Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 oktober 2005
Op 13 september jl. vernietigde het Hof van Justitie het Kaderbesluit nr. 2003/80/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PbEG L 29). Daarmee is formeel beschouwd de grondslag aan het bij Uw Kamer aanhangige wetsvoorstel tot implementatie van dit kaderbesluit komen te vervallen.
Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof heeft de Europese Commissie aangekondigd te zullen bezien of de materiële inhoud van het vernietigde kaderbesluit niet alsnog op basis van het EG-Verdrag zou kunnen worden totstandgebracht. Naar aanleiding daarvan verzoek ik Uw Kamer de verdere behandeling van wetsvoorstel 30 037 op te schorten in afwachting van de door de Commissie te ondernemen stappen en besluitvorming daarover.
Over de meer algemene gevolgen van de uitspraak, waarnaar tijdens het algemeen overleg milieuhandhaving van 11 oktober jl. werd gevraagd door het lid van Uw Kamer De Kroon, is een fiche in voorbereiding dat de Kamer separaat zal worden toegezonden.