Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2009
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 februari 2009 (2009Z02278/2009D08210) om, gelijktijdig met inschakeling van de parlementair advocaat door de Tweede Kamer, de Landsadvocaat te vragen om advies over dezelfde juridische vragen betreffende sanering van nertsenhouderij, kan ik u het volgende mededelen.
Voor het opstellen van initiatiefwetsvoorstellen kan wetgevingstechnische bijstand door het desbetreffende ministerie worden geleverd. Dat is in dit geval ook gebeurd.
Aan uw verzoek om advies van de Landsadvocaat zal ik echter geen gevolg geven, en wel om de volgende redenen.
De Landsadvocaat treedt in regel in rechte op voor de Staat, maar fungeert daarbij als elke andere advocaat. Zijn adviezen hebben in wezen dezelfde status als adviezen van andere advocaten aan hun cliënten. Het is essentieel dat de vertrouwensrelatie tussen de advocaat en de cliënt niet in gevaar komt. Door het honoreren van het verzoek van de vaste commissie zou de positie in rechte van de Staat kunnen worden gecompromitteerd.
Het in beeld brengen van de risico’s van een initiatiefwetsvoorstel behoort tot de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers. De Tweede Kamer heeft de mogelijkheid de parlementair advocaat in te schakelen om zich juridisch te laten bijstaan. Van deze mogelijkheid wordt nu door de Tweede Kamer gebruik gemaakt.