Vastgesteld 9 september 2008
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 en de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat2 hebben op 2 juli 2008 overleg gevoerd met staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en staatssecretaris Huizinga-Heringa van Verkeer en Waterstaat over:
– de brief van de staatssecretaris van BZK d.d. 16 mei 2008 inzake inrichting verkiezingsproces (31 200 VII, nr. 64);
– de brief van de staatssecretaris van VW d.d. 27 maart 2008 en de lijst van vragen en antwoorden inzake goedkeuring internetstemvoorziening waterschapsverkiezingen (31 142, nrs. 9 en 10);
– de brief van de staatssecretaris van VW d.d. 30 juni 2008 inzake internetstemmen bij de waterschapsverkiezingen (31 142, nr. 11).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Hessels (CDA) herhaalt zijn eerder ingenomen standpunt dat het stemmen met het rode potlood de enig controleerbare vorm van kiezen is op dit moment. Dat neemt niet weg dat vooral in internationaal verband gezocht moet blijven worden naar een betrouwbare vorm van elektronisch stemmen. Het is in dit verband positief dat de staatssecretaris van BZK niet kiest voor de gekunstelde oplossingen die de commissie-Korthals Altes voorstelt.
Er zijn vraagtekens te zetten bij het geautomatiseerd tellen van handmatig uitgebrachte stemmen met barcodes. Hoe is immers te garanderen dat de barcode die een kiezer ontvangt, overeenkomt met de gekozene? Waar komt de software die de barcodes zou tellen overigens vandaan? Komt die voort uit reeds bekende systemen?
Blinden en slechtzienden konden tot voor kort zelfstandig stemmen op aangepaste stemcomputers. Met het invullen van een formulier is het voor deze groep wellicht moeilijker om zelfstandig te stemmen. Op welke manier kan in die mogelijkheid toch worden voorzien?
De waterschapsverkiezingen zorgen voor een dilemma. Deze verkiezingen vallen niet onder de Kieswet waardoor de verkiezingsregels niet een op een gelden. De waterschappen worden evenwel serieus genomen en de verkiezingen voor het bestuur ervan moeten daarom ook serieus genomen worden. Daar moet op dezelfde manier mee worden omgegaan als met andere gekozen organen. Om die reden moet elektronisch kiezen ook bij deze verkiezingen verboden worden. Het voornemen van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat om dat verbod af te kondigen, verdient dan ook alle steun.
De heer Kalma (PvdA) stemt in met het standpunt van het kabinet dat als er twijfel is over de veiligheid van stemapparatuur, deze niet gebruikt mag worden. De consequentie daarvan is dat met het rode potlood moet worden gestemd. Het afwijken van dit uitgangspunt bij de waterschapsverkiezingen, sterkt de gedachte van het onderbrengen van die verkiezingen onder de Kieswet.
De commissie-Korthals Altes stelt voor om bij verkiezingen gebruik te maken van stemprinters. Uit onderzoek is echter inmiddels gebleken dat de ontwikkeling van stemprinters zeer kostbaar is en dat de kans op misbruik niet is uit te sluiten. De afwijzende reactie van het kabinet ten aanzien van stemprinters verdient daarom steun. Hiermee lijkt de terugkeer naar stemmen met het rode potlood definitief, hetgeen niet negatief is. Techniek in het verkiezingsproces mag echter niet worden uitgesloten; zo is het een goed idee om een proef te doen met het elektronisch tellen van stembiljetten.
Volgens de staatssecretaris is het onduidelijk of instellingen en gemeenten bereid zijn om mee te werken aan het in persoon stemmen door gedetineerden in mobiele stembureaus. Waarom is dat in overleg niet duidelijk geworden? Is de staatssecretaris bereid om zich in hernieuwd overleg hiervoor sterk te maken?
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat concludeert terecht dat stemmen via internet bij de waterschapsverkiezingen vooralsnog niet kan worden toegestaan. Diverse adviesorganisaties hebben gebreken geconstateerd in het daarvoor te gebruiken systeem. Betekent dit dat het RIES-systeem ook niet gebruikt zal worden bij de telling?
De Tweede Kamer heeft in 2007 een motie aangenomen waarin strenge voorwaarden aan het gebruik van internetstemmen worden gesteld. Daarvoor is een goedkeuringsprocedure vereist die waarborgen bevat voor het geheime karakter van de stemming en voor betrouwbaarheid, transparantie en beschikbaarheid van de voorziening. Deze procedure moet ruim van tevoren aan de Kamer worden voorgelegd. De regeling die de staatssecretaris heeft voorgelegd, is echter beknopt. Reden temeer om van internetstemmen, zeker op de korte termijn, af te zien.
Een derde reden om stemmen via internet niet toe te staan, betreft de inhoudelijke en bestuurlijke tegenspraken waarmee een kabinet te maken krijgt als het verschillende standpunten inneemt. De staatssecretaris van BZK heeft stemmen via internet tot nader order geschrapt terwijl de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat dat onder bepaalde voorwaarden toch wil toestaan. Is de techniek die voor de ene verkiezing niet veilig genoeg is dan wel veilig genoeg voor de andere verkiezing?
De praktijk van twee verkiezingsregimes brengt steeds meer nadelen met zich mee. Het zou dan ook het beste zijn om de waterschapsverkiezingen onder de Kieswet te brengen, met alle waarborgen die die biedt. Een belangrijk argument daarvoor is ook dat de waterschapsverkiezingen steeds meer op normale verkiezingen lijken, inclusief de deelname van politieke partijen. Deelt het kabinet deze conclusie? Biedt de herziening van de Kieswet niet een uitgelezen kans om dit te doen? Hoe staat het met die herziening waaraan met voortvarendheid en enthousiasme gewerkt werd?
Mevrouw Gerkens (SP) vindt dat het kabinet terecht heeft besloten om bij verkiezingen te laten stemmen met het rode potlood. De veiligheid van het stemproces was bij het gebruik van de stemcomputers immers niet gewaarborgd. Ook bij het onderzochte alternatief, de stemprinter, is de conclusie dat het stemgeheim niet volledig gewaarborgd kan worden. Het is dan ook goed dat het kabinet heeft besloten om af te zien van dit alternatief.
Met de overstap naar de papieren stembiljetten is het de vraag hoe deze snel en nauwkeurig geteld kunnen worden. Het kabinet wil experimenten uitvoeren met het elektronisch tellen van stembiljetten. Is dat eigenlijk wel nodig? Deden zich vroeger grote problemen voor met het tellen van stemmen? Aan het tellen van stemmen zitten haken en ogen, bijvoorbeeld bij het scannen van de barcode. Bovendien stelt de Kiesraad dat er op het stembiljet niets mag staan wat niet leesbaar is voor de kiezer; een barcode is een goed voorbeeld daarvan. Verder moet een scanner zeer nauwkeurig werken om te voorkomen dat een andere barcode dan bedoeld wordt gescand. Wat is de visie van de staatssecretaris hierop? Het voorstel om een lid van het stembureau de stem te laten voorlezen en een ander lid het te laten invoeren, klinkt ook niet waterdicht en is fraudegevoelig. Hoe denkt de staatssecretaris in dit geval fraude en fouten te voorkomen?
Het antwoord van de staatssecretaris op vragen over het laten stemmen in persoon door gedetineerden is onduidelijk. Er zouden slechts beperkt mogelijkheden zijn om de inrichting van mobiele stembureaus in penitentiaire inrichtingen mogelijk te maken. Waaruit bestaan die mogelijkheden? Waarom willen inrichtingen, stembureauleden en gemeenten daar niet aan meewerken? Die medewerking is toch vanzelfsprekend als kabinet en Kamer daarover een besluit nemen? Is de staatssecretaris bereid om bij de eerstvolgende verkiezingen pilots te houden zodat daarna kan worden bezien hoe daaraan in het vervolg vorm kan worden gegeven?
Verschillende organisaties hebben aandacht gevraagd voor de toegang tot het verkiezingsproces van mensen met een beperking. De staatssecretaris geeft aan dat zij dat ook belangrijk vindt, maar het overleg daarover verloopt desalniettemin stroef. Wat doet de staatssecretaris met de aanbevelingen van de organisaties? Op welke manier wil zij de toegankelijkheid concreet verbeteren?
Het is jammer dat de broncode van het systeem voor stemmen via internet pas laat openbaar is gemaakt. Volgens experts is het analyseren van de broncode op een dergelijk korte termijn onmogelijk. Hoe laat de staatssecretaris de broncode analyseren?
Volgens krantenberichten besluit de staatssecretaris pas in september dat internetstemmen voor de waterschapsverkiezingen geen optie is. Waarom wacht zij met een dergelijk besluit, dat op zich toe te juichen is, tot september?
De goedkeuringsregeling heeft weinig om het lijf; deze is gebaseerd op vage begrippen in het Waterschapsbesluit. Het toetsen van de stemvoorziening en een aanbeveling van de Raad van Europa zou weinig opleveren omdat het een verouderd en achterhaald document betreft. De discussie hierover zou door Nederland juist moeten worden aangewakkerd in Europees verband. Wat is de mening van de staatssecretaris in dezen?
Naast procedurele bezwaren zijn er praktische bezwaren tegen internetstemmen. Zo neemt het risico op grootschalige fraude toe. Bij het stemmen via de post is het onmogelijk om de stem van een grote groep kiezers te achterhalen. Dat is via internetstemmen echter wel mogelijk. Waarom heeft de staatssecretaris dat risico niet betrokken bij de besluitvorming?
De OVSE heeft kritische opmerkingen gemaakt over RIES. Dit systeem zou geen generaal systeem voor heel Nederland zijn, terwijl de staatssecretaris dat wel voorstelt. Is zij bekend met de opmerkingen van de OVSE? Waarom gaat zij daar zo gemakkelijk aan voorbij?
Het voorstel van het kabinet is op zijn minst onzorgvuldig. Wat is het bezwaar tegen waterschapsverkiezingen zonder de mogelijkheid van internetstemmen? Is het niet beter om die mogelijkheid te bieden bij de volgende verkiezingen zodat in de tussentijd duidelijke eisen voor een systeem kunnen worden opgesteld?
Mevrouw Azough (GroenLinks) constateert dat de ontwikkeling rond techniek bij het stemproces terug bij af is. Ook het idee van introductie van de stemprinter is inmiddels van de baan, hetgeen goed is gelet op de risico’s. In dit verband is de vraag waarom het kabinet nog pilots wil doen met het elektronisch tellen van stemmen. Ten eerste zijn kanttekeningen gezet bij de onleesbaarheid van de barcode op de stembiljetten. Ten tweede is de vraag of het invoeren van stemmen door twee leden van het stembureau minder tijdrovend is dan het handmatig tellen van stemmen. Is het noodzakelijk om tijd, energie en geld te steken in het doen van pilots die van tevoren al niet veel lijken te gaan opleveren?
De brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over het voornemen om internetstemmen bij de waterschapsverkiezingen niet toe te staan, is positief. Waarom is er op dit punt nog geen definitief besluit genomen? Het stemmen via internet brengt immers overduidelijk grote risico’s met zich mee. Bovendien is de aanname achter internetstemmen, namelijk dat daarmee de opkomst wordt verhoogd, niet aangetoond. Overigens is het wel van belang om die opkomst te stimuleren. Welke alternatieve aanpak heeft de staatssecretaris daarbij in gedachten?
Het is goed dat het rode potlood terug is van weggeweest. Stemmen met het potlood is onlosmakelijk verbonden aan het verkiezingssysteem in Nederland. Met alle risico’s rond internetstemmen, stemcomputers en stemprinters is dit het beste alternatief.
Mevrouw Griffith (VVD) verwijst naar de constatering van de expertgroep-Jacobs dat het onmogelijk is om te garanderen dat stemmingsapparatuur onder de stralingsnorm van 5 meter blijven juist omdat niet alle omgevingsfactoren beheersbaar zijn. Dit betekent dat er geen stemprinter kan worden gebruikt en er ouderwets gestemd moet worden met potlood en papier. Hoewel dat jammer is, is de beslissing hiertoe in het licht van de stemvrijheid en het stemgeheim terecht. Mag er overigens ook met een andere kleur potlood worden gestemd?
Uit de brief van de staatssecretaris blijkt dat ook de introductie van de stemmenteller van de baan is. Handmatig tellen is echter tijdrovend en foutgevoelig. Hoe wordt dat opgevangen? Het heeft om deze reden ook de voorkeur om experimenten voor het elektronisch tellen van stemmen door te zetten. Een veiligheids- en betrouwbaarheidspercentage van 100 is niet te bereiken. Wat is evenwel voor de staatssecretaris acceptabel? Is zij het ermee eens dat de ontwikkeling van technologieën rond het verkiezingsproces niet mag worden stilgelegd? Ziet de staatssecretaris daarin een rol weggelegd voor de private sector?
De overheid moet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk kiezers van hun stemrecht gebruik kunnen maken. Het is daarom goed dat stemmen kan plaatsvinden in een willekeurig stemlokaal. Het is evenwel jammer dat het niet mogelijk is voor kiezers om buiten de eigen gemeente te stemmen. Is de staatssecretaris bereid om die mogelijkheid te overwegen?
Mensen met beperkingen moeten zelfstandig een stem kunnen uitbrengen. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen de mogelijkheid van stemmen per telefoon voor deze groep? Heeft zij inmiddels overlegd met de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad Nederland en de Taskforce Handicap en Samenleving?
In relatie tot het uitbrengen van een stem vanuit het buitenland bestaan grote administratieve barrières. Hoe wil de staatssecretaris dat vereenvoudigen?
De brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat is wat onduidelijk. Heeft zij hiermee definitief besloten dat stemmen via internet voor de waterschapsverkiezingen niet wordt toegestaan of neemt zij dat besluit later? Het is in elk geval te waarderen dat de staatssecretaris tegenover de waterschappen duidelijk heeft gemaakt dat zij niet verder moeten investeren in deze mogelijkheid.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herinnert aan de uitkomst van een vorig algemeen overleg dat stemmen met het rode potlood op dit moment de beste garantie biedt voor het voldoen aan de verschillende voorwaarden die worden gesteld aan het stemproces. Ook is daarbij gesteld dat onderzoek zou worden gedaan naar de mogelijkheden van de stemprinter en de stemmenteller. De commissie-Korthals Altes stelde voor om een nieuwe manier van stemmen te introduceren, maar inmiddels is besloten om dat advies niet op te volgen. Het is onverstandig om een nieuw systeem in te voeren zolang de betrouwbaarheid en controleerbaarheid daarvan niet duidelijk zijn. Het kabinet heeft echter niet besloten om het gebruik van apparatuur en programmatuur voorgoed uit te sluiten van het stemproces. De ontwikkelingen worden gevolgd, ook in internationaal verband. In de Raad van Europa komen de aanbevelingen uit 2004 opnieuw aan de orde.
Op verzoek van de gemeenten wordt bezien welke mogelijkheden er zijn om ondersteuning te bieden bij het tellen van de papieren stembiljetten. Het doel is om de foutenmarge bij handmatig tellen te verkleinen en de snelheid van het tellen te verbeteren. Om deze reden worden proeven gehouden met elektronische ondersteuning van de leden van het stembureau. Op de stembureaus waar deze proeven worden gehouden, worden de stemmen tweemaal geteld: eenmaal handmatig en eenmaal met de elektronische ondersteuning. Zo kan een goede vergelijking worden gemaakt. Als de resultaten positief zijn, wordt er verder nagedacht over voorwaarden en eisen van elektronische ondersteuning. Het stembiljet wordt vooralsnog niet aangepast in de zin van de apparatuur en programmatuur voor toevoeging van een barcode. De opmerkingen van de Kiesraad daarover zijn ook niet gericht op de proef met het elektronisch stemmentellen. Die opmerkingen zullen worden betrokken bij het besluitvormingstraject over elektronische ondersteuning bij het tellen.
Voor een aantal kiezers met beperkingen zal het stemmen met het rode potlood lastiger zijn dan het stemmen met de stemmachine. Het blijft voor deze groep mogelijk om een volmacht af te geven. Verder wordt gedacht aan de mogelijkheid om blinden en slechtzienden in het stemlokaal per telefoon te laten stemmen. Deze mogelijkheid wordt meegenomen in de discussienotitie die in het najaar naar de Kamer wordt gestuurd. Ook wordt gedacht aan het beschikbaar stellen van stembiljetten met grote letters en in braille. Met het mogelijk worden van stemmen in een willekeurig stemlokaal is het voor rolstoelgebruikers gemakkelijker geworden om naar een stembureau te gaan dat voor hen goed toegankelijk is. De staatssecretaris zegt toe aan het verloop van het overleg met belangengroepen aandacht te besteden.
Het wetsvoorstel over de inrichting van het verkiezingsproces wordt binnen twee weken voor consultatie naar de Kiesraad, de NVVB en de VNG gestuurd. Volgens de planning wordt de Raad van State in het najaar gevraagd om advies.
De minister van Justitie is de eerst aangewezene om met de directeuren van de penitentiaire instellingen afspraken te maken over het stemmen in eigen persoon door gedetineerden. Op 18 juni 2008 heeft Justitie demogelijkheden voor de inrichting van een mobiel stembureau met de unitdirecteuren van de verschillende instellingen onder de aandacht gebracht. Sommige directeuren verwachten daar echter problemen mee. De staatssecretaris zegt toe op korte termijn de gemeenten, waarin de instellingen zijn gevestigd, te attenderen op de noodzaak van het zoeken van contact met de instellingen. In dat contact kunnen de praktische consequenties van een en ander worden besproken. De gemeenten worden verzocht om medewerking op dit punt. Overigens zijn de gemeenteraden volgens de Kieswet verantwoordelijk voor het kiezen van locaties voor de stembureaus. Kabinet en parlement kunnen daarover geen bepalingen opleggen.
Het is niet mogelijk om met een andere kleur potlood dan rood te stemmen. In de Kieswet is de kleur rood vastgelegd.
Het voornemen is om de registratieprocedure van kiezers in het buitenland te vereenvoudigen. Betekenisvolle stappen daarin kunnen echter pas gezet worden als er een betrouwbare registratie tot stand is gebracht op basis waarvan de kiesgerechtigheid kan worden vastgesteld. Daarvoor moet gebruik worden gemaakt van het register niet-ingezetenen en de nieuwe reisdocumentenadministratie. Het voorstel voor de administratie reisdocumenten is ingediend bij de Tweede Kamer maar wordt pas na het zomerreces behandeld. Het grote probleem betreft evenwel de beschikking over de juiste adresgegevens zodat de stembescheiden kunnen worden verzonden.
Het stemmen in een willekeurig stembureau kan alleen binnen gemeenten, niet landelijk. Het is welhaast onmogelijk om dat landelijk te organiseren zolang er wordt gestemd met potlood en papier. De gemeenteraadslijsten verschillen per gemeente en zouden dan overal beschikbaar moeten zijn. Bovendien zouden de uitgebrachte stemmen na afloop van de stemmingsdag naar de desbetreffende gemeenten moeten worden teruggebracht. Het zou gemakkelijker zijn om die mogelijkheid te bieden als met computers kon worden gewerkt. De commissie-Korthals Altes heeft evenwel aangegeven dat het ook dan ingewikkeld zou zijn vanwege de software die dan nodig is; daar kleven ook weer specifieke problemen aan. Het is voor kiezers wel mogelijk om een kiezerspas aan te vragen; daarmee kan in een andere gemeente gestemd worden, bij andere verkiezingen dan gemeenteraadsverkiezingen.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat merkt op dat de waterschappen in de afgelopen jaren een enorme schaalvergroting hebben doorgemaakt. Deze is gepaard gegaan met een sterk teruglopende opkomst bij verkiezingen. Om die opkomst te verhogen, is de Waterschapswet op een aantal punten veranderd; er is een lijstenstelsel ingevoerd en landelijk vinden de verkiezingen voor de waterschappen tegelijk plaats.
De mogelijkheid van het internetstemmen is ook bedoeld om de opkomst te verhogen, naast de praktische voordelen van snelheid en kostenbesparing. Internetstemmen kan echter alleen worden toegestaan als het daarvoor gebruikte systeem veilig en betrouwbaar is. In de ministeriële regeling is een goedkeuringsprocedure opgenomen waarin ook staat op welk moment internetstemmen al dan niet wordt toegestaan. De regeling bestaat onder meer uit een toetsing aan de eisen die in het Waterschapsbesluit staan aangevuld met een toetsing aan de 112 aanbevelingen van de Raad van Europa. Een onafhankelijke deskundige brengt advies uit over dat systeem. De regeling is op 15 mei 2008 van kracht geworden.
De waterschappen hebben voor 1 juli 2008 alle beschikbare informatie aangeleverd, waaronder een onderzoek van EiPSI. De conclusies in dat onderzoeksrapport zijn zorgelijk. De onafhankelijke deskundige is nog niet klaar met zijn rapport, maar in reactie op het EiPSI-rapport is besloten om daarop vooruitlopend aan te geven dat internetstemmen niet zal kunnen worden toegestaan. De waterschappen hebben daarmee in een vroeg stadium duidelijkheid gekregen. Een definitief besluit kan alleen worden genomen op basis van het advies van de onafhankelijke deskundige, want anders is het juridisch niet houdbaar.
Het RIES wordt ook gebruikt bij het tellen van de stemmen. De waterschappen maken sinds 2004 gebruik van dit systeem. Het bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder het telsysteem en het systeem voor het internetstemmen. Het feit dat het systeemonderdeel internetstemmen onvoldoende betrouwbaar is, zegt niets over het systeem voor het tellen van de stemmen. De staatssecretaris zegt toe, de waterschappen te vragen om een onderzoek uit te voeren naar het systeemonderdeel stemmentellen in relatie tot de bezwaren tegen het systeemonderdeel internetstemmen.
In de ministeriële regeling zitten voldoende toetsingsmogelijkheden en waarborgen. In elk geval kon op grond daarvan worden bepaald dat het bij het internetstemmen te gebruiken systeem niet veilig genoeg is. Mogelijk worden de technische eisen die de staatssecretaris van BZK wil stellen aan internetstemmen te zijner tijd opgenomen in de ministeriële regeling.
De waterschappen organiseren zelf hun verkiezingen waarbij via de post gestemd wordt. Die manier van stemmen verschilt totaal van andere verkiezingen in Nederland. Die verschillende regimes zijn historisch bepaald en verschillen sinds jaar en dag. Het onderbrengen van de waterschapsverkiezingen onder het regime van de Kieswet is in dat verband een optie, die bij de evaluatie van de nieuwe Waterschapswet kan worden betrokken.
De landelijke campagne Nederland leeft met water is ook bedoeld als medium voor de waterschappen om de aandacht op zichzelf te vestigen. Hopelijk wordt daarmee de opkomst bij de waterschapsverkiezingen hoger. Deze campagne wordt gefaciliteerd door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Verder zijn er regionale campagnes van de waterschappen.
De heer Hessels (CDA) vindt het geen goed idee om op basis van onvoldragen systemen proeven te doen met het tellen van stemmen. Hij is voorstander van een pas op de plaats op dit punt.
Het is voor mensen met een beperking vooral belangrijk dat zij zelfstandig, zonder hulp, hun stem kunnen uitbrengen. De mogelijkheid van het afgeven van een volmacht is mooi, maar de voorkeur gaat uit naar stembiljetten met grote letters en in braille.
De keuze voor het systeem van stemmen tellen is aan de waterschappen. Desalniettemin moet de staatssecretaris al haar invloed aanwenden om ook dit laatste punt dat tot verwarring kan leiden bij de waterschapsverkiezingen weg te nemen. Laten ook de waterschappen de stemmen op de ouderwetse manier, handmatig, tellen.
De heer Kalma (PvdA) erkent dat het inrichten van stemlokalen in penitentiaire inrichtingen een zaak is van de gemeenten zelf. Het kan evenwel zeker geen kwaad als gemeenten op dat punt een signaal van het kabinet krijgen. Is de staatssecretaris bereid om zich in de richting van penitentiaire inrichtingen en gemeenten uit te spreken voor het mogelijk maken van het in persoon stemmen door gedetineerden? De namen van partijen die deelnemen aan de waterschapsverkiezingen schijnen minder goed beschermd te zijn dan zij zouden zijn onder de Kieswet. Kan de staatssecretaris dat bevestigen?
Mevrouw Gerkens (SP) is geen voorstander van het in het wilde weg testen van systemen van stemmen tellen. Is de staatssecretaris bereid om een algemene oproep te doen om systemen en technologieën te ontwikkelen en deze vervolgens te laten testen door deskundige partijen?
Mevrouw Azough (GroenLinks) is benieuwd naar de vorm waarin de experimenten met het elektronisch tellen van stemmen plaatsvinden. In elk geval moeten de criteria die de Kiesraad heeft geformuleerd daarbij worden betrokken. Proeven hebben anders weinig zin.
Mevrouw Griffith (VVD) vindt het belangrijk dat experimenten rond het stemmen in een willekeurig stembureau worden voortgezet. In dat verband verzoekt zij om extra aandacht voor de stempas; mensen moeten weten dat het mogelijk is om buiten de eigen gemeente te stemmen.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft aan dat onderzocht zal worden of mensen met een beperking mogelijk gebruik kunnen gaan maken van een telefoon in het stembureau om zelfstandig hun stem uit te brengen.
De experimenten rond het elektronisch tellen van stemmen worden vooral uitgevoerd vanwege de uitdrukkelijke vraag van gemeenten om ondersteuning op dit punt. Aan die experimenten zullen niet van tevoren criteria worden gesteld. Als de Kamer in meerderheid dat wel wil, begint de staatssecretaris er niet aan. Het gaat er juist om, te beproeven of deze vorm van ondersteuning van het stembureau zin zou hebben gehad. Mogelijk kan dan aan de bezwaren van de gemeenten tegen handmatig tellen tegemoet worden gekomen door de stembureaus eerder te sluiten, bijvoorbeeld om 20.00 uur in plaats van 21.00 uur. Er is dan meer tijd om de stemmen te tellen.
Het punt van het in persoon stemmen door gedetineerden wordt serieus genomen. Met de gemeenten wordt contact opgenomen om de mogelijkheden onder de aandacht te brengen.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat evalueert in het voorjaar de waterschapsverkiezingen. De wet inrichting verkiezingsproces is echter al in procedure en vanwege de belangrijke aspecten die daarin zitten, is het onverstandig om de behandeling van die wet uit te stellen. Bezien wordt of en in hoeverre de resultaten van de evaluatie daarin kunnen verwerkt, zo nodig achteraf of via een wijziging van de wet.
Een hogere opkomst bij de waterschapsverkiezingen is ook te bereiken door deze te combineren met andere verkiezingen. Daartegen is geen principieel bezwaar.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat informeert de Kamer schriftelijk over de bescherming van de namen van politieke partijen bij de waterschappen.
Bij de evaluatie van de waterschapswetgeving wordt bezien of regelingen verder geüniformeerd kunnen worden. Het verschil tussen de waterschapsverkiezingen en andere verkiezingen is historisch verklaarbaar. Het is evenwel tijd om te bezien of de waterschapsverkiezingen onder het regime van de Kieswet kunnen worden gebracht. De noodzaak en mogelijkheid daartoe wordt bezien bij de evaluatie van de waterschapsverkiezingen in het voorjaar.
De waterschappen worden verzocht om de eigenschappen van het RIES-systeem dat wordt gebruikt bij het tellen van de stemmen in kaart te brengen. Dit wordt vervolgens naar de Kamer gestuurd, hoewel het waarschijnlijk interessanter is om deze te bezien nadat er een zekere duiding aan is gegeven. Het is vervolgens aan de waterschappen om te besluiten om daar al dan niet mee om te gaan. Overigens is het bij twijfel over de werking van het systeem altijd mogelijk om de stemmen na te tellen omdat er via de post wordt gestemd.
– De Kamer ontvangt het standpunt van het kabinet over de evaluatie van de waterschapsverkiezingen, die voorjaar 2009 gehouden wordt. Hierin zal ook een standpunt worden ingenomen t.a.v. de mogelijke uniformering van de waterschapsverkiezingen met de overige verkiezingen voor vertegenwoordigende lichamen.
– De Kamer ontvangt per brief het definitieve besluit over de toelaatbaarheid van internetstemmen bij de aanstaande waterschapsverkiezingen en de resultaten van het onderzoek naar het RIES-systeem.
– In een notitie over de waarborgen van het verkiezingsproces zal aandacht worden geschonken aan de positie van gehandicapten in relatie tot het systeem van stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS); aan de mogelijkheden voor gedetineerden om aan de verkiezingen deel te nemen; aan de openingstijd van de stemlokalen in de avonduren.
Samenstelling:
Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).
Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA), Cramer (ChristenUnie) en Van Gent (GroenLinks).
Samenstelling:
Leden: Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (ChristenUnie), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ten Broeke (VVD), ondervoorzitter, Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA) en De Rouwe (CDA).
Plv. leden: Vendrik (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Jager (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), Aptroot (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Jacobi (PvdA), Besselink (PvdA), Anker (ChristenUnie), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Depla (PvdA), Agema (PVV), Verdonk (Verdonk), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA), Van Heugten (CDA), Hessels (CDA) en Neppérus (VVD).