Ontvangen 3 juni 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel toegevoegd, luidende:
Artikel H 6, tweede lid, komt te luiden:
2. Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste vijftig kandidaten worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan meer dan vijftien zetels zijn toegekend, mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste tachtig zetels bedraagt. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen.
Artikel H6, lid 2 Kieswet stelt dat partijen in de Kamer met minder dan 16 zetels, maximaal 30 kandidaten op de lijst mogen plaatsen. De reden dat de wetgever deze beperking aan partijen opgaf lijkt uit de handelingen en wetgeschiedenis puur om praktische reden te zijn ontstaan. Ook de grens van 80 kandidaten is in verband met een maximale capaciteit voor colommen op de kieslijst, tot stand gekomen. In 1989 had de wetgever geen rekening gehouden met nieuwe politieke partijen, die vanaf de start of na één, of meer, zittingsperioden zouden kunnen uitgroeien tot een partij met mogelijk meer dan 30 zetels. Een belangrijke maatstaf voor de nieuwe Kieswet is het waarborgen van de uitoefening van het actief en het passief kiesrecht in de volle zin van de mogelijkheden, geweest. In dit kader is het onwenselijk dat een partij met bijvoorbeeld 9 zetels in de Kamer, die echter in de peilingen op meer dan 30 zetels staat, geen lijst met meer dan 30 kandidaten zou mogen indienen. Dit amendement regelt dat een nieuwe politieke partij, of een partij die in de kamer maximaal 15 zetels bezet, maximaal 50 kandidaten mag opnemen op de lijst. Een politieke partij die reeds 16 zetels of meer heeft in de Kamer, mag maximaal 80 kandidaten opnemen op de lijst.
Brinkman
Wilders