Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2014
Hierbij ontvangt u de beantwoording van het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken, ingezonden op 23 april 2014.
De commissie heeft mij gevraagd om een stand van zakenbrief betreffende de uitvoering van het flankerend beleid Wet verbod pelsdierhouderij. Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 2 juli 2013 (Kamerstuk 30 826, nr. 32) werk ik momenteel aan een algemene maatregel van bestuur op grond van de Wet verbod pelsdierhouderij.
Op grond van die amvb kan aan nertsenhouders een tegemoetkoming in de kosten worden gegeven voor de sloop of ombouw van gebouwen waarin nertsen beroepsmatig worden gehouden. De amvb wordt in een ministeriële regeling nader uitgewerkt. Tevens wordt het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 gewijzigd. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt dat nertsenhouders van bestaande fiscale voorzieningen gebruik kunnen maken.
Ten aanzien van de tegemoetkoming voor sloop- en ombouwkosten is sprake van staatssteun. Dat betekent dat de amvb goedgekeurd moet worden door de Europese Commissie. Momenteel ben ik met de Europese Commissie hierover in gesprek. De aanpassing van Europese staatsteunregels maakt dat de amvb nogmaals moet worden bezien. Hierna volgt een prenotificatie en tenslotte een officiële notificatie.
Zoals aangegeven in mijn brief van 2 juli 2013 zal de amvb voorafgaande aan de notificatie gedurende een maand worden voorgehangen bij het parlement voordat de amvb naar de Raad van State gaat.
Ik verwacht dat dit rond de zomer kan gebeuren. De regeling zal daarnaast ter consultatie toegezonden worden aan lokale overheden en de branchevereniging van de pelsdierenhouders en wordt tevens bekendgemaakt via internetconsultatie.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma