Kamerstuk 30429-19

Wijziging van de Kernenergiewet (wegnemen aantal knelpunten); Amendement van het lid Wiegman-Van Meppelen Scheppink

Dossier: Wijziging van de Kernenergiewet in verband met vereenvoudiging van het bevoegd gezag, invoering van een verplichting tot financiële zekerheidstelling en enkele andere wijzigingen


30 429
Wijziging van de Kernenergiewet in verband met vereenvoudiging van het bevoegd gezag, invoering van een verplichting tot financiële zekerheidstelling en enkele andere wijzigingen

nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK

Ontvangen 19 mei 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

F

Na artikel 15e wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15ee

Een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder b, voor het in werking brengen en in werking houden van een inrichting waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, wordt verleend voor een bij de vergunning te stellen termijn van ten hoogste veertig jaar vanaf het moment dat de inrichting voor het eerst in werking wordt gebracht.

II

In artikel I wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

X

Artikel 86 komt als volgt te luiden:

Artikel 86

Artikel 15ee is niet van toepassing met betrekking tot inrichtingen waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt waarvoor op het tijdstip waarop dat lid in werking treedt een vergunning krachtens artikel 15 geldt voor het in werking brengen of in werking houden.

Toelichting

Met dit amendement wordt een vergunning voor een kerncentrale verleend voor maximaal 40 jaar wat overeenkomt met de ontwerptechnische levensduur van kerncentrales. Een dergelijke bepaling geldt ook in andere landen van Europa (bijvoorbeeld Spanje en Duitsland) en garandeert dat er een moment van eventuele herziening van het energiebeleid wordt vastgelegd. Problemen zoals bij de oorspronkelijk geplande sluiting van Borssele in 2003 kunnen door invoering van een beperkte vergunningduur voorkomen worden.

Wiegman-van Meppelen-Scheppink