Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen omtrent het ter beschikking stellen van programmagegevens ten behoeve van gebruik door derden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Aan artikel 15b van de Auteurswet 1912 wordt, onder plaatsing van de aanduiding «1.» voor het enige lid, een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op gegevens van programma’s, uit te zenden door instellingen die zendtijd voor de landelijke omroep hebben verkregen, met dien verstande dat ten aanzien van deze werken het auteursrecht niet kan worden voorbehouden.
De Mediawet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 58 wordt vervangen door:
1. De instellingen die zendtijd voor landelijke omroep hebben verkregen stellen alle gegevens van de door hen uit te zenden programma’s voor zover deze nodig zijn voor de opgaven van de uit te zenden programma’s in de programmagidsen ter beschikking van de Stichting.
2. De Stichting stelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, ter verveelvoudiging en openbaarmaking tijdig en om niet ter beschikking van de omroepverenigingen die zendtijd hebben verkregen en van dag-, nieuws-, of weekbladen of tijdschriften, of andere media die dezelfde functie vervullen en die daarom verzoeken.
De artikelen 59 en 71w vervallen.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,