Ontvangen 27 juni 2007
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 44 gewijzigd als volgt:
Onder vernummering van het tweede tot en met achtste lid in derde tot en met negende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Een advocaat kan niet tevens werkzaam zijn als rechter-plaatsvervanger in de rechtbank waarbij hij als advocaat is ingeschreven onderscheidenlijk als raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof tot het rechtsgebied waarvan de rechtbank behoort waarbij hij is ingeschreven.
In het vijfde lid (nieuw) wordt «tweede lid» vervangen door: derde lid.
In het zesde lid (nieuw) wordt «derde lid» vervangen door: vierde lid.
In het negende lid (nieuw) wordt «derde, vijfde en zesde lid» vervangen door: vierde, zesde en zevende lid.
In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 44a gewijzigd als volgt:
In het tweede lid wordt «artikel 44, derde lid» vervangen door «artikel 44, vierde lid» en wordt «artikel 44, vijfde lid» vervangen door: artikel 44, zesde lid.
In het zesde lid wordt «artikel 44, vijfde lid» vervangen door: artikel 44, zesde lid.
Om ook de schijn van partijdigheid te vermijden is het ongewenst dat advocaten tevens werkzaam kunnen zijn als rechter-plaatsvervanger en/of als raadsheer-plaatsvervanger bij de «eigen» rechtbank en/of bij het «eigen» gerechtshof. Veel rechterlijke colleges werken al conform deze beleidslijn. Dit amendement beoogt dat beleid te formaliseren.
Wolfsen
Weekers