimenten te zullen faciliteren. Nederland gaat flink betalen voor een proces waarin moeder natuur zelf superieur is. Er zijn goede redenen om niet met CCS te beginnen. Wetenschappers hebben groeiende twijfel of CO2 wel een meetbaar effect op de opwarming van de aarde heeft. Een verhoogde CO2-concentratie zorgt er verder voor dat landbouwgewassen wereldwijd beter groeien. Het opvangen en opslaan van CO2 kost ook zoveel energie, dat er aanzienlijk minder overblijft voor bijvoorbeeld de stroomvoorziening. Dat is in directe tegenstelling tot het beleid van het kabinet om energie te besparen. De veiligheid van burgers is in het geding. In geval van het ontsnappen van grote hoeveelheden CO2 zouden mensen kunnen stikken. Niet omdat het een gifstof is, maar omdat het ontsnappen van een CO2-bel de levensnoodzakelijke zuurstof tijdelijk kan verdringen. Dit fenomeen wordt «lake overturn» genoemd. In 1986 stikten in Kameroen 1700 mensen door het plotseling vrijkomen van een CO2-bel uit Lake Nyos. Een dergelijk lot wensen wij de bewoners van Barendrecht niet toe.

De heer Van der Ham (D66): Voorzitter. Er is wel degelijk iets aan de hand met het klimaat en er is wel degelijk actie nodig. D66 pleit voor ambitieuze klimaatdoelen en een verplicht aandeel duurzaamheid, dat door de energiemaatschappijen moet worden opgebracht. Ondanks die ambitie zullen de klimaatdoelen niet bereikt worden als we niet aan transitietechnologieën denken. We besteden volop aandacht aan energie-efficiency en schone energie, maar we zullen toch gebruik moeten maken van technologieën die we niet wenselijk achten, maar die noodzakelijk zijn om de energiehuishouding snel schoon te maken. Die technologieën zijn «schoon fossiel»; zo noemt men CO2-opslag, en kernenergie. Diegenen die zich fel tegen de opslag van CO2 verzetten, waaronder Greenpeace, kiezen daarmee indirect voor kernenergie. D66 is niet principieel tegen kernenergie, maar het staat wel onderaan de lijst met opties. CO2-opslag is voor Nederland niet alleen een noodzaak; het biedt ook grote kansen. De beschikbaarheid van grote gasvelden en de aanwezigheid van belangrijke petrochemische industrie geeft Nederland de mogelijkheid een speler op de energiemarkt te zijn. Zo kunnen we kennis ontwikkelen, die in het buitenland te gelde kan worden gemaakt. In het kader van de discussie over het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele zijn gelden vrijgemaakt. Deze gelden zijn ingezet om de technologie van CO2-opslag te ontwikkelen en daarmee de verduurzaming van de energiesector te bevorderen. D66 is voorstander van CO2-opslag als transitietechnologie. Het baart ons echter zorgen dat deskundigen de opslag van CO2 weliswaar haalbaar achten, maar vraagtekens zetten bij het effect op de verduurzaming van de energiehuishouding van Nederland, Europa en daarbuiten. Daarnaast is het de vraag of de verduurzaming snel genoeg gaat. Bij mijn aantreden in de Kamer in 2002 werd het jaar 2010 genoemd als mijlpaal voor een evenwichtige energiehuishouding. Nu spreken deskundigen over 2020 tot 2030. Bij het komende debat over het programma Schoon en Zuinig zal zeker de vraag aan de orde komen of CO2-opslag wel de door ons gewenste rol in de transitie kan spelen. Ondertussen moeten we in Nederland experimenteren met CO2-opslag. In eerste instantie zal dit in het noorden van het land plaatshebben en het kabinet wil het ook in Barendrecht. De ministers schrijven in hun brief dat zij bij de bouw van kolencentrales CCS verplicht willen stellen. Wij zijn daar positief over. Er wordt echter gesproken van «een vorm van wettelijke verplichting». Ik hoor graag wat de minister daaronder verstaat, want wij willen wetgeving, waarin staat dat geen kolencentrales gebouwd mogen worden zonder concrete toepassing van CCS. «Capture ready» alleen is niet voldoende, het moet ook echt gerealiseerd worden.

Het kabinet wil ook CO2-opslag onder Barendrecht. Wij achten de verstrekte onderzoeksrapporten afdoende en overtuigend. Er schijnt echter een onderzoeksrapport van de universiteit van Utrecht te circuleren dat de Kamer nog niet bekend is. Het mogelijk ontbreken van informatie veroorzaakt ongewenste ruis bij het tot stand komen van het beleid. Uit de onderzoeksrapporten blijkt dat CO2-opslag onder Barendrecht veilig kan plaatsvinden. Ik heb grote kritiek op de wijze waarop dit besluit tot stand gekomen is. Zeker in het begin zijn enorme communicatiefouten gemaakt en daardoor is het draagvlak weg gevallen. Het project in Barendrecht wordt in de brief als een tweetrapsraket gepresenteerd. Eerst zal 0,8 megaton opgeslagen worden, later zal dit mogelijk oplopen tot 9 megaton. We moeten voorkomen dat straks daadwerkelijk 9 megaton onder Barendrecht wordt opgeslagen. Ik hoop dat, tegen de tijd dat de 0,8 megaton is gerealiseerd, we zover zijn dat we elders in het land de verdere opslag kunnen realiseren. Ik vind het ook belangrijk dat het draagvlak in Barendrecht wordt versterkt. We kunnen hen bijvoorbeeld tegemoetkomen op het gebied van natuurontwikkeling in de Zuidpolder. Ik vraag minister Van der Hoeven om in overleg te treden met Barendrecht om te bezien of het draagvlak herwonnen kan worden.

De heer Samsom (PvdA): Voorzitter. De brief van het kabinet kondigt aan dat er een wettelijke verplichting komt voor CCS. De PvdA-fractie heeft hier lang en hevig voor gestreden. In elk mogelijk debat hebben wij de minister voorgelegd dat een wettelijke verplichting een noodzakelijke voorwaarde is om door te gaan met CCS-experimenten. Bedrijven moeten er zeker van zijn dat ze verplicht zijn hieraan mee te werken, en dat ze de daarvoor benodigde investeringen moeten doen. Zonder een wettelijke verplichting zouden we niet instemmen met de experimenten die nu worden gedaan. We beginnen niet aan omstreden experimenten als ze niet uiteindelijk op grote schaal hun vruchten zouden afwerpen. Wij vinden dat deze verplichting zowel in een AMvB als in een wet te vatten is. We kunnen alles op alles zetten in de route naar duurzame energie, maar we hebben CO2-opslag nodig om in de tussentijd ons klimaat niet kapot te stoken.

De heer Vendrik (GroenLinks): Bedoelt de heer Samsom dat de minister de motie-Vendrik, over een CO2-norm voor elektriciteitscentrales, zal moeten uitvoeren ook al heeft zij deze motie ontraden? Bedoelt hij dat de CO2-norm voor elektriciteitscentrales zo snel mogelijk moet worden ingevoerd en ook moet gelden voor bestaande kolencentrales?

De heer Samsom (PvdA): Ja. De motie riep op tot een verplichte CO2-normering. Dit zou op vier manieren ingevuld kunnen worden. In de eerste plaats door een verplichte CO2-normering op zich. De minister twijfelt echter of dat gezien het Europees recht haalbaar is. In de tweede plaats door een biomassa-bijstookverplichting, hierdoor vindt minder CO2-uitstoot plaats. In de derde plaats door een CCS-verplichting. En in de vierde plaats een combinatie van genoemde vormen. Dat laatste heeft onze voorkeur. Wij zien de toezegging van de minister als een aankondiging dat de motie zal worden uitgevoerd. De heer Vendrik heeft echter in zijn motie om een CO2-norm gevraagd en hij krijgt nu een CCS-verplichting. Ik ben benieuwd of hij met die invulling akkoord gaat.

De heer Zijlstra (VVD): Er komt een ETS (Emission Trading System), dat uitgaat van handel in CO2-rechten. ETS geeft uitstotende bedrijven de keuze: of ze stoten CO2 uit en betalen daarvoor, of ze beperken hun CO2-uitstoot door CCS of het gebruik van biomassa. Deelt de heer Samsom deze mening? Wat zegt zijn pleidooi voor een wettelijke verplichting over zijn vertrouwen in het ETS?

De heer Samsom (PvdA): Het zegt veel over het vertrouwen van bedrijven in ETS. Bedrijven durven of willen niet geloven dat de CO2-prijs in 2020 op een zodanig hoog niveau zal liggen, dat het aantrekkelijk is om nu al te gaan investeren. Wij willen die onzekerheid wegnemen door een CCS-verplichting. Ik streef er naar dat de CO2-prijs zo hoog wordt, dat het ook om financiële redenen noodzakelijk wordt om CCS op grote schaal toe te passen. Als zodanig zijn CO2-prijs en de wettelijke verplichting tot CCS complementaire instrumenten.

De heer Zijlstra (VVD): Stel dat er in de rest van Europa andere keuzes worden gemaakt en geen vergelijkbare verplichtingen worden opgelegd. Mocht blijken dat CCS extreem duur is, aanvaardt de heer Samsom dan de last die aan het Nederlandse bedrijfsleven wordt opgelegd?

De heer Samsom (PvdA): Ik aanvaard de consequenties. In het buitenland wordt namelijk op dezelfde manier over dit dilemma gedacht en soortgelijke verplichtingen voor kolencentrales zien het daglicht. Het instrument «CCS-verplichting» is onbeholpen vergeleken met ETS. We zijn daarom ook uitgesproken voorstander van ETS. ETS zorgt er echter niet voor dat bedrijven nu al gaan investeren. Dit is echter wel noodzakelijk om op tijd een volwassenen CO2-technologie beschikbaar te hebben. De PvdA-fractie vindt snelheid van handelen van het grootste belang. Onze afwegingen leiden keer op keer tot de conclusie dat we Barendrecht niet kunnen overslaan op de route naar een volwassen CO2-technologie. De minister erkent dat door het project nu politiek en juridisch in twee fasen te splitsen. Alleen voor de eerste fase ligt het besluit nu voor.

De heer Bashir (SP): Om de CO2-emissie van vier kolencentrales op te slaan is de energie van een extra centrale nodig. Hoe beoordeelt de heer Samsom de energiekosten die nodig zijn om CO2 op te slaan?

De heer Samsom (PvdA): Net als bij de technologie van windmolens en zonnepanelen geldt dat voor elke CO2-besparing een investering nodig is, ook in energietermen. Het rendement van de kolencentrales gaat omlaag, maar we brengen megatonnen aan CO2 minder in de atmosfeer. De reductie van CO2-uitstoot geeft uiteindelijk de doorslag.

De heer Bashir (SP): Er is meer fossiele brandstof nodig om de CO2-emissie van kolencentrales ondergronds op te slaan. Hoe beïnvloedt dit feit de afweging van de heer Samsom?

De heer Samsom (PvdA): De afweging is helder. Het doel is om minder CO2 in de atmosfeer uit te stoten en dat doe je door het ondergronds op te slaan. We kunnen de optie Barendrecht niet helemaal laten liggen. Onze fractie acht de eerste stap nodig, zij het onder voorwaarden. Wij vragen de minister echter alles op alles te zetten om te voorkomen dat ook de tweede stap gezet moet worden. Dit geldt ook als de eerste stap vlekkeloos verloopt en het juridisch mogelijk zou zijn over te gaan naar de tweede stap. De PvdA-fractie wil de opslag in het noorden van het land en onder de Noordzee sneller ontwikkelen dan in de planning is opgenomen. Dat is mogelijk omdat de aangekondigde CCS-verplichting bedrijven een extra stimulans geeft om sneller te investeren. Wij vragen de minister deze zienswijze met ons te delen. Na de eerste stap in Barendrecht kunnen we dan doorschakelen naar het noorden en de Noordzee en zodoende snel, dat wil zeggen voor 2020, met een volwassen opslagtechnologie aan de finish staan.

We stellen voorwaarden aan energieopslag. De eerste voorwaarde is veiligheid. Wij hebben intensief naar dit aspect gekeken en wij vinden het gerechtvaardigd om de vergunningsprocedure te starten. De gemeente Barendrecht en de bevolking van Barendrecht hebben ook naar de veiligheid gekeken en hebben daar andere opvattingen over. Dat is hun goed recht. Je hoeft geen glazen bol te hebben om te weten dat deze vergunningsprocedure op juridische tegenstand zal stuiten. Uiteindelijk zal de rechter beslissen of het besluit verantwoord was.

Onze tweede voorwaarde is een politieke voorwaarde. Wij vragen de minister zich in te spannen voor een heldere compensatieregeling voor Barendrecht. We zien bij de gaswinning in het noorden van het land dat het ontwerpen van een compensatieregeling ver achterloopt en pas aan de orde komt als er iets gebeurt. Met het ontwerpen van een compensatieregeling voor Barendrecht gaan we er niet impliciet vanuit dat er iets mis kan gaan. We willen helderheid scheppen voor de bewoners van Barendrecht. Er zijn wel juridische ankers en borgingen, maar ik geef de voorkeur aan de helderheid van een compensatieregeling. Met deze aanpak willen we uiteindelijk bij het eindpunt van een volwassen CO2-opslag komen. Ondertussen moeten we alles op alles zetten om snel over te gaan op duurzame energie. De tussenoplossing van CO2-opslag moet zo kort mogelijk duren.

De heer Vendrik (GroenLinks): Waarom zegt de PvdA ja tegen de eerste stap in Barendrecht en waarom zegt ze nu al nee tegen de tweede stap? We kennen scheiding der machten. Wij gaan de rechter niet opzadelen met besluiten die in de Kamer worden genomen. Alle fracties dienen vandaag te besluiten of de CO2-opslag in Barendrecht doorgaat of niet. Als de rechter daar ooit iets over zal vinden zien we dan wel.

De heer Zijlstra (VVD): Het is de verantwoordelijkheid van een rechter om te toetsen of de procedures goed zijn verlopen. Het is onze politieke verantwoordelijkheid om in te stemmen met het besluit dat voorligt. De heer Samsom maakt zich te gemakkelijk van die verantwoordelijkheid af door naar de rechter te wijzen.

De heer Samsom (PvdA): Ik maak me er niet gemakkelijk van af. De heer Vendrik gaf in zijn eerste vraag zelf al het antwoord. Door ja te zeggen tegen de eerste stap in Barendrecht neemt de PvdA een politiek besluit. Bij de bevolking van Barendrecht zien wij echter veel wantrouwen over de manier waarop wij dit besluit tot uitvoering zullen brengen. Wij schatten daarom in dat dit besluit nooit uitgevoerd zal worden zonder dat het onder de rechter is geweest. Niet omdat we geen politieke besluiten durven te nemen, maar omdat er meningsverschillen zijn over onderdelen van het besluit en over de vraag of de onderzoeken goed en onafhankelijk zijn uitgevoerd. Alleen de rechter kan daar uiteindelijk een oordeel over vellen. De PvdA zegt geen nee tegen de tweede stap in Barendrecht. We vragen de minister wel om zo snel mogelijk met het noorden en de Noordzee aan de slag te gaan, zodat we de tweede stap in Barendrecht kunnen overslaan.

De heer Van der Ham (D66): Ik steun het voorstel om te proberen de tweede stap in Barendrecht over te slaan. In Barendrecht heeft men het gevoel dat er bij hen geëxperimenteerd wordt en ze waren al omringd door wegen en spoorwegen. Ik kan me dat gevoel goed voorstellen. Mag er misschien ook iets positiefs bijkomen? Ik heb de Zuidpolder al genoemd en ook op het punt van onderwijs zouden we veel voor de gemeente Barendrecht kunnen doen. Het zou te kort door de bocht zijn, om nu daarover besluiten te nemen. We hebben per slot van rekening niet te maken met de Crisis- en herstelwet. Staat de heer Samsom open voor een gesprek tussen de minister en de gemeente Barendrecht over positieve impulsen voor Barendrecht op het vlak van werkgelegenheid en leefbaarheid?

De heer Samsom (PvdA): U duwt me in een hoek waar ik niet wil zijn. Ik wil niet insteken op politieke compensatie, zoals Frankrijk en Japan succesvol doen rond kerncentrales. Dat werkt, maar ik zou er niet trots op zijn als we zo beleid tot uitvoering moeten brengen. Ik denk meer aan juridische compensaties voor planschade. Op bewonersavonden in Barendrecht vragen bewoners zich openlijk af hoe zij gecompenseerd worden voor de schade die zij zullen leiden. Daar wordt nu geen goed antwoord op gegeven.

De heer Van der Ham (D66): Ik vraag begrip voor de positie van de mensen in Barendrecht. Zij voelen zich voortdurend in een hoek geplaatst. Wat kunnen we doen om hun frustratie weg te nemen? We zullen hier geen scholen en natuurgebieden toezeggen, want zo doen we geen zaken.

De heer Samsom (PvdA): Het enige dat we daaraan kunnen doen, hebben we al gedaan. Het ernstig meewegen van hun belangen heeft ertoe geleid dat het project in eerste instantie is teruggebracht tot 7% van zijn oorspronkelijke omvang. Daar willen we het graag bij laten. Het feit dat Barendrecht zich al in een gevaarlijke omgeving bevindt, heeft meegespeeld bij deze overweging.

De heer Van der Staaij (SGP): Hoe wordt het draagvlakcriterium door de PvdA-fractie gewogen? In eerder onderzoek wordt gezegd dat het juist bij CCS heel belangrijk is om voldoende politiek en maatschappelijk draagvlak te hebben. De heer Samsom kiest nu voor een «nu ja, straks nee»-benadering. Voorlopig zegt de heer Samsom echter ja, dus hij heeft kennelijk geen boodschap aan het ontbreken van draagvlak.

De heer Samsom (PvdA): Het draagvlak heeft wel degelijk meegewogen, daarom is het project teruggebracht tot de meest minimale omvang die nodig is om de route naar CO2-opslag te kunnen volgen. We proberen daarnaast de tweede stap in Barendrecht te voorkomen. We hebben gemerkt dat we het draagvlak in Barendrecht het meest kunnen vergroten door te laten zien wat we op de mat leggen op het gebied van duurzame energie en energiebesparing. Vanuit Barendrecht klinkt het verwijt dat we onvoldoende vaart met zonne-energie hebben gemaakt en dat we daarom nu CO2 bij hen in de grond willen stoppen. Dat verwijt raakt me. De enige manier om dat verwijt te beantwoorden is meer te doen aan zonne-energie, windenergie en biomassa. Het besluit voor de eerste stap in Barendrecht, motiveert mij eens te meer. Ik heb die bal ook bij Shell neergelegd, want in Barendrecht klinkt ook het verwijt aan Shell dat het bedrijf eerst uit projecten voor zonne-energie en windenergie stapt en vervolgens doorzet met CO2-opslag. Dat wordt niet gewaardeerd en daar ben ik het mee eens. De overheid en Shell dragen beide de verantwoordelijkheid voor meer duurzame energie.

De heer Van der Staaij (SGP): Wil de heer Samsom toch doorzetten, ook al is het bestuur in de regio en de gemeenteraad van Barendrecht tegen?

De heer Samsom (PvdA): Ja, daarvoor zijn we aangesteld. We kunnen ophouden met het project in Barendrecht en daarmee is hun probleem opgelost. Het klimaatvraagstuk is daarmee echter niet opgelost. Dat laatste weegt zwaarder. We nemen echter de problematiek van Barendrecht serieus en stellen daarom voor om het project tot de meest minimale vorm terug te brengen.

De heer Van der Staaij (SGP): Voorzitter. De SGP-fractie is niet tegen het opslaan van CO2. Het is een bespreekbare tussenoplossing, totdat we een volledige overstap naar een duurzame energievoorziening kunnen maken. Vreemd genoeg kijken op dezelfde manier tegen kernenergie aan. Dat is voor ons ook een bespreekbare tussenoplossing. Het kabinet wil nu een langetermijnaanpak opstellen voor CCS in Nederland. Dat is een logische stap. Het is van cruciaal belang dat we in dit plan opnemen hoe we politiek en maatschappelijk draagvlak kunnen bereiken. Gisteren heeft het kabinet een knoop gehakt over het pilotproject Barendrecht. De vraag is echter hoe belangrijk het project in Barendrecht is. In Duitsland en Noorwegen lopen al pilot- en demonstratieprojecten met CCS, de Britse regering heeft aangekondigd vier grootschalige demonstratieprojecten te zullen subsidiëren en in Frankrijk kan Total aan de slag. Wat is de meerwaarde van het kleinschalige project in Barendrecht? Welke technische leerpunten verwacht het kabinet en zijn deze noodzakelijk, voordat we met de grotere demonstratieprojecten van start kunnen gaan? De bewindslieden geven aan dat het kleinschalige project vooral leerervaringen oplevert over bedrijfseconomische aspecten. Het gaat in dat geval om vergunningsprocedures, ruimtelijke inpassing en het creëren van maatschappelijke acceptatie. We hebben echter al kunnen experimenteren met zo’n proces van maatschappelijke acceptatie. Wat gaat er mis als het CO2-project bij Barendrecht niet doorgaat? Missen we dan een koploperspositie? Dat is onvoldoende reden om de weerstand van de bewoners van Barendrecht, van het gemeentebestuur van Barendrecht en van de provinciale staten van Zuid-Holland aan de kant te schuiven.

Alle geruststellende woorden ten spijt, blijft er een zweem van onzekerheid over de veiligheid van het project bij Barendrecht hangen. Belangrijke initiator van deze onzekerheid is de AMESCO-studie uit 2007. Een van de conclusies is dat er niet voldoende gegevens beschikbaar zijn om het risiconiveau van ondergrondse CO2-opslag accuraat vast te stellen. Barendrecht wordt in deze studie als minder geschikt aangemerkt, omdat het veld onder dichtbevolkt gebied ligt en de afdekkende laag relatief dun is. TNO heeft dit in zijn recente studie opnieuw genoemd, maar heeft dit in de uiteindelijke afweging aan de kant geschoven. De zweem van onzekerheid blijft. Ik wil er daarnaast op wijzen dat het geen tijdelijk project is. CO2 zal, zolang we het niet weer uit de grond halen, daar opgeslagen blijven.

In het rapport staat dat voor ondergrondse leidingen en injectielocaties nog geen normen gelden ten aanzien van de externe veiligheidscriteria. Op welke waarde moeten wij deze opmerking schatten? Dekt de huidige normstelling alle potentiële risico’s? Worden nog aanpassingen voorzien?

De ministers zijn voornemens de vergunning voor het project in Barendrecht gefaseerd te verlenen. Eerst het kleine veld, dan het grote veld. Dat is het spoor dat al eerder is ingeslagen. De heer Samsom zegt ja tegen de eerste fase en nee tegen de tweede fase. Ik vraag me af welke druk er ontstaat als de eerste fase succesvol afgerond wordt en blijkt dat we in het verleden te somber waren. Moeten we dan toch met de tweede fase doorgaan? Ook Shell zal wijzen op de enorme investeringen die zijn gedaan en aandringen op uitvoeren van de tweede fase.

Voor de SGP-fractie weegt het ontbreken van lokaal draagvlak voor het project in Barendrecht zwaar. Bezoeken aan het gebied hebben ons geleerd dat de weerstand van de gemeente Barendrecht op sterke argumenten is gestoeld. We mogen niet vergeten dat Barendrecht met z’n snelwegen en spoorlijnen al een risicodragende gemeente is en daarom al veel voor de kiezen krijgt. Provinciale staten lijken zich ook tegen het project te keren. Mijn fractie wil een van de aanbevelingen van de Taskforce CCS in herinnering brengen. Tegenover alle positieve aanbevelingen zette deze taskforce de noodzaak van voldoende politiek en maatschappelijk draagvlak. In de casus Barendrecht wordt dit draagvlak voor een belangrijk deel gemist. Dat draagvlak is niet ontstaan en daarom moeten we nee tegen dit project zeggen.

Mevrouw Spies (CDA): Voorzitter. De CDA-fractie vindt afvang en ondergrondse opslag van CO2 een noodzakelijk kwaad. Zolang we fossiele energie gebruiken kunnen we niet zonder CO2-opslag. Opslagcapaciteit, zowel op land als in zee, is daarom noodzakelijk. We hebben een enorme hoeveelheid informatie over het initiatief in Barendrecht gekregen. Er zijn tal van studies uitgevoerd, wellicht meer dan op basis van de MER noodzakelijk waren. Deze studies hebben de CDA-fractie tot de overtuiging gebracht dat Barendrecht een verantwoord project is. Er zijn geen indicaties om dit project niet uit te voeren. De veiligheid is voldoende aan de orde geweest en voldoende geborgd. Het is mogelijk dit project uit te voeren, maar we moeten ons wel afvragen of we het ook willen. Zeker nu blijkt dat in de gemeenteraad van Barendrecht en in provinciale staten van Zuid-Holland geen draagvlak aanwezig is. Het kabinet heeft gisteren een knoop doorgehakt, een fasering aangebracht in het project en extra waarborgen in leidingen en monitoring toegezegd. Het is belangrijk dat ook het kabinet aangeeft niet volledig voorbij te gaan aan de gevoelens die in Barendrecht leven. Wat ons betreft is de juridische compensatie nog onvoldoende uit de verf gekomen. Wanneer we het besluit van het kabinet afwegen tegen het ontbreken van lokaal en provinciaal draagvlak dan constateren wij dat het project wel verantwoord mogelijk is. De vraag of we dit project kunnen missen in de verdere uitrol van CCS in Nederland, blijft nog onbeantwoord. De CDA-fractie wil vandaag een ondubbelzinnig antwoord op deze vraag.

Wij staan positief tegenover verruiming van het opslagplan met betrekking tot de gasopslag in de Bergermeer. Graag horen we wat de stand van zaken is rondom dit project. We hebben de correspondentie met de gemeente Bergen gezien en we weten dat de gemeente Alkmaar nog heel veel vragen en opmerkingen heeft. De MER en het rijksinpassingsplan liggen er. Daarover willen we graag meer duidelijkheid. We willen ook meer duidelijkheid over het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI), omdat daar problemen in zouden zitten.

TenneT heeft in Duitsland een groot deel van een netwerk overgenomen. De CDA-fractie wil geborgd zien dat het door deze overname niet lastiger wordt om noodzakelijke investeringen in het Nederlandse netwerk te doen. Ik ben er voor beducht dat de investeringscapaciteit kleiner wordt als gevolg van deze overname. Ik wil graag een reactie van de minister hierop.

De heer De Mos (PVV): Mevrouw Spies zegt dat de CDA-fractie CCS verantwoord acht. Ik vraag me af of er dan tweespalt binnen het CDA is? De fractievoorzitter van het CDA in Barendrecht schrijft namelijk in een e-mail: «Ik deel uw mening dat het nog de vraag is of CO2 de oorzaak is van klimaatschommelingen. Helaas lijkt dat een discussie die niet gevoerd mag worden».

Mevrouw Spies (CDA): Op het punt van de noodzaak voor CCS is er verschil van inzicht tussen mevrouw Righolt-Dam, fractievoorzitter van het CDA in Barendrecht, en de CDA-fractie in de Kamer. Dat is prima. Binnen elke partij is het nodig elkaar af en toe diep in de ogen te kijken. Tijdens het CDA-congres zijn het verkiezingsprogramma en de manifesten vastgesteld. Deze zijn maatgevend voor het standpunt van de CDA-fractie in de Kamer.

De heer Zijlstra (VVD): Mevrouw Spies heeft gevraagd in hoeverre Barendrecht noodzakelijk is. In de brief staat een zinsnede over de opschaling, waarin Barendrecht een essentiële rol speelt: «Het zou zowel vanuit het bedrijfsleven als de overheid bestuurlijk en financieel onverantwoord zijn deze noodzakelijke opschaling te negeren». Daarmee is de vraag van mevrouw Spies beantwoord. Wat vindt mevrouw Spies ervan dat regeringspartij de ChristenUnie heeft aangegeven het project in Barendrecht niet te zullen steunen?

Mevrouw Spies (CDA): Ik vind het lastig te reageren op een standpunt van een collega die hier niet aanwezig is en waarvan we alleen via de krant kennis hebben kunnen nemen. Mevrouw Wiegman heeft zich in eerdere debatten al negatief uitgelaten over CCS en Barendrecht. Ik betreur het dat mevrouw Wiegman in de media een aantal argumenten naar voren heeft gebracht die de mijne niet zijn.

De heer Bashir (SP): Voorzitter. Ik wil de overname van het Duitse Transpower door TenneT aan de orde stellen. Stel dat het kabinet zou voorstellen een deel van het Duitse autowegennet te kopen, omdat dat beter zou zijn voor de Nederlandse logistieke sector. Dan zou deze zaal veel te klein zijn voor het debat dat daarop zou volgen. Na de aankondiging dat TenneT, een 100% staatsbedrijf, 40% van de Duitse hoogspanningsnetten koopt, is het opvallend rustig gebleven. Kan de minister reageren op de principiële vraag wat de Nederlandse overheid aan moet met een Duitse nutsbedrijf. Kan de minister aangeven of wij na deze transactie nog een poot hebben om op te staan als een buitenlands bedrijf een Nederlands netwerk wil overnemen? Volgens de brief van het kabinet zal de integratie van de netwerken de stroomprijzen in Nederland verlagen. Daar hebben we het eigendom van het E.ON-netwerk echter niet voor nodig. Op basis van gegevens van APX kunnen we vaststellen dat de prijzen sinds de integratie van de markten naar hetzelfde niveau zijn gegroeid. Waarom beweert de minister dan dat de aankoop van het E.ON-netwerk tot een daling van de stroomprijzen zal leiden?

De aankoop van Transpower zou een koopje zijn. Het netwerk zou driemaal zoveel waard zijn als wat we ervoor betaald hebben. Blijft de minister volhouden dat E.ON de Nederlandse staat gematst heeft met 1,5 mld.? Het lijkt ons iets waarschijnlijker dat E.ON met veel partijen, ook met Duitse partijen, over de overname heeft gepraat. Die andere partijen hebben kennelijk een stapel lijken in de kast aangetroffen die TenneT, als relatieve buitenstaander, over het hoofd heeft gezien. Kan de minister aangeven welke lijken we mogelijk in de kast kunnen aantreffen en wie na de overname daarvoor verantwoordelijk is. Of garandeert de minister dat er helemaal geen lijken zullen worden aangetroffen? TenneT staat in de nabije toekomst voor grote binnenlandse investeringen. Als TenneT ook nog belast wordt met grote investeringen in het Duitse netwerk, zal in het gunstigste geval de rente die ze moeten betalen omhoog gaan. In het ongunstigste geval moeten projecten worden afgeblazen omdat ze niet te financieren zijn. De SP-fractie vindt dat de overname moet worden afgeblazen. Zo nodig zullen we op dit punt een motie indienen.

De heer Zijlstra (VVD): Kan de heer Bashir aangeven waar hij de aanleiding vindt om te veronderstellen dat er lijken in de kast zullen zitten? Er is duidelijk aangegeven dat de onderhandeling exclusief met TenneT zijn gevoerd. Het besluit moest juist worden genomen, omdat men anders met andere partijen zou gaan onderhandelen. Welke aanleiding heeft de heer Bashir om te veronderstellen dat andere onderhandelingen hebben plaatsgevonden en dat andere partijen zijn afgehaakt vanwege lijken in de kast?

De heer Bashir (SP): Ik heb de minister gevraagd te garanderen dat er geen lijken in de kast zullen worden aangetroffen. Ik heb signalen binnengekregen dat er aan het netwerk flink veel onderhoud moet worden verricht.

De heer Zijlstra (VVD): In het verleden hebben wij samen met de SP erop aangedrongen dat er een betere noord-zuidverbinding in Duitsland komt. Het mooie van deze investering is dat we dat nu via een onafhankelijk Duits TenneT voor elkaar krijgen. Nederland zal daar enorm van profiteren. In het verleden heeft de heer Bashir commentaar geleverd op het feit dat Duitse windenergie bijna altijd via Nederland, België en Frankrijk wordt afgevoerd. Nu we daar strategisch op in gaan grijpen helt hij de andere kan op.

De heer Bashir (SP): Als we zeggen dat Duitsers moeten investeren in hun wegennet, dan nemen we dat toch ook niet over om het op te gaan knappen? Het is hun probleem en wij moeten erop hameren dat zij het zelf oplossen. Als ze dat niet willen, moeten we het netwerk niet overnemen en zelf investeren. Mijn fractie heeft daar moeite mee.

De heer Samsom (PvdA): Ik had verwacht dat de SP mild gestemd zou zijn over deze overname. Het betreft een nationalisatie van een privébedrijf dat in overheidshanden wordt gebracht. Heeft dat bij de beoordeling van de SP geen rol gespeeld?

De heer Bashir (SP): We zijn voorstander dat hoogspanningsnetten in Nederland in publieke handen blijven. Dat wil niet zeggen dat we alle netwerken in de hele wereld moeten overnemen. Dat is niet onze verantwoordelijkheid.

De heer Samsom (PvdA): De visie van de heer Bashir blijft toch niet beperkt tot het gebied ten westen van Lobith en ten noorden van de Vaalserberg? Hij heeft toch een visie op hoe de energievoorziening in Nederland en Duitsland er uit zou moeten zien? In Duitsland bestaat de onverkwikkelijke situatie dat beursgenoteerde transportbedrijven zwaar geïntegreerd zijn met hun leverancier. Daar zou je een eind aan willen maken. Nu we dat doen vindt hij het weer niet goed.

De heer Bashir (SP): Ik vind het te gek voor woorden. Zo doorredenerend zouden we hoogspanningsnetwerken in Amerika of Noord-Korea moeten overnemen, omdat die slecht worden onderhouden. Onze visie is niet beperkt tot Nederland. Wij willen de kennis die nodig is overdragen.

De bevolking van Barendrecht heeft helemaal geen zin in CO2-opslag onder hun achtertuin. Toen dat duidelijk werd, gooide ook de gemeenteraad van Barendrecht de kont tegen de krib. Provinciale staten van Zuid-Holland sloten zich vervolgens aan bij de afwijzing van de optie Barendrecht. De scepsis in Barendrecht is geen pure «niet in mijn achtertuin»-discussie. Er is een fundamenteel verschil tussen CO2-opslag en de meeste andere klimaatmaatregelen. Die andere klimaatmaatregelen zijn ook nuttig uit het oogpunt van energie-efficiency, duurzame energievoorziening en economische structuurversterking. CO2-opslag kan alleen extra fossiele brandstof kosten. Voor elke vier kolencentrales is een extra centrale nodig om de CO2 te kunnen opvangen en opslaan. Het probleem is dus niet alleen CO2-opslag maar ook de schaarste aan fossiele brandstoffen. De SP-fractie wenst de minister en andere voorstanders van CO2-opslag veel sterkte bij het verkopen van deze technologie. Voorlopig constateer ik dat het hen niet lukt om hun eigen achterban in de provincie en de gemeenteraad te overtuigen. Wij willen niet voor CO2-opslag kiezen. We willen andere klimaatmaatregelen.

De heer Van der Ham (D66): Ik heb veel debatten gevoerd met de heer Jansen van de SP over klimaat en energie. De SP en D66 zijn het eens over de gewenste volgorde van maatregelen. Energiebesparing, schone energie en in laatste instantie kernenergie. Zelfs de SP staat daarvoor open. Nu investeren in CO2-opslag, zou kunnen voorkomen dat je kerncentrales moet neerzetten in Nederland. De heer Bashir schrapt nu de CO2-optie en kiest daarmee voor kernenergie. De SP besteedt in de tegenbegrotingen minder aandacht aan schone energie dan GroenLinks en D66. Hiermee kiezen zij sowieso voor kernenergie.

De heer Bashir (SP): Wij wijzen kernenergie niet op voorhand af. Hier is iets anders aan de hand. Je hebt voor elke vier kolencentrales een extra centrale nodig om de CO2 op te slaan. Dat betekent dat we extra fossiele brandstof zullen moeten gebruiken. Laten we het anders aanpakken en andere klimaatmaatregelen zoeken, die gericht zijn op het aanpakken van verspilling.

De heer Van der Ham (D66): Ik vind het kortzichtig om nu CO2-opslag helemaal uit te sluiten en daarmee voor kernenergie te kiezen.

Mevrouw Spies (CDA): Zelfs als we alles op alles zetten en onze doelstelling op het gebied van energiebesparing halen, en 20% extra duurzame energie realiseren, dan hebben we nog 60% op een andere manier nodig. De SP wijst CCS af als overgangstechnologie zonder dat de 60% op een andere wijze in te kleuren. Daarmee lijkt de SP als een soort Alice in Wonderland te verblijven.

De heer Bashir (SP): Ik ben niet alleen in Wonderland, ook Greenpeace en de mensen in Barendrecht verblijven daar. Onze afwijzing heeft te maken met de extra energie die je voor CO2-opslag nodig hebt. Voor de inkleuring van de 60% verwijs ik naar de voorstellen die mijn collega Jansen in eerdere debatten heeft gedaan.

Mevrouw Spies (CDA): Er komen van de zijde van de SP geen alternatieven naar voren die ook maar in de buurt komen van hetgeen we nodig hebben.

De heer Bashir (SP): Ik verwijs naar de verslagen van de debatten waarin de heer Jansen aangeeft wat er moet gebeuren ten aanzien van de energievoorziening. In de omgeving van Bergen is er ook verzet tegen de ondergrondse opslag van gas. In deze situatie staan nut en noodzaak van extra gasopslag echter niet ter discussie. Wat ons betreft is de locatie Bergen geschikt wat betreft ruimtelijke inpasbaarheid. De aanleg van de installaties veroorzaakt tijdelijke overlast en ecologische schade. TAQA dient die schade te compenseren, bijvoorbeeld door grond voor natuurontwikkeling te verwerven.

De heer Zijlstra (VVD): Ik ben even de weg kwijt. Het gaat in beide gevallen om ondergrondse opslag van een gas. In beide gevallen is de lokale bevolking tegen. Wil de heer Bashir uitleggen waarom hij in het geval van Barendrecht niet akkoord gaat en in het geval van Bergen wel?

De heer Bashir (SP): In beide gevallen is de lokale bevolking tegen vanwege de veiligheidsrisico’s. Wij achten die risico’s in beide gevallen zeer beperkt. Wij kiezen echter niet voor CO2-opslag, vanwege de noodzaak om extra fossiele brandstof te gebruiken. De gasopslag staat voor ons niet ter discussie.

De heer Zijlstra (VVD): We hebben rapporten over TAQA ontvangen en we hebben schriftelijk vragen kunnen stellen. We zijn overtuigd door de aangedragen argumenten en we vinden het een verstandig besluit om ermee door te gaan. Ook wat TenneT betreft vinden we dat het kabinet een verstandig besluit heeft genomen. Dit was de bedoeling toen we het over de splitsing hadden. Een deel van Nederland, waaronder de SP, schreeuwde toen moord en brand. Zij stelden dat de uitverkoop was begonnen en de strategische energiepositie van Nederland in het geding was. Deze deal zorgt er juist voor dat Nederland straks spekkoper is, omdat we dan aan de knoppen zitten. Bovendien ziet de deal er inhoudelijk en financieel solide uit. Ik wil van de minister de garantie krijgen dat de Nederlandse eindgebruiker, consument of bedrijf, op geen enkele wijze meebetaalt aan investeringen in het Duitse netwerk. Het moet een compleet gescheiden bedrijf zijn.

De heer Vendrik (GroenLinks): Het is goed om te markeren dat de liberalen van de VVD er voorstander van zijn de netwerken weg te halen bij de grote bedrijven en in overheidshanden te brengen.

De heer Zijlstra (VVD): Het toont de consistentie van de VVD op dit punt. De productie- en leveringscapaciteit mag naar de markt gaan, maar het netwerk is van zo’n groot publiek belang, dat het in overheidshanden moet blijven. Deze redenering past ook op Europees niveau. De we deze lijn ook Europees uitrollen zou GroenLinks toch moeten aanspreken.

De VVD is buitengewoon sceptisch over CCS. Wij hebben twijfels of deze technologie gaat brengen wat ervan wordt verwacht. Uit de stukken blijkt dat Nederland beschikt over 1600 megaton opslagcapaciteit voor CO2: 800 megaton op het land en 800 op zee. Dat toont aan de uitkomsten uit het Rotterdam Climate Initiative langzamerhand aan bijstelling toe zijn. Hierin staat namelijk dat Nederland de positie als «CO2-hub» van Europa zou moeten hebben, waarbij andere landen CO2 naar Nederland brengen. Met de opslagcapaciteit van 1600 megaton CO2 in heel Nederland kunnen we 40 jaar lang slechts 20% van onze eigen CO2-uitstoot behappen. Het lijkt dus niet verstandig de CO2 van het Ruhrgebied hierheen te halen.

Er is nog veel discussie over hoeveel opslagcapaciteit er is rond aquifers. Dat is echter wel van invloed op de kosten-batencalculatie van CCS. We zijn niet voor een CCS-verplichting, omdat we daarmee een loden last op het bedrijfsleven leggen, terwijl we nog niet weten wat het gaat kosten. Als je al een ETS hebt ingevoerd, dan moet je dat consequent hanteren. We moeten een zakelijke afweging maken: of een bedrijf stoot CO2 uit en betaalt, of het bedrijf investeert in CCS. In alle rapporten en tijdens de hoorzittingen zijn de deskundigen het over één punt eens, namelijk dat we ons niet de luxe kunnen permitteren om een optie uit te sluiten. De VVD sluit CCS niet uit, hoe sceptisch we er ook over zijn. Voor de VVD is dit echter wel de laatste optie op onze prioriteitenlijst.

De heer Vendrik (GroenLinks): In andere debatten stelt de VVD dat we belachelijk bezig zijn met windmolens. Die optie sluit de VVD dus wel uit.

De heer Zijlstra (VVD): Zelfs die optie sluiten we niet uit. We hebben wel bezwaar tegen de miljardensubsidies die naar de aanleg van windmolenparken gaan. We willen ook niet dat de overheid miljarden aan CCS-projecten betaalt. Het is een bedrijfsmatige afweging tussen betalen voor uitstoot of investeren in CCS. We vinden dat de overheid zowel windmolens als CCS moet faciliteren. Als dat rendabel door bedrijfspartijen wordt opgepakt, vinden wij dat prima. De heer Vendrik heeft het echter over een subsidiestroom van meer dan 40 mld. in de komende jaren en daar gaat de VVD niet mee akkoord.

De heer Vendrik (GroenLinks): Het gaat om veel minder geld. Maar als je in deze energiemarkt de subsidies voor duurzame energie stopt, dan trek je de stekker eruit. Dan sluit je windmolens, dan sluit je de ontwikkeling van zonne-energie en biomassa.

De heer Zijlstra (VVD): De VVD houdt alle opties open. Het gaat erom hoe de overheid in die opties investeert. Voor de SDE-regeling zullen we die afweging maken in het debat van 2 december 2009. Wij willen dat geïnvesteerd wordt in innovatie en het doorontwikkelen van technieken, zodat we doorbraken bereiken die leiden tot vervanging van fossiele brandstoffen. Als je windmolens neerzet, moet je productiecapaciteit houden voor als het niet waait. Dat maakt je systeem inefficiënt en daarom vinden wij het geen verstandige keus voor de lange termijn. Toch maken we die keus niet onmogelijk. Ook voor CCS geldt dat we sceptisch zijn maar de optie niet uitsluiten. We begrijpen dat het kabinet sterk heeft ingezet op CCS en nu ook moet doorbijten. Wij hebben de stellige indruk dat als het project Barendrecht niet doorgaat, vervolgtrajecten zoals in Groningen in het geding komen. Uit de rapporten concluderen we dat de veiligheid van burgers niet in het geding is. Uit de rapporten blijkt niet precies hoe het zit met de monitoring. Daarover willen we opheldering.

Hoe wil de minister omgaan met de tender van 2 megaton CO2-opslag? Het eerste veld heeft een omvang van 0,8 megaton. Daarna zullen we evalueren en besluiten of ook het tweede veld gebruikt zal worden. Als we besluiten dat niet door te laten gaan, voldoen we niet meer aan de tendervoorwaarden. Is de evaluatie dan nog wel een echte evaluatie?

De VVD houdt alle opties open. Het kabinet sluit echter categorisch een CO2-neutrale optie uit en dat is kernenergie. Zolang het kabinet niet van plan is kernenergie als optie te beschouwen, ziet de VVD zich niet genoodzaakt CCS te steunen. We zijn bereid de verantwoordelijkheid voor CCS te nemen als het kabinet bereid is de optie van kernenergie open te houden.

Mevrouw Spies (CDA): Dat is politieke chantage. De VVD zegt hardop dat het project Barendrecht verantwoord is en spreekt begrip uit voor het besluit van het kabinet, maar zal de steun voor CCS af laten hangen van het besluit om kernenergie te gebruiken.

De heer Zijlstra (VVD): Ik hou alle opties open. Wij zijn bereid daarvoor de pijn te nemen in Barendrecht. Mevrouw Spies kan niet van ons verwachten dat we CCS steunen, terwijl we het minste vertrouwen in deze technologie hebben. Ondertussen leunt het kabinet achterover waar het de grootschalige, CO2-neutrale toepassing van kernenergie betreft.

De heer Van der Staaij (SGP): Het klonk eerst of de VVD voorstander van het project was. Ik ben bang dat de minister straks in het kabinetsberaad zegt dat de VVD wel heeft tegengestemd, maar eigenlijk voorstander is met wat irreële eisen op het gebied van kernenergie. Dat zou een reden voor het kabinet kunnen zijn om een eventuele Kamermotie naast zich neer te leggen. Hoe kijkt de heer Zijlstra aan tegen het criterium «draagvlak». Is hij van mening dat bij het ontbreken van maatschappelijk draagvlak CCS mag worden doorgedrukt?

De heer Zijlstra (VVD): We voeren wel vaker discussies over draagvlak, denk aan hoogspanningskabels en de Bergermeer. Ik snap dat burgers het niet willen, maar dat is vaak meer gebaseerd op gevoelens dan op feiten. Wij moeten wel op basis van feiten besluiten nemen. Als we elk grootschalig project waarvoor onvoldoende draagvlak is, zouden schrappen, gebeurt er in dit land helemaal niets meer. Het ontbreken van draagvlak betekent voor de VVD niet meteen dat we er niet aan beginnen. We lopen niet weg voor onze verantwoordelijkheid. Ik heb inhoudelijke vragen gesteld over de monitoring en de tender. De discussie over veiligheid is, met deze voorbehouden, bevredigend afgerond. Ik vind het logisch dat het kabinet de knoop vervolgens doorhakt. Dat laat onverlet dat ik een politieke afweging maak. Een afweging hoe je deze problematiek in een breed kader met alle opties benadert.

De heer Van der Staaij (SGP): Ik ben het met de VVD eens dat je je niet op basis van elke opiniepeiling moet laten weerhouden om noodzakelijke beslissingen te nemen. Maar is in dit geval het nationaal maatschappelijk belang zwaarwegend genoegd om de visie van de betrokken overheden te negeren?

De heer Zijlstra (VVD): Het kabinet geeft in zijn brief aan hoe belangrijk het project Barendrecht in de voortgang van CCS-ontwikkeling in Nederland is. Als het kabinet aangeeft dat dit project kan worden gemist, dan ontstaat een heel andere afweging. Ik ben nieuwsgierig naar wat de SGP vindt van de Bergermeer. Daar zullen zij ook op tegen zijn, want het draagvlak is daar ook nihil.

De heer Samsom (PvdA): Dit is een politiek spelletje. De heer Zijlstra heeft gekeken, geteld en acht zich belangrijk voor het draagvlak in de Kamer. Dat is hij ook en daarom legt hij zijn wensen voor wisselgeld op tafel. Als ik de redenering van de heer Zijlstra zou volgen en geen opties uitsluit, dan betekent dit dat we in de tweede helft van het volgend decennium zowel CO2-opslag als kernenergie klaar hebben voor uitrol op grote schaal. Dat kan hij wat mij betreft krijgen, maar dan moet hij nu instemmen met CO2-opslag. We nemen een besluit over een kerncentrale zodra de vergunningsaanvraag daarvoor in vol ornaat en ontvankelijk binnen is in de tweede helft van 2011. De heer Zijlstra kan beide besluiten wel willen koppelen, maar we nemen de besluiten wanneer ze voorliggen. Dat is nu over CO2-opslag en in 2011 over een nieuwe kerncentrale. De heer Zijlstra moet de minister niet vragen om een toezegging te doen om hem over de streep te trekken in Barendrecht. Ik neem het hem kwalijk als hij van een inhoudelijk dilemma een politiek spelletje maakt.

De heer Zijlstra (VVD): Mijn partij staat buitengewoon sceptisch tegenover CCS. Het is een technologie waarin wij niet geloven. Deskundigen zeggen echter dat CCS niet uitgesloten moet worden, net zoals wij zeggen dat kernenergie niet moet worden uitgesloten. Wij zijn daarom bereid in te stemmen met die technologie. Als de heer Samsom de rem zet op het fors terugdraaien van CO2-uitstoot, dan kan hij niet van mij verwachten dat ik zijn pijn in Barendrecht wegneem.

De heer Samsom (PvdA): Het is niet mijn pijn. Het is ons dilemma, van de lokale en nationale politiek. We moeten er samen uitkomen en dat is moeilijk. Als de heer Zijlstra deze afweging bevuilt met wensenlijstjes, dan maakt hij het tot een spelletje. De heer Zijlstra verwijt mij dat ik geen besluit wil nemen over kernenergie. Dat wil ik best, maar wel op het moment dat dat besluit ook daadwerkelijk voorligt. Zo vraag ik de heer Zijlstra nu te beslissen over CO2-opslag. Stemt hij nu in met dit vraagstuk, met dit dilemma, of is hij van plan er een bizar politiek spel van te maken?

De heer Zijlstra (VVD): De heer Samsom moet de zaken niet verdraaien. In mijn inleiding heb ik mijn scepsis ten opzichte van CCS uitgesproken. Ik kijk dan naar de breedte van de discussie, zoals andere partijen dat ook hebben gedaan. Ik maak een afweging en een rating en daarin staat CCS helemaal onderaan. Deskundigen zeggen echter dat je in een discussie rond energieschaarste en klimaatproblematiek, niets mag uitsluiten. Dat doe ik dus ook niet. Ik heb aangegeven dat ik een paar vragen heb rond monitoring en de tender. Ik wil weten hoe het zit met de voortgang van CCS en de inpassing van het project. De VVD heeft op basis van de voorliggende informatie de conclusie getrokken, dat het project in Barendrecht veilig is.

De heer Van der Ham (D66): In de afgelopen maanden hebben we de Kernenergiewet behandeld. Toen lagen amendementen voor om kernenergie volstrekt uit te sluiten, die niet zijn aangenomen. De PvdA, de SP en D66 hebben aangegeven dat kernenergie bij hen onderaan de prioriteitenlijst staat. Deze drie partijen hebben echter ook aangegeven geen opties bij voorbaat uit te sluiten. Alleen de ChristenUnie en GroenLinks hebben nee gezegd. Er zijn dus geen opties uitgesloten en de discussie zal volgend jaar verder worden gevoerd.

De heer Zijlstra (VVD): De VVD zegt op dit moment nog geen ja tegen CCS, maar we sluiten het niet per definitie uit. D66 voert diezelfde redenering aan voor kernenergie.

De heer Van der Ham (D66): We moeten het politieke spel wel goed spelen. De heer Zijlstra bespeurt kennelijk een dogma op kernenergie bij de meerderheid van de fracties. In dat geval zou hij een punt hebben. Ik constateer echter dat dit dogma niet bestaat.

De heer Vendrik (GroenLinks): De fractie van GroenLinks strijdt sinds jaar en dag tegen de komst van nieuwe kolencentrales in Nederland. Dat is een fout van de vorige D66-minister van Economische Zaken, die in 2005 ruim baan maakte voor kolencentrales. Wij vinden dat bizar. Langzamerhand zijn we allemaal overtuigd van de noodzaak van een snelle omwenteling in onze energievoorziening. Wie dan nog vier nieuwe kolencentrales neerzet heeft iets uit te leggen. Daar komt bij dat uit recente rapporten blijkt dat er een overproductie van elektriciteit is, die de komende tien jaar op kan lopen tot 70%. Het debat daarover gaan we zo snel mogelijk voeren. Niet komend voorjaar, maar over twee weken bij de behandeling van het wetsvoorstel Voorrang voor duurzaam. Die overcapaciteit komt waarschijnlijk door een gebrek aan exportcapaciteit, waardoor de markt verzadigd raakt met een te groot aanbod vieze elektriciteit. Dalende prijzen zorgen ervoor dat duurzame energie straks helemaal niet meer rendabel is. Mijn fractie vindt dat een horrorscenario.

Met de grootst mogelijke tegenzin steunt de fractie van GroenLinks de verdere ontwikkeling van CCS. Ik vrees dat Nederland, Europa en de rest van de wereld te laat ingrijpen met een fundamentele herziening van de energiehuishouding. Fundamenteel betekent meteen overstappen op duurzaam, in het hoogst mogelijke tempo en met inzet van alle middelen van overheid en markt. Het onmiddellijk stoppen met kolencentrales is daarin de eerste stap. Ik vrees dat de wereld dat niet gaat doen en ik vrees ook dat Nederland dat niet gaat doen. Dan komen we te laat. In Kopenhagen liggen de rapporten al op tafel die aangeven dat de klimaatverandering sneller, harder en dieper gaat. We moeten eerder ingrijpen, willen we de magische grens van 2°C temperatuurstijging wereldwijd behouden. Ik zie een scenario voor me, waarin we CCS heel hard nodig hebben, omdat we te laat overstappen op duurzame energie. Met de grootst mogelijke tegenzin stemmen we in, want wij vinden dat we op weg naar een duurzame energievoorziening alle kansen moeten grijpen voor besparing. Het kost echter energie om CO2 in de grond te stoppen en straks dreigt het risico dat we voor CCS moeten betalen. Ik hoor bedragen van € 50 tot € 80 per ton. Ik zie een ETS-markt die in theorie prachtig moet functioneren, maar die prijs gaan we niet krijgen. Kijk maar naar de lijst met sectoren die in de nieuwe emissieperiode 2013–2020 gratis emissierechten krijgen. We zijn fout bezig. Voor mij houdt het op als wij uit de publieke kas CCS voor de kolenindustrie moeten betalen. CSS wordt relevant als we kijken naar de recente verklaring van de Club van Rome. Ik denk dat de klimaatverandering van dien aard is dat we na de volledige omwenteling naar een duurzame energievoorziening, toe moeten naar een periode van negatieve emissie. We zorgen er dan actief voor dat de concentratie CO2 in de atmosfeer daalt. Dan hebben we CCS dus nodig, naast allerlei andere projecten.

Er moet ruimte zijn voor demonstratieprojecten. Zolang het kabinet geen 100% zekerheid kan geven over de veiligheid moet je niet onder een woonwijk beginnen. We moeten ook niet doen alsof we nu al de uitkomsten van de projecten weten. Ik heb de minister al verschillende malen opgeroepen om andere locaties te zoeken, waar eventuele problemen met onveiligheid minder schadelijke effecten hebben. Ik steun de andere projecten die in de brief worden genoemd, maar het lijkt ons onverstandig om het project Barendrecht door te zetten.

Mevrouw Spies (CDA): Wat is de waarde van een MER voor de heer Vendrik? In dit land hebben we de goede gewoonte dat we op basis van dit soort rapporten tot besluitvorming komen. Wij zijn geen technologen, dus we moeten ons op dit soort onderzoeken baseren. De heer Vendrik wekt de indruk dat er, in tegenstelling tot de MER, toch nog twijfels over de veiligheid zijn. Om welke andere informatie gaat de GroenLinks-fractie verder vragen om zo die duidelijkheid wel te krijgen?

De heer Vendrik (GroenLinks): Vorig jaar heb ik het kabinet al veel vragen gesteld, onder verwijzing naar Amerikaanse rapporten. Als we daadwerkelijk zouden weten dat CCS veilig is, dan kunnen we het nu verplicht stellen voor de gehele industrie. We weten het echter niet zeker en daarom hebben we die demonstratieprojecten nodig. Mocht het noodzakelijk zijn in de toekomst ook de andere gasvelden te gaan gebruiken, dan kunnen we in ieder geval tegen de Nederlandse bevolking zeggen dat we het getest hebben en dat het veilig is. Zover zijn we echter nog lang niet, we zijn nu bij de demonstratiefase. In deze fase vind ik het onverstandig om een locatie te kiezen waar mensen boven wonen. Ik begrijp dat mensen zich zorgen maken.

De gasopslag in de Bergermeer is een ander verhaal. Ik wil het kabinet echter vragen om ook hier een gezaghebbend besluit te nemen. Dat betekent dat er eerst een goed en compleet onderzoek moet liggen. Ik begrijp niet waarom er niet gekozen wordt voor het meest milieuvriendelijke alternatief. Ik snap dat Alkmaar problemen heeft met de gasopslag in de Bergermeer, aangezien het gevolgen kan hebben voor de bedrijvigheid.

Ik snap niet waarom TenneT in Duitsland een netwerk moet overnemen. Zo is de Duitsers de zin van de splitsingswet niet duidelijk te maken. Ik vraag het kabinet om uitleg.

Minister Van der Hoeven: Voorzitter. De rijkscoördinatieregeling is van toepassing op de Bergermeer. Dat betekent dat ik samen met de minister van VROM het rijksinpassingsplan opstel en besluiten coördineer. Het project moet zorgvuldig en transparant geleid worden. Ik vind het belangrijk dat de belangen van omwonenden worden meegenomen in deze procedure. Ik heb deze locatie ook zelf bezocht en ik heb mensen daar gesproken. We hebben 16 oktober het voorontwerp rijksinpassingsplan naar de bestuursorganen en naar de raden van de verschillende instanties gestuurd. Tot 7 december kunnen zij hierop reageren. Na die tijd zal ik verder met hen in gesprek gaan. We willen het ontwerprijksinpassingsplan van 4 maart tot 14 april 2010 voor de burgers ter inzage leggen. Van 17 juli tot 29 juli 2010 volgt de inzage van het definitieve rijksinpassingsplan. Vervolgens wordt het plan vastgesteld en worden vergunningen verleend, tenzij in die periode beroep bij de Raad van State wordt aangetekend. Dat kan dan maximaal een half jaar duren.

De mijnbouwinstallaties zoals de Bergermeer vallen op dit moment niet onder het BEVI. De minister van VROM is voornemens het BEVI vanaf 2010 op alle mijnbouwinrichtingen van toepassing te laten zijn. Dat betekent dat een omvangrijke risicocontour van 30 hectare zou ontstaan op het industriegebied Boekelermeer in Alkmaar. Kwetsbare objecten kunnen zich daar dan niet vestigen. Dat heeft natuurlijk consequenties en de gemeente Alkmaar wil nu duidelijkheid over compensatie. We moeten kijken hoe we zo veel mogelijk bedrijvigheid binnen de contour kunnen behouden. Dan resteert de planschade en dat valt onder de standaardprocedures uit de Wet ruimtelijke ordening. Degene die planschade denkt te lijden, kan een claim indienen.

Ik kon de SP niet volgen over TenneT. De Kamer heeft beslist dat de netten in publieke handen moeten blijven. In dat licht is dit een logische aankoop. De kosten waren 885 mln., verder wordt het kassaldo van 200 mln. overgenomen. Die prijs is lager dan de Regulatory Asset Base. Onze adviseurs hebben zich hierover gebogen en de onafhankelijke adviseur van de Staat heeft positief geadviseerd over de waardering van het net. Investeringen in het buitenlandse net staan los van de investeringen in het Nederlandse net. Het betreft hier TenneT TSO, het eigendom en de belangen zijn juridisch en financieel gescheiden van de overige activiteiten van de TenneT Holding. De investeringen in Nederland vallen onder het Nederlandse reguleringskader, die in Duitsland onder het Duitse reguleringkader. TenneT heeft een A-rating en zowel TenneT als de externe adviseurs verwachten dat dit ook zo blijft.

Er is geen relatie tussen de overname en de tarieven in Nederland. De gereguleerde activiteiten van TenneT in Nederland zijn gescheiden van de activiteiten in Duitsland. TenneT heeft een tariefvoorstel opgesteld, maar de NMA moet daar eerst een besluit over nemen.

De netwerken in Nederland zijn in publieke handen en kunnen niet gekocht worden door buitenlandse ondernemingen. De mogelijkheid dat TenneT wordt overgenomen en dat daardoor een Nederlands netwerk op de buitenlandse markt komt is hierdoor uitgesloten.

Ik begrijp niet waar de heer Bashir zich op baseert als hij het heeft over lijken in de kast. TenneT heeft boekenonderzoek gedaan en dat hebben wij in zijn geheel kunnen inzien. We werden daarin fiscaal, financieel, juridisch, technisch en wat regulering betreft door experts bijgestaan. Op basis daarvan konden we concluderen dat dit een solide investering is, waar de risico’s acceptabel zijn.

Mevrouw Spies (CDA): De minister is formeel bevoegd gezag in het kader van de procedure rondom de Bergermeer. Zij verleent de vergunningen en stelt het rijksinpassingsplan vast. Is zij van plan om de Kamer hierbij te betrekken?

Minister Van der Hoeven: Volgens de procedure hoeven we de Kamer niet te betrekken, maar ik zal de Kamer uiteraard informeren.

De heer Bashir (SP): Ik vroeg de minister om een garantie dat er geen lijken in de kast zitten. Ik vraag me af waarom we bij TenneT spreken over een strategische aankoop, terwijl we bij Essent en Nuon niet stelden dat deze bedrijven van strategisch belang waren. Waarom hebben wij die bedrijven niet overgenomen en zijn die aan het buitenland overgedragen?

Minister Van der Hoeven: Onze wetgeving stelt dat de netwerkbedrijven in publieke handen moeten blijven en dat de productie- en leveringsbedrijven in private handen kunnen zijn. Het kabinet heeft er daarom geen ogenblik over nagedacht om een privaat bedrijf over te nemen.

De heer Vendrik (GroenLinks): Ik constateer dat we nog verder over de Bergermeer door zullen praten verderop in het traject.

Minister Van der Hoeven: Ik zal u daarover informeren, maar er is geen formele positie voor de Kamer in dit traject.

De heer Vendrik (GroenLinks): Het is lastig om goed naar de casus van de Bergermeer te kijken, want de nadruk ligt nu op het besluit van Barendrecht. Ik zou ook graag langer doorspreken over de aankoop van TenneT in Duitsland, want het gaat om een grote investering. Zit daar een tijdsklem op?

Minister Van der Hoeven: Hiervoor geldt hetzelfde als voor de Bergermeer. De Kamer wordt geïnformeerd, maar de Kamer heeft hier geen formele positie in.

We willen allemaal naar duurzame energievoorziening. In de tussentijd hebben we echter een aantal transitietechnologieën nodig. Een ieder heeft zo zijn voorkeuren, maar als we stellen dat we geen windenergie, zonne-energie en kernenergie willen, dan sta ik met mijn handen in de lucht. Dan gaat letterlijk het licht uit en dat willen we ook niet. We moeten kijken hoe we met zijn allen duurzame energievoorziening overeind houden. Tegelijkertijd moeten we in de tussenperiode, gebruik maken van de transitietechnologieën zodat we geen achterstand oplopen. CCS en kernenergie zijn transitietechnologieën. De optie van kernenergie wordt opengehouden, daarom is de Kernenergie wet in de huidige vorm aangenomen. In het kader van het Energierapport zijn we bezig met het uitwerken van een aantal scenario’s. Kernenergie maakt deel uit van die scenario’s. We hebben de deur niet dicht gedaan voor kernenergie. Het kabinet heeft alleen aangegeven dat er nog geen besluit genomen zal worden over een nieuw te bouwen kerncentrale.

De heer Zijlstra (VVD): Ik ben zeer ingenomen met de woorden van deze minister. De minister van VROM zegt echter in het regeerakkoord over kernenergie: «nu niet en nooit niet». Misschien moeten we een debat bijeenroepen om te zien hoe het zit. Als het kabinet aangeeft dat de blokkade in het regeerakkoord niet meer van waarde is, dan kunnen we verder praten.

Minister Van der Hoeven: We gaan hier geen handjeklap doen. Minister Cramer en ik hebben onze privéopvattingen over wat een volgend kabinet moet doen. In dit kabinet gaan we echter geen nieuwe kerncentrale bouwen. In de verdere ontwikkeling van de scenario’s zullen we kernenergie meenemen.

We zijn het met elkaar eens dat er een wettelijke verplichting moet komen om CO2 op te slaan. Die wettelijke verplichting betekent ook dat wij ervoor moeten zorgen dat er voldoende opslagcapaciteit is. De Kamer kan niet zeggen dat ze wel de wettelijke verplichting wil, maar dat ze Barendrecht niet wil. Barendrecht is een noodzakelijke stap in de opschaling naar grotere projecten. We kunnen niet van een heel klein project ineens overstappen naar een groot industrieel project. We moeten de noodzakelijke tussenstappen nemen. Ik kan de industrie geen verplichtingen opleggen met betrekking tot de CO2-opslag, zonder dat ze de mogelijkheden hebben hieraan te voldoen.

We moeten naar een volwassen CO2-opslag toe. Dat ben ik zeer met de Kamer eens. In de route daar naartoe speelt Barendrecht een rol. Op dit moment gebeurt er al veel op het punt van CCS, ook in andere landen. In Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, Canada, Verenigde Staten en Algerije lopen CCS-projecten of ze zijn in voorbereiding. Het gaat om zowel afvang- als opslagprojecten. De EU heeft het belang van CCS voor de CO2-emissie onderkend. Er is geregeld dat de vergunningsprocedures voor de opslag van CO2 zijn geharmoniseerd, dat staat in de richtlijn CCS. Hierin staat verder in dat centrales «capture ready» moeten zijn. In de ETS-richtlijn staat dat CCS wordt meegenomen in het ETS en er is budget voor de ondersteuning van de grootschalige projecten uit de nieuwkomerreserve ETS. Er staan wereldwijd projecten op de rol. Op acht plaatsen in de wereld wordt feitelijk CO2 opgeslagen. In de Verenigde Staten, Canada, Algerije, Noorwegen en ook op de Noordzee in Nederland, project K12-B. Dit zijn projecten van verschillende omvang. Bij project K12-B is tot nu toe 60 kiloton geïnjecteerd. In Noorwegen en Algerije gaat het om heel veel megatonnen.

We hebben opslagcapaciteit op land en op zee nodig om een deel van onze eigen CO2 op te kunnen slaan. Op zee is 800 megaton beschikbaar, op land ook. Als we echt verder willen met de doelstellingen omtrent de CO2-uitstoot na 2020, dan hebben we ook de opslag op land nodig.

Het project wordt in Barendrecht vormgegeven, omdat de pure CO2 die hiervoor nodig is ook in de buurt van Barendrecht wordt geproduceerd. Barendrecht ligt daarom meer voor de hand dan het noorden van het land. We moeten echter wel kijken of we de projecten in het noorden van het land en op zee kunnen versnellen.

We hebben kennis opgedaan via CATO en project K12-B. We moeten nu de stap van kleinschalige naar grootschalige projecten maken. Dat doen we in fasen, want elk industrieel project loopt van klein naar groot. Er moet enorm veel geld geïnvesteerd worden, dus dit betekent dat we zorgvuldig moeten opschalen. Je kunt niet van een mini-pilot ineens naar een groot industrieel project toe, want dan kun je niet zien wat de schaaleffecten zijn. We vragen het bedrijfsleven miljoenen te investeren, maar dan is het eerst noodzakelijk te weten of het op een dergelijk grote schaal te realiseren is. In het buitenland doorlopen ze dezelfde stappen.

Er is op dit moment sprake van twee proefprojecten op land. De opslag in twee lege gasvelden onder Barendrecht en de opslag in een ondergrondse zandsteenlaag bij Sittard/Geleen. Het Limburgse project is vooral van belang voor de ontwikkeling van aquifers en het project in Barendrecht is van belang voor de ontwikkeling van gasvelden.

Ik ben het met de Kamer eens dat de aanvliegroute van het project in Barendrecht zorgvuldiger had gekund. Dat is geen reden om het project af te blazen, maar het moet in het vervolgtraject wel beter. Het overleg met Barendrecht stopt niet na vandaag, de dialoog moet verder. Volgende week gaan minister Cramer en ik naar Barendrecht. We zullen dan aangeven hoe we tot dit besluit gekomen zijn.

Het project in Barendrecht staat niet op zich, het is onderdeel van de langetermijnstrategie om CCS in Nederland tot ontwikkeling te brengen. We hebben al eerder laten bekijken of Barendrecht de juiste keuze is. We wilden namelijk niet alleen de uitkomst van de tender de locatie laten bepalen. TNO heeft aangegeven dat er geen andere, realistische locatie op land is.

We houden rekening met de verschillende belangen en we maken daarom een knip: we beginnen met het kleine veld en we beslissen daarna of we verder gaan met het grote veld. We moeten het besluit echter op feiten baseren en niet op gevoelens. Ik ken en begrijp die gevoelens, maar uiteindelijk rekent de Kamer mij niet af op gevoelens, maar op wat ik gerealiseerd heb.

We hebben die knip ook gemaakt omdat het kleine veld naar verwachting een capaciteit heeft voor drie jaar opslag. Dat veld is dus eerder op druk, waardoor we beter en sneller kunnen monitoren hoe zo’n gasveld op druk zich ontwikkelt.

Na Barendrecht fase een zullen we een evaluatie houden. Na die evaluatie gaan we verder met fase twee. De heer Samsom vraagt om de toezegging om nu al af te zien van fase 2, maar dat gaat niet. Ik kan nu namelijk niet overzien of ik dat waar kan maken.

Geotechnisch gezien is er geen geschikter gasveld nu beschikbaar blijkt uit het onderzoek van TNO. Als we nog langer uitstellen, dan moet ik ook die grootschalige opslag in het noorden van Nederland langer uitstellen. Dat is niet de bedoeling.

Ik heb al aangegeven dat het geen optie is Barendrecht over te slaan en meteen te starten met de andere initiatieven. Ik wil niet vooruitlopen op de voortschrijdende techniek, en ik kan dus nu niet zeggen dat we Barendrecht fase 2 zullen overslaan. Ik zeg de Kamer toe dat bij de evaluatie alle opties verder worden bekeken.

Barendrecht is geselecteerd op de beschikbaarheid van beide velden. In de tendervoorwaarden stond de eis van minimaal 2 megaton. Alleen het kleine veld van Barendrecht voldoet daar niet aan. We moeten na de evaluatie bezien hoe we daar mee omgaan.

In Utrecht is men op eigen initiatief bezig met een onderzoek en dat heeft niets te maken met het project van de gemeente Barendrecht. Alle beschikbare informatie heeft de Kamer inmiddels al gekregen. Als dat nieuwe onderzoek verder nog relevante informatie oplevert, dan neem ik dat mee.

De heer Van der Staaij haalt aan dat er geen normen opgesteld zijn wat betreft de veiligheid voor ondergrondse injectie. De compressor in Pernis, de leidingen en de injectielocatie zijn getoetst aan het BEVI. Het BEVI, gaat namelijk op termijn ook gelden voor mijnbouwinrichtingen en leidingen. Voor dit project zijn dus alle veiligheidsnormen die nog gaan gelden, toegepast. Het gaat dan om het toetsen van externe veiligheid, de norm voor plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Bij het veiligheidsoordeel is gebruikgemaakt van alle veiligheidsadviezen die tot nu toe zijn gegeven. De adviezen van de veiligheidsexperts worden als voorwaarde opgenomen in de benodigde vergunningen. Monitoring hoort daar ook bij. Alles moet veilig worden uitgevoerd.

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. Ik heb vier goede redenen gegeven om niet aan CCS te doen en helaas heb ik de minister daar niet over gehoord.

Minister Van der Hoeven: Ik deel uw argumentatie niet.

De heer Van der Ham (D66): Voorzitter. Gaat de minister verder onderhandelen met Barendrecht, onder meer om het gevoel weg te nemen dat ze altijd het doucheputje zijn? In hoeverre hebben we een juridisch probleem als we uiteindelijk zouden afwijken van de tender van 2 megaton? Kan de minister voor het VAO controleren of het rapport van de Universiteit Utrecht klaar is en dat aan de Kamer toezenden?

De heer Samsom (PvdA): Voorzitter. Ik vroeg de minister of we Barendrecht fase twee kunnen overslaan. Ik vroeg haar niet om een garantie, want ik weet dat zij die niet kan geven. Ik vraag haar om een inspanningsverplichting. Kan de minister toezeggen zich in te spannen om een alternatief te bieden voor Barendrecht fase twee?

De heer Van der Staaij (SGP): Voorzitter. Weegt het nationale belang zo zwaar dat we het project tegen de zin van de betrokken overheden zouden moeten doorzetten? Dat geeft een hoge bewijslast. Internationaal worden er veel projecten uitgevoerd. Is de daar opgedane kennis niet toereikend om op andere plaatsen al een stap vooruit te maken?

Mevrouw Spies (CDA): Voorzitter. De minister is nog niet ingegaan op het punt van de compensatie in juridische zin van belanghebbende omwonenden. Daarnaast wil ik van de minister horen welk besluit er precies bij de evaluatie van Barendrecht fase een genomen zal worden. Zou het zo kunnen zijn dat op basis van de evaluatie Barendrecht fase twee niet doorgaat?

De heer Bashir (SP): Voorzitter. Wat de overname van Transpower betreft, wil ik graag een VAO aanvragen. Wij zijn niet tegen CO2-opslag vanwege gevoelens. Er worden fossiele brandstoffen verbrand en hierbij komt CO2 vrij. Om deze CO2 vervolgens op te slaan hebben we weer 25% fossiele brandstoffen nodig. Ik wil de minister vragen of ze ook bereid is de discussie over CO2 in een breder perspectief plaatsen, namelijk de schaarste aan fossiele brandstoffen.

De heer Zijlstra (VVD): Voorzitter. Ik vraag van de minister de verzekering dat de Nederlandse gebruiker niet gaat betalen voor investeringen in Duitsland. Wat Barendrecht betreft ben ik benieuwd hoe de monitoring uitgevoerd zal worden. Dit veiligheidsaspect is voor ons van cruciaal belang.

Is het waar dat het grote veld in Barendrecht niet in de tender staat en al helemaal niet in de MER? Heeft de minister hiermee niet een juridisch probleem? De VVD-fractie vindt de CCS-verplichting een groot probleem. We weten niet of we akkoord kunnen gaan met deze proef en met CCS als er niet serieus naar kernenergie gekeken wordt.

De heer Vendrik (GroenLinks): Voorzitter. De minister lijkt te suggereren dat als het project in Barendrecht niet doorgaat, dat dan de CCS-verplichting niet doorgaat. De motie die daartoe strekt, is echter al aangenomen door de Kamer. De minister houdt vol dat Barendrecht de enige locatie is. Dat weiger ik te geloven. Ik vraag me af waarom de tender zo precies is ingericht. Er zijn nog acht velden op zee die worden uitgesloten voor de proef. De afstand tot de producent staat zo nadrukkelijk in de tender, dat het lijkt alsof deze op de locatie Barendrecht is toegesneden. Waarom zijn deze criteria zo gesteld? Het ministerie van Economische Zaken gaf de Universiteit Utrecht opdracht om te kijken naar het toetsingskader CO2-opslag. Als dit rapport nog niet beschikbaar is, dan kan het kabinet nog geen besluit nemen. Je kunt toch niet een onderzoek aanvragen en dan een beslissing nemen voordat de resultaten bekend zijn. Hoe zit dat?

Minister Van der Hoeven: Voorzitter. De heer Samsom vraagt mij om een inspanningsverplichting. Ik zal onderzoek doen naar CO2-opslag in het noorden van het land, dat hebben we ook nodig in het kader van CCS. De inspanningsverplichting is correct geformuleerd, dus ik zal mij daaraan houden.

Het besluit betreft beide fasen. We zullen starten met Barendrecht fase een en dan evalueren. De evaluatie van Barendrecht fase een zal in verregaande mate bepalen wat er met Barendrecht fase twee zal gebeuren. Ik kan nu niet overzien wat dan de uitkomsten zullen zijn, maar het doorgaan van fase twee is hier afhankelijk van. We zullen met Shell, de aanvrager van de tender, verder bespreken wat dit betekent.

Op het moment dat het rapport van de Universiteit Utrecht af is, zal de Kamer dat uiteraard ontvangen. Het rapport is nu nog niet af en wij hebben niet de opdracht gegeven tot dit onderzoek.

De heer Vendrik (GroenLinks): Ik heb hier een papiertje waarop staat dat de Universiteit Utrecht een onderzoek doet naar het toetsingskader CO2-opslag. Er staat hier ook dat het ministerie van Economische Zaken opdrachtgever is.

Minister Van der Hoeven: Op het moment dat het rapport klaar is, zal ik het naar de Kamer zenden. Het gaat dan om de langetermijnaanpak rondom CCS. Daarbij horen ook de aanpak in het noorden van het land en de velden op zee.

De heer Vendrik (GroenLinks): In de opdrachtverlening staat: «Toepassing toetsingskader voor bestaande of nieuwe locaties». Waarom is dat rapport niet beschikbaar?

Minister Van der Hoeven: Omdat ik het niet heb.

De heer Vendrik (GroenLinks): Hoe heeft het kabinet dan een beslissing kunnen nemen?

Minister Van der Hoeven: De Kamer heeft alle beschikbare informatie gekregen. Het onderzoek waar de heer Vendrik over spreekt heeft te maken met de lange termijn. Bij CCS op de lange termijn heb je te maken met een toetsingskader. Voordat dat aan de orde is hebben we nog de tijd om met elkaar te spreken.

Ik heb duidelijk aangegeven wat het nationale belang van de CO2-opslag in Barendrecht is. Het is namelijk noodzakelijk in de groei naar een volwassen CCS-positie in Nederland. We kunnen onze CO2 niet exporteren, we moeten zelf de nodige maatregelen nemen om de CO2 die in Nederland wordt geproduceerd op te slaan. Niet alleen nu maar ook in de toekomst en dan hebben we zulke proefprojecten nodig.

We zullen de betrokkenen een goed inzicht verschaffen in de mogelijke schades die ze kunnen oplopen en bij wie ze dan terecht kunnen. Hier bestaan standaardprocedures voor, maar we gaan kijken wat we nog extra kunnen doen. Ik zal met de gemeente Barendrecht bespreken hoe zij dit zien. Op drie verschillende momenten binnen het project kan schade ontstaan. In de aanlegfase gaat het om gebeurtenissen bij de aanleg van de pijpleidingen en het vervoer van de compressor. In dat kader verschilt het niet van andere infrastructurele projecten. De uitvoerders zijn hierop aan te spreken. Ook in de operationele fase zijn de uitvoerders aan te spreken. In de nazorgfase worden de opslaglocaties overgedragen aan het Rijk voor beheer. Hoe dat verder gaat, zal uitgewerkt worden in de CCS-richtlijn. Minister Hirsch Ballin en ik zullen een uitspraak doen over hoe we om zullen gaan met langetermijnaansprakelijkheid. Een bijzondere schade is de waardedaling van de huizen. Begin 2009 is hier onderzoek naar gedaan en toen kon er geen effect geconstateerd noch voorspeld worden. Mocht er toch sprake zijn van waardedalingen, dan valt dat onder de standaardprocedures binnen de Wet ruimtelijke ordening. Dat is planschade, en daarvoor is het bevoegd gezag aansprakelijk. In het geval van Barendrecht ben ik dat.

Het opslaan van CO2 kost energie. Met de keuze voor CCS accepteren we dit feit. Via technologische veranderingen en innovatie kunnen we er hopelijk voor zorgen dat dit steeds minder wordt.

Het is duidelijk dat we de monitoring bij Barendrecht goed moeten regelen. Dit zal meegenomen worden in de vergunningverlening en in het opslagplan. Dit zullen we vervolgens jaarlijks evalueren.

De velden op zee hebben we inderdaad en we hebben ook proefprojecten op zee. We hebben nu echter een proefproject op land nodig en daar was ook de subsidie van 30 mln. voor beschikbaar.

De heer Van der Ham (D66): Ik ontvang graag voor het VAO antwoord van de minister op de vraag naar de juridische consequenties van 2 megaton versus 0,8 megaton. Hetzelfde geldt voor het point of no return van de evaluatie. Is het zo dat als we ons juridisch verplicht hebben, we eigenlijk wel kunnen evalueren maar niet meer terug kunnen? Ik wil ook hier graag een antwoord op voor het VAO.

De voorzitter: De behandeling heeft vandaag niet in al zijn volledigheid plaats kunnen vinden. We moeten bekijken of er een extra procedurevergadering nodig is, waarin we nog vragen beantwoord willen hebben van de minister.

Minister Van der Hoeven: Als de andere commissieleden ook nog vragen hebben die ze graag voor het VAO beantwoord willen hebben, dan stel ik voor dat ze die schriftelijk indienen voor de procedurevergadering.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Samsom (PvdA), Timmer (PvdA), voorzitter, Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), ondervoorzitter, Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Vos (PvdA), De Rouwe (CDA) en Elias (VVD).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Jan Jacob van Dijk (CDA), Sap (GroenLinks), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Koşer Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Boelhouwer (PvdA), Kalma (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Atsma (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Bosma (PVV), Meeuwis (VVD), Van Dam (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA), Algra (CDA) en Weekers (VVD).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (ChristenUnie), Van der Burg (VVD), Tony van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA), Vos (PvdA), Bashir (SP), Sap (GroenLinks) en Linhard (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Remkes (VVD), Pieper (CDA), Aptroot (VVD), Jan de Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), Elias (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (ChristenUnie), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Heerts (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Roefs (PvdA), Van Gerven (SP), Vendrik (GroenLinks) en Smeets (PvdA).