Vastgesteld 4 maart 2010
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft op 28 januari 2010 overleg gevoerd met minister Verburg voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over:
– de brief van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit d.d. 17 december 2009 met betrekking tot de vondst van de Oost-Aziatische boktor in boomkwekerijgebied Boskoop (27 858, nr. 78);
– de brief van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit d.d. 25 januari 2010 over de stand van zaken met betrekking tot de vondst van de Oost-Aziatische boktor in boomkwekerijgebied Boskoop (27 858, nr. 79);
– de brief van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit d.d. 27 januari 2010 met daarin het beleid rond de compensatie voor plantenziekten (27 858, nr. 80).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Atsma
De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Dortmans
Voorzitter: Schreijer-Pierik
Griffier: Dortmans
Aanwezig zijn vijf leden der Kamer, te weten: Schreijer-Pierik, Mastwijk, Waalkens, Polderman en Snijder-Hazelhoff
en minister Verburg, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.
De voorzitter: Ik open de vergadering en heet alle aanwezigen welkom.
De heer Mastwijk (CDA): Voorzitter. De Oost-Aziatische boktor is gesignaleerd in Nederland. Dat is wat anders dan: «er zijn weer otters in De Weerribben». De boktor kan enorme schade aanrichten aan openbaar groen, uw en mijn tuin, boomkwekerijgewassen en eigendommen van natuurbeheerders. Het is een grote bedreiging voor de boomkwekerijen, maar niet alleen voor hen.
In Italië in 1997, in de Verenigde Staten in 2001, in Frankrijk in 2003, in Duitsland in 2004, en nu is Nederland aan de beurt. De fyto-richtlijn is duidelijk. Deze boktor moet keihard worden bestreden. De wereld wordt kleiner. Dat is prachtig voor een handelsland als Nederland, maar het biedt organismen de kans om op reis te gaan. Het NOS Journaal van afgelopen dinsdag gaf een beeld van particuliere tuinen in Boskoop, die worden gesloopt. Verder hoorden we opmerkingen als «de naam van het internationaal sierteeltcentrum van Boskoop staat op het spel». Nu weten wij dat bomen meer zijn dan alleen Boskoop, maar een voice-over in het Journaal markeert wel het grote economisch belang.
Deze zaak is van een andere orde dan de Q-koorts, Daar ging het om levende have. De emoties lopen hoog op. Onderschat echter niet de impact voor Boskoop. Ruim 500 bedrijven kunnen een paar weken niet handelen en het kan desastreuze gevolgen hebben voor bedrijven, gezinnen en hun medewerkers. Hulde aan de boomkwekers in Boskoop, die hebben gezegd dat zij de particulieren zullen helpen om hun tuinen weer op orde te krijgen. Dat past bij de maatschappelijke ondernemer. Ik heb er zes jaar gewoond. Boskoop leeft van de boomkwekerijen. Boskoop is boomkwekerij.
Gisteravond was ik in de beurshal in Boskoop, waar 600 kwekers bij elkaar waren. Mensen van LNV, de PD en Naktuinbouw gaven toelichting op de maatregelen die moeten worden getroffen. Dat deden ze goed. Geen gedraai er omheen en to the point. Mijn complimenten daarvoor.
Compliment ook voor de minister. Ik denk dat ze erin geslaagd is om in Brussel het belang van de sierteelt in Nederland goed over het voetlicht te krijgen. Ze heeft Brussel ervan overtuigd dat onze aanpak afdoende is. De boomkwekers reageerden gisteren gedisciplineerd en gelaten. Ze weten dat ze afhankelijk zijn van de handel. Deze accepteert geen ziekten en plagen. De boomkwekers willen echter wel verder. Een schrale troost is dat ze straks kunnen zeggen dat Boskoop het best gecontroleerde deel van Europa is.
Hoe eerder een bedrijf vrij verklaard is, hoe eerder er weer gehandeld kan worden. Het gaat om daghandel. Wat kan de minister nog doen om de inspectieperiode, die nu wordt geschat op twee of drie weken, te bekorten?
De economische schade voor de boomkwekerijen kan enorm zijn, maar ook gemeenten en natuurbeheerders hebben grote belangen. Gaat het de minister met de VNG, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer in gesprek? Organismen in het openbare groen mogen de kwekerijen niet bedreigen. Er is een fyto-richtlijn, maar welke regels zijn er voor de bestrijding van van dit soort gevaarlijke organismen door decentrale overheden en particulieren? Moeten wij daar niet wat aan doen? Anders is het dweilen met de kraan open.
Mij is bekend dat onderzoek wordt gedaan naar effectieve bestrijding van de boktor, bijvoorbeeld door staminjectie met een middel dat Admire heet. Dit is een toegelaten middel. Hoe staat het met het onderzoek? Gaat de minister dat steunen? Als de boktor nog een keer opduikt, dan moeten we een rampenplan klaar hebben.
Waarom is er na begin januari, vooruitlopend op de uitkomsten van de onderhandelingen in Brussel, niet alvast begonnen met inspecties?
Hoe zit het met claims van boomkwekerijen die door overmacht niet kunnen leveren? De fyto-richtlijn komt uit Europa. Ik stel me voor dat daar ook Europese regels voor zijn.
De buitengrenzen van Europa zijn belangrijk. Dat zien we ook op andere beleidsterreinen. Dat geldt ook voor dit soort organismen. Elke boom, elke acer, uit wat voor deel van de wereld ook geïmporteerd, moet, als hij Europa binnenkomt, aan hetzelfde strenge regime worden onderworpen. Mij bereiken signalen dat in bijvoorbeeld Italië de PD nog wel eens nonchalant is. Dat kan niet de bedoeling zijn. Immers «gelijke monniken, gelijke kappen». Wat is de inzet van de minister in Europa op dit punt?
We komen nog te spreken over de brief over compensatie bij plantenziekten die wij gisteren ontvangen hebben van de minister. Het is nu van belang voor Boskoop en voor Sierteelt Nederland dat het probleem van de boktor wordt opgelost. Ik zou graag met de minister van gedachten wisselen over wat nu precies wel of niet ondernemersrisico is, maar eerst moet de boktor worden opgeruimd. Daar ligt de prioriteit.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Voorzitter. Ik ben benieuwd wat de CDA-fractie daarvan zal vinden. Vindt de heer Mastwijk dat er echt een schaderegeling dient te komen? Heeft de heer Mastwijk daar zelf ideeën over?
De heer Mastwijk (CDA): Het is een interessant onderwerp. Liever vandaag dan morgen dient de boktor bestreden en opgeruimd te worden. Mevrouw Snijder zal zich herinneren, dat, toen de kwestie van de PSTVd in kuipplanten speelde, ik sterk heb aangedrongen op een antwoord op de vraag wat wel of niet ondernemersrisico is. Daar zullen wij straks wellicht over praten. Ik hoop dat het allemaal meevalt. Ik vind het nu te vroeg. De prioriteit ligt bij het helpen van de boomkwekerijen in Boskoop. Graag zal ik te zijner tijd de discussie aangaan over wat wel of niet ondernemersrisico is.
De heer Waalkens (PvdA): Voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij de woorden van collega Mastwijk over het belang van de boomteelt in Nederland en specifiek in de regio, waar nu de boktor is gevonden. Ik haal graag de kop van de NRC van 25 januari 2010 aan: «Een incident en de gevolgen zijn enorm». Dat zien we op meerdere terreinen. Invasieve exoten bedreigen niet alleen de biodiversiteit, maar zijn ook een gevaar in de opengelegde wereld. We moeten de zaak op orde hebben, gezien het belang van Rotterdam als invoer- en uitvoerhaven. Alle complimenten voor de sector dat zij samen met de instanties de bestrijding en de aanpak tot een goed einde willen brengen. Hoe eerder we de zaak van het slot kunnen halen, hoe beter dat is.
Ik zou aan de minister willen vragen of de AID, de douane en de PD samen de importcontrole voldoende handen en voeten kunnen geven. Is er voldoende slagkracht bij de verschillende instanties om de import te controleren? Het is van belang dat wij markten openhouden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan fytosanitaire blokkades die andere landen gaan instellen. Daarom moeten wij de zaak op orde hebben. Ik sluit me aan bij collega Mastwijk, dat fytosanitair beleid communautair beleid is. Daarom zullen wij gezamenlijk in Europa de controle, toezicht en handhaving op orde moeten hebben. Stel dat wij het wel op orde hebben en er blijkt een gaatje te zitten in de controles, dan dient er in andere aanvoerhavens net zo streng te worden gecontroleerd. Anders worden wij op gekapitteld.
Het is van groot belang dat wij de invasieve exoten monitoren. Dit betreft de tijgermug, en nu de boktor. Het is van groot belang dat wij op dit soort problemen snel inspelen. Wij dienen de inspecties op orde te hebben en we moeten zo snel mogelijk van het probleem af.
Ik heb met aandacht de brief van gisteren gelezen over de compensatieregelingen. Ik kan mij goed vinden in de afspraken. Ik complimenteer verder de sector, omdat zij particulieren gaat helpen bij het leveren van struiken, bomen en andere planten, omdat het een gezamenlijk probleem in het gebied is. Mijn fractie steunt verder het plan van aanpak, want er zijn rigide ingrepen nodig. Zijn echter de organisaties van alle inspecties op orde? Hebben we de controle, monitoring en handhaving goed georganiseerd?
Buiten tariefstellingen van inspecties, de flexibiliteit van de inspectie organisaties dienen we samen deze boktorbestrijding zo snel mogelijk tot een goed einde te brengen.
De voorzitter: De minister heeft een voorbeeld van de boktor voor zich liggen met het hout erbij. Dus hij is letterlijk bij ons aanwezig.
Minister Verburg: In tegenstelling tot de Q-koorts bacterie, is deze vijand zichtbaar op het moment dat je hem vindt.
De heer Polderman (SP): Voorzitter. Wij zien daar een bedreigend beest. Gelukkig is hij dood. Er zijn inmiddels drie larven gevonden, wat betekent dat het nog in de hand te houden is. Dat is in ieder geval wat ik hoop.
Het is terecht dat er aandacht wordt gevraagd voor de boktor, want die larven zijn een begin, het begin van een plaag met grote gevolgen economische gevolgen voor de sector. Het geeft tevens aan hoe kwetsbaar de mondiale handel is. Er is een gat, ook volgens collega Waalkens, in de handel, vooral in Rotterdam. Wat wij allemaal binnenkrijgen, niet alleen via bomen, maar ook via bijvoorbeeld, maakt de handhaving erg lastig. Ik steun het beleid om daar vrij rigoureus in te zijn. Het is verstandig dat op aandringen van de minister in de internationale en de communautaire afspraken een straal van twee kilometer is opgenomen. Aanvankelijk werd aan 200 meter gedacht, maar tien keer zoveel is toch wel zo verstandig, vooral omdat dan in ieder geval de handel voldoet aan de gemaakte afspraken. Dit lijkt mij een verstandige aanpak. Ik sluit mij aan bij de eerdere sprekers, die hun zorg daarover hebben uitgesproken.
In vergelijking met de Q-koorts is de boktor toch iets bijzonders. De Q-koorts zit namelijk in het milieu, terwijl de boktor met importproducten is meegekomen. Dat heeft naar mijn idee ook gevolgen voor de vraag of het onder bedrijfsschade valt. Ik ben er nog niet uit hoe wij dit verschil moeten beoordelen en welke gevolgen het eventueel moet hebben. Ik ben benieuwd hoe de minister hierover denkt.
Ik sluit me aan bij de complimenten aan de sector. Het is inderdaad een sympathiek gebaar dat die de particulieren in de omgeving helpt met het herinrichten en beplanten van hun tuinen. We kunnen verder alleen maar hopen dat door deze drastische aanpak de zaak onder controle blijft. Ik vraag me af of dat die hoop gerechtvaardigd is, gezien wat er indertijd met de dreiging van de tijgermug is gedaan. Nu is de boktor in beeld. Wat komt er nog meer? Dit is inherent aan de manier waarop wij handel bedrijven.
Er komen vanuit verre landen allerlei ongewenste zaken ons land binnen. Dat is het verschil met de Q-koorts, die wordt veroorzaakt door een bacterie die van nature al in ons milieu zit. Wij halen nu door onze handel van alles binnen en dat is een belangrijk verschil, zeker voor een mogelijke schadevergoeding. Dat ligt ingewikkeld.
Vooralsnog steunen wij de aanpak, zoals die nu is uitgerold in Boskoop. Ik begrijp dat ook de sector die steunt en daarom mogen wij hopen dat het hierbij blijft. Maar of die hoop ergens op is gebaseerd, moet blijken: de toekomst zal het leren.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Voorzitter. Het zijn even goede als drastische maatregelen. Er is echter geen andere keus, want snelheid is geboden. De foto’s laten wel zien hoe fors de maatregelen zijn. De gevolgen voor de tuinen, maar ook voor de ondernemers zijn desastreus. Er is geen andere keus.
De vraag die bij de VVD-fractie leeft, is hoe het zit met onze handel. Het buitenland rekent Nederland namelijk snel af op fytosanitaire zaken, omdat wij zo’n belangrijk exportland zijn. Hoe zit het met die afspraken en de controles op alles wat wij binnenkrijgen? Zijn die volledig? Is iedereen in staat alles te vinden?
We hebben natuurlijk ook de dreiging van de tijgermug gehad. Bij ons leven hierover toch nog de nodige zorgen. Zo vragen wij ons af of wij een ander land kunnen aanspreken als wij hier iets vinden. Andersom kan dat blijkbaar wel, want wij worden bijvoorbeeld door Rusland herhaaldelijk aangesproken, zelfs als het alleen maar om een vermoeden gaat er nog niets gevonden is. Soms wordt er dan niet eens iets gevonden.
Wij hoorden uit het Westland geluiden dat de snuitkever zou zijn aangetroffen. Dat zegt mij nog niet zoveel, maar is dat ook een beest met zulke grote gevolgen? Mag die snuitkever er wel zitten en heeft hij niet zulke desastreuze gevolgen?
De minister schrijft in haar brief van gisteravond dat er extra controles zijn geweest, ook op andere locaties. De minister schrijft voorts dat er bij een importeur is geweest iets is gevonden. Is dat een extra importeur? Worden er ook herhalingscontroles uitgevoerd?
Het is erg ingrijpend om bufferzones in te stellen, waarbinnen niets mag worden verhandeld. Hoe ziet het traject eruit en hoelang zal de handel precies stil komen te liggen? Wanneer is Nederland in die straal weer «schoon» en wanneer mag er weer geëxporteerd worden?
Wie rekent ons daarop af? Hoe zijn de afspraken daarover?
Ook de VVD-fractie wil nu geen discussies over financiën, maar zo snel mogelijk zorgen dat de handel weer loskomt en bedrijven weer vooruit kunnen.
Minister Verburg: Voorzitter. Ik bedank de leden van de Tweede Kamer voor hun inbreng en de waardering die is uitgesproken voor de sector, die samen met de bestuurlijk verantwoordelijken de zaak snel en adequaat hebben opgepakt. Dank ook voor de waarderende woorden voor de diensten die daarbij helpen, te weten de Plantenziektenkundige Dienst, Naktuinbouw, de Algemene Inspectie Dienst en alle andere betrokkenen. Dank ook voor de waardering die zij hebben uitgesproken voor onze inzet in Brussel.
Het lijkt om een regionale zaak te gaan, maar voor de mensen om wie het gaat, ondernemers en particulieren, is het daarom niet minder ingrijpend. Het is ook de vraag wat de perspectieven zijn en hoe we uit de problemen kunnen komen. Het is al met al zeer terecht dat men de handen ineenslaat. Ik zou aan uw waarderende woorden mijn eigen complimenten aan de sector willen toevoegen. Mijn complimenten voor de ondernemers en aan al die andere mensen die ons hebben helpen zoeken naar een adequate en doortastende oplossing. Als wij deze regio niet vrij kunnen maken van de Oost-Aziatische boktor, dan is dat een grote bedreiging voor de gehele sector in dit gebied.
Terecht is er gezegd dat Boskoop wereldberoemd is vanwege boomkwekerijsector. Die naam willen Boskoop en de omliggende gemeenten niet verliezen. Ik wil ook niet dat Boskoop die naam verliest en daarom moeten wij de problemen adequaat aanpakken. En dat wordt op dit moment gedaan. Ik heb daarvoor grote waardering.
Dit gebeurt overigens samen met de LNV-diensten en LNV mensen, maar ook met de lokale en regionale bestuurders. Gisteren hebben we een goede bijeenkomst gehad, waar ook de heer Mastwijk bij aanwezig was. De inspecties zijn vandaag begonnen in de zone, Wij werken daarbij van binnen naar buiten. Er zijn twintig inspecteurs begonnen om de bedrijven te controleren. Het is mooi dat het op dit moment dooit. Als het namelijk nog zou vriezen of als er nog heel veel sneeuw zou liggen, dan was dat niet mogelijk geweest. Ik vermeld dit, omdat je de weersomstandigheden voor de inspecties ook mee moet hebben. Om de omgeving snel en efficiënt vrij te maken van de boktor heb je controles nodig en die kan de inspectie alleen uitvoeren als de weersomstandigheden zich daartoe lenen.
Vandaag zijn er twintig inspecteurs begonnen. Vanaf volgende week wordt dat opgeschaald naar 25 à 30 inspecteurs. Alle gekwalificeerde inspecteurs worden daarvoor vrij gemaakt. Iedere dag vindt er een evaluatie plaats om te kijken of het mogelijk is om de werkzaamheden nog efficiënter uit te voeren. Het is dus «hands on» en tegelijkertijd de vinger aan de pols houden of wij het goed doen.
De heer Mastwijk vraagt waarom er niet eerder is begonnen met inspecteren. De inspecties vinden continu plaats. Er is een wettelijke, op Europese richtlijnen gebaseerde, fasering voor en daaraan houden wij ons. De inspecties vinden formeel twee keer per jaar plaats. De timing daarvan is niet regelmatig om ervoor te zorgen dat niet iedereen de inspecties verwacht. De inspectie moet de situatie laten zien op die bepaalde dag en in die omstandigheden. De vondst is juist tijdens een van deze inspecties gedaan. Zodra die vondst was gedaan, zijn er maatregelen genomen, waaronder de vernietiging van het materiaal binnen een straal van 100 meter en intensieve inspectie en monitoring binnen een straal van 200 meter. Die straal van 200 meter is na overleg met de Europese Commissie uitgebreid. Vanaf het eerste moment zijn er maatregelen bepaald en vastgesteld. Deze maatregelen zijn ook in uitvoering genomen.
De heer Mastwijk vraagt tevens hoe het zit met «gelijke monniken, gelijke kappen». Is Italië net zo streng? Ja, ook in Italië en Litouwen, waar ook sprake is van de Oost-Aziatische boktor, moeten op last van de Europese Unie maatregelen worden genomen. Tegelijkertijd hebben de sector, de mensen bij wie de boktor is gevonden en de mensen die in de risico-omgeving wonen, er natuurlijk alle belang bij dat wij het effectief aanpakken. In een nieuwsrubriek hoorde ik mensen zeggen dat zij het gingen aanpakken, omdat ze zien dat het in Italië wat langer heeft geduurd en dat de narigheid en de problemen daardoor alleen maar groter worden. Ik wil de problemen klein houden en ervoor zorgen dat wij het zo snel mogelijk achter de rug hebben. Dat spreekt aan en mede daarom verloopt de samenwerking zo goed. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden!
De heer Mastwijk (CDA): Ik heb gevraagd of in alle Europese landen de regimes even streng zijn. Wij weten dat er parallelimport is. Als een kweker uit Boskoop acers haalt uit Italië, moet de kweker zeker weten dat die net zo streng worden gecontroleerd als in Nederland. Als dat niet het geval is, moet de minister daarop inzetten. Wij moeten er zeker van kunnen zijn dat elke acer of een van die andere 17 waardplanten die in Nederland worden geïmporteerd, vrij is van plantenziekenten. Dat kan echter alleen als men onderhevig is aan hetzelfde strenge regime als in Nederland. Overigens is dat regime natuurlijk terecht zo streng.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Als daar zachte heelmeesters zitten, dan krijgen wij hier stinkende wonden.
Minister Verburg: Daar moet de Europese Commissie streng op toezien en dat doet zij ook. Het antwoord is dus ja. Het gaat nu om Nederland, maar de Europese Commissie neemt namens Europa ook maatregelen als het gaat om handelspartners als China. Dat lijkt me ook verstandig, want: gelijke monniken, gelijke kappen. Daar hebben we het over in onze gesprekken met de Europese Commissie. Wanneer de vraag aan de orde is of de Commissie onze maatregelen adequaat vindt en of wij van de Commissie toestemming krijgen voor die maatregelen, dan komt ook de omgekeerde situatie aan de orde. Dus niet alleen: hoe zorgt de Europese Commissie ervoor dat de risico’s zo klein mogelijk blijven door op te treden tegen lidstaten? Maar ook: hoe treedt de Commissie namens de lidstaten op tegen Aziatische leveranciers?
De heer Mastwijk vraagt ook hoe het zit met de claims van mensen die door overmacht niet kunnen leveren. Dat is een private zaak tussen private rechtspersonen, namelijk de koper en de verkoper. In het privaatrecht kan een beroep worden gedaan op overmacht. Dat is afhankelijk van de concrete omstandigheden.
De heer Mastwijk vraagt tevens hoe het staat met het overleg met VNG, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten enzovoorts. Zijn de regels voldoende om de risico’s tot een absoluut minimum of tot nul te beperken? Op grond van de fyto-richtlijn moeten schadelijke organismen worden uitgeroeid, zowel in het openbare groen als op bedrijven. Alle partijen, zowel het bedrijfsleven als groenbeheerders, dragen daarvoor verantwoordelijkheid en zij moeten die verantwoordelijkheid ook nemen. Het is zaak dat overleg en bewustzijn «goed doorbloed» te houden. Hierover vinden reguliere gesprekken met terreinbeheerders plaats en daarbovenop is er een monitoringsprogramma.
De heer Mastwijk vraagt hoe het zit het onderzoek naar mogelijkheden om de larven te bestrijden door bomen te injecteren. Dat is geen onderzoek van de rijksoverheid, maar een onderzoek van de sector zelf, geïnitieerd door het bedrijfsleven. Ik moet hem bekennen dat ik de laatste stand van zaken niet ken. Ik ben bereid om aan het bedrijfsleven te vragen hoe het hiermee staat. Ik kan hem wel zeggen dat men in Wageningen onderzoek doet naar een effectieve bestrijdingsaanpak en controlemethodieken. Soms heb je namelijk te maken met een nieuw fenomeen. Dat moet je opsporen en het is het beste is om dat aan de landsgrens te doen. Het zou natuurlijk helemaal optimaal zijn als je dat aan de Europese grens doet. De heer Waalkens heeft namelijk gelijk dat bij de Europese grens veel binnenkomt, bijvoorbeeld via Rotterdam en andere havens. Daar wordt ook steeds aan gewerkt door nieuwe vormen van inspectie, opsporing, enzovoort.
De heer Waalkens vraagt of er voldoende slagkracht is bij de Plantenziektenkundige Dienst, de AID en de Douane. Voor importcontroles is die er. Daarover hebben we goede afspraken gemaakt. Een van de afspraken is dat we aselecte steekproeven nemen in de partijen. Die partijen mogen pas na de importinspectie door Naktuinbouw in het handelsverkeer worden gebracht. De monitoring van de ingevoerde partijen vindt plaats door de Plantenziektenkundige Dienst. De afspraken daarover zijn adequaat en de samenwerking verloopt dan ook goed.
Mevrouw Snijder vraagt of de partijen wel gevolgd worden, de inspectie voldoende is en alles voldoende in beeld is na de inspectie. Alle risicopartijen uit Azië worden geïnspecteerd. Onderdeel van die inspectie is het doorknippen van de boompjes om vast te stellen dat er geen larven in zitten. We nemen steekproeven om te bepalen of een partij niet besmet is. Het zal duidelijk zijn dat een besmette partij ons land niet binnenkomt. Zo dienen we dat ook te doen. De inspectie aan de poort is van cruciaal belang.
De ingevoerde partijen worden daarna gemonitord. Wij controleren daarbij of er alsnog zichtbare uitvlieggaten te zien zijn. Om u te laten zien hoe die uitvlieggaten eruit zien, heb ik dit stuk hout met larven meegenomen. U kunt nu zelf bedenken hoe die uitvlieggaten er ongeveer uitzien, nu u enig idee hebt hoe de boktor er uitziet.
We blijven bij die bedrijven de vinger aan de pols houden. Dat betekent preventie, zorgvuldig controleren aan de grens en vervolgens blijven inspecteren op de bedrijven om die bedrijven schoon te houden.
Internationaal, dus niet alleen binnen de Europese Unie, zijn er ook afspraken. Dus kunnen landen als China aangesproken worden. Er zijn internationaal vergelijkbare afspraken over de Europese fytorichtlijn. In overleg met de Europese Commissie is afgesproken dat de Commissie China zal aanspreken. De commissie moet bij China echt aandringen op strengere regels en op een betere handhaving bij de export, want waarom vinden wij ze hier anders nog? Is er ook geen aanleiding dan om de controle op de export uit China te versterken? Dat betekent dat het overleg namens de Europese Commissie, dus ook namens ons, Italië en andere Europese lidstaten, plaatsvindt.
De heer Polderman hield een soort overdenking: is het niet een van de consequenties van de internationale handel? Het antwoord is bevestigend. Natuurlijk is dat een van de consequenties van internationale handel. Het is daaraan inherent. Daarvan zullen de boomkwekers en de handelaren zich altijd bewust moeten zijn. Je weet dat mensen exotische planten uit verre landen mooi vinden, maar je loopt met de import van die planten ook een risico. Ondernemers moeten zich daarvan bewust zijn en hiermee uitermate zorgvuldig omgaan. Wij doen in onze inspecties en handhaving geen enkele concessie, maar toch horen risico’s als deze bij het leven. We moeten ze echter zo veel mogelijk voorkomen. Dat doen we ook. Als het toch gebeurt, dan dienen we zo effectief mogelijk te bestrijden.
Ik leg er een ding naast. We vinden het nu in Boskoop. In het Westland hebben we nog niet zo lang geleden iets soortgelijks meegemaakt. Het is nooit helemaal hetzelfde, maar het ging ook om de Oost-Aziatische boktor. Het is niet alleen de handel, die soms exotische niet-gewenste souvenirs meebrengt. Wij reizen zelf ook de hele wereld over en nemen daarbij niet alleen leuke, gewenste en souvenirs zonder risico’s mee. Ik zou dat ook nog eens onder de aandacht willen brengen. Ik doe dat overigens altijd als ik de kans daartoe krijg.
Mevrouw Snijder vraagt of er inderdaad sprake is van een derde vondst. Er zijn in Boskoop twee larven gevonden op een bedrijf dat materiaal uit China importeert. In een importpartij is een larve gevonden, dus niet in de groene ruimte.
Voorzitter. Daarmee heb ik volgens mij de vragen beantwoord.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): De tijd die ermee gemoeid is...
Minister Verburg: Op het moment dat een bedrijf is geïnspecteerd en vrij bevonden is, mag de handel weer worden opgenomen, zij het met certificeringen. Alle zorgvuldigheid moet in acht genomen worden. Als het weer meewerkt, moet het mogelijk zijn om binnen drie weken alle inspectie uit te voeren. Als het echter 15° gaat vriezen, dan hebben we een andere situatie.
De heer Mastwijk (CDA): Voorzitter. Het is goed dat de minister onderstreept dat de grote kracht van dit land is dat we handelsnatie zijn. Tegelijkertijd brengt dit een aantal bedreigingen met zich mee. Het is goed om dit nog even te markeren. Wij moeten daar goed op letten.
De minister onderstreept terecht dat tot nu toe de aanpak van de boktor in Nederland in goede sfeer en harmonie verloopt. Dat hebben we in Nederland wel eens anders gezien.
Ik ben blij met de toezegging van de minister dat zij alle beschikbare gekwalificeerde capaciteit inzet om de controles zo snel mogelijk te laten verlopen. De minister wijst er verder ook terecht op dat wij kunnen inspecteren omdat het is gaan dooien. Als het gaat dooien komt echter ook de handel weer goed los. En om die niet in de weg te staan, is het echt noodzakelijk dat er extra personeel wordt ingezet.
Ik ben blij met de reactie van de minister op mijn opmerking over de Europese buitengrenzen. Elke boom, die Europa binnenkomt, moet aan hetzelfde strenge regime worden onderworpen. Ik vind dat de minister dat voortdurend in Europa moet blijven bepleiten. Het is goed dat de minister herhaalt dat andere grondbeheerders dan boomkwekerijen een verplichting hebben. Ik denk niet dat dat bij iedereen tussen de oren zit, maar ik hoop van wel. VNG, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, maar ook particulieren moeten daar goed acht op geven. Ik noemde als voorbeeld de bestrijding een jaar of vier geleden van bacterievuur. Ik weet niet meer alle details, maar er mag natuurlijk niet net als toen een discussie ontstaan tussen boomkwekerij en natuurbeheerder over de vraag of bacterievuur nu wel of niet op natuurlijke wijze in de natuur voorkomt. Dan spannen wij immers het paard achter de wagen.
De minister zegt dat zij zich in het onderzoek zal verdiepen en dat zij de stand van zaken bij het bedrijfsleven zal nagaan. Als het mogelijk is om dat beestje te bestrijden via een injectie van de boom, zonder dat er gewasbeschermingsmiddelen in de buitenlucht of in het oppervlaktewater terechtkomen, dan lijkt mij dat een begaanbare weg. Ik pleit er dan ook voor dat de minister dit onderzoek bij Wageningen UR onder de aandacht brengt. Een dergelijk middel zou immers in de toekomst veel ellende kunnen voorkomen.
De heer Waalkens (PvdA): Voorzitter. Nogmaals mijn complimenten voor de strakke manier waarop de minister de aanpak van de boktor samen met de sector heeft georganiseerd.
Ik vraag me af of er bij de importstromen en de steekproefsgewijze controles wel eens iets tussendoor glipt. Nul risico is er niet. Je kunt aan twee kanten inspecteren en controleren. De minister heeft gezegd dat zij aandacht heeft voor de landen die naar Europa exporteren. Ik kan me voorstellen dat wij in die landen zelf gaan inspecteren, omdat wij er belang bij hebben dat de inspecties in die risicolanden goed verlopen. Het is misschien niet gebruikelijk, maar wij hebben al wel gezien dat Russische inspecteurs in het kader van hun fytosanitaire beleid in Nederland inspecties uitvoerden.
Ik moet zeggen dat we iedere keer aanlopen tegen een voortdurende discussie over de organisatie van de inspecties door het ministerie en de inspectiediensten van de minister enerzijds en de sectoren anderzijds. Kan de minister daar nog iets over zeggen? Er wordt steekproefsgewijs gecontroleerd, maar er is steeds discussie over de flexibiliteit van de inspecties en de in rekening gebrachte tarieven.
Een ander chapiter, maar wel een dat hieraan grenst. Op het moment dat het roeien of zwemmen in stroop is, dan glipt er misschien veel te veel door de mazen van het net.
Voorzitter. Complimenten aan de sector, de diensten en de minister.
De heer Polderman (SP): De minister spreekt over de regio Boskoop, maar ik kan haar vertellen dat ik op radio Brabant gewekt ben met een reportage over de grote zorgen van de boomsector in de regio Zundert en Baarle. Zij zijn erg bang dat de sector te lang op slot komt te zitten en dat er ook daar een boktorlarve gevonden zou zijn. Het is dus zelfs nog breder dan alleen de regio Boskoop.
Ik heb al gezegd dat ik de aanpak van de minister steun. De inspectie duurt drie weken. Mag ik daaruit concluderen dat de zaak weer los kan als er in die weken niets wordt gevonden in Boskoop? Wat gebeurt er als er in die drie weken meerdere vondsten zijn? Dan hebben we een ander probleem.
Ik denk dat de problemen die wij vandaag bespreken, inherent zijn aan de manier waarop wij internationaal en mondiaal ons handelsverkeer hebben ingericht. De minister zegt zelf ook dat we van alles meenemen van reizen. Verder komt er in het ballastwater van de scheepvaart ook het een en ander naar ons toe, zie de kreeften die van oorsprong niet in Nederland thuishoren. Die invasieve exoot is een probleem dat we niet meer weg krijgen. Stel dat op een dag een boswachter op de Veluwe deze boktor aantreft, dan kan de heer Mastwijk nog wel een keer zeggen dat die discussie niet gevoerd moet worden, maar die discussie is er dan wel! Dan moeten we dus ook in een straal van twee kilometer de Veluwe omhakken! Ik denk dat we moeten accepteren dat deze zaken af en toe voorkomen. Wij mogen hopen dat we het onder controle krijgen, maar ik sluit me wel aan bij de woorden van de heer Waalkes. Als Rusland in staat is strenge eisen te stellen aan wat wij naar Rusland exporteren, dan moeten wij ook strenge eisen stellen aan wat wij importeren uit China. Dat moet gegarandeerd vrij zijn, anders komt het Nederland niet binnen. Maar zelfs dan houd je niet alles buiten, helaas. Het is een illusie om dat te denken. We moeten strenge eisen stellen aan wat Nederland via handel binnenkomt, zeker als het voor de volksgezondheid schadelijke insecten zijn. De boktor is niet schadelijk voor de volksgezondheid, maar de tijgermug is een ander verhaal. Als wij knokkelkoorts in Nederland krijgen, dan hebben we een probleem extra.
Ik hoop met de minister dat we de boktor onder controle krijgen. Als na drie weken blijkt dat er toch meerdere vondsten zijn, dan moeten we opnieuw bij elkaar komen om te kijken wat we dan doen.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik sluit aan op wat de heer Polderman heeft gezegd. Hij noemde zijdelings de tijgermug. Ik bracht de snuitkever te berde, want ik heb al een aantal keren mails gekregen van tuinen, die volledig verwoest worden door deze kever. Het zegt mij nog niet zo veel. Ik hoorde wat geroezemoes op de tribune, toen ik het noemde, maar ik kreeg gisteren nog een mail, dat men bang is dat de snuitkever gaat muteren. Die zou daardoor nog wel eens nog schadelijker kunnen worden, ook voor de tuinbouw. Ik ga ervan uit dat de alarmbellen al gerinkeld zouden hebben als die kever inderdaad zo schadelijk is. Ik noem hem echter toch maar even, want ik wil niet hebben dat ik over drie weken opeens iets hoor over een snuitkever. Kan de minister daar duidelijkheid over geven? Ik lees in een mail: «ons hele dorp is inmiddels helaas voorzien van de snuitkever, die zowel in de particuliere als in de gemeentelijke tuinen een behoorlijke ravage aanricht». Dit lijkt mij geen goede ontwikkeling. Als de snuitkever geen schade zou aanrichten aan de tuinbouw, dan lijkt me het toch goed dat we daar nog eens naar kijken.
Het is mooi dat de minister mij antwoordt dat de Europese Commissie China zal aanspreken. Wat kunnen we nog meer dan alleen maar aanspreken? Ik hoor ook anderen zeggen dat het wat steviger moet. Is het mogelijk dat wij in China gaan bekijken hoe zij de controles uitvoeren? Zo nee, kunnen wij hun controles dan op een andere manier toetsen? Ik denk dat we er zelf alle belang bij hebben dat ook aan de voorkant de zaken juist verlopen, want daarmee kunnen wij ons voor veel problemen behoeden. Natuurlijk mag men tegelijkertijd ook van ons verwachten dat alles wat wij exporteren ook tot in de puntjes gecontroleerd is.
Het is uitstekend dat de minister alles op alles zet om de inspecties zo snel mogelijk af te ronden en om via certificeringen tracht zaken vrij te krijgen. Als dat in drie weken kan, dan is dat als het om een cirkel van twee kilometer gaat perfect. Ik hoop ten slotte van harte dat de zorgen uit andere gebieden geen werkelijkheid worden.
Minister Verburg: Ik zou zelf nog iets willen toevoegen aan wat ik in de eerste termijn heb gezegd, omdat ik het ook een heel goed voorstel vind van de sector om eenmalig de particuliere tuinen te herbeplanten. Dat vind ik echt een geweldige geste. Grote waardering daarvoor, ook voor het snelle initiatief daartoe.
De heer Mastwijk vraagt mij na te gaan of het mogelijk is om een injectie voor bomen te ontwikkelen. Ik zal dat doen. Als het mogelijk is om bijvoorbeeld met hulp van Wageningen een effectief middel te ontwikkelen, dan zal ik dat zeker bevorderen. Ik zal de Kamer daarover informeren. Ik zal contact opnemen over de mogelijkheden en bezien of het haalbaar en het effectief zou kunnen zijn. Als we dat proces kunnen versnellen of verbeteren door er zelf een tandje bij te zetten, dan zullen we dat zeker doen.
Kunnen wij wat doen in China zelf? Wij worden in het geval van China vertegenwoordigd door de Europese Commissie. De Europese lidstaten hebben de krachten gebundeld en het lijkt me inderdaad verstandig om samen één lijn te trekken.
Wij hebben een fitrichtlijn in Europa. De Europese Commissie komt voor alle Europese lidstaten op bij hun handelspartners, dus niet alleen bij China. Net zo goed als bijvoorbeeld de Russen in Nederland, kunnen wij visitatiecommissies naar leveranciers te sturen om te kijken of inderdaad de exportcontroles conform de afspraken worden uitgevoerd en of die controles op een effectieve manier worden gedaan. Dat is wat er gebeurd. Dat doet Europa ook.
Er is nu aanleiding om het nog een keer stevig te bespreken. Er zijn drie landen, waar die Oost-Aziatische boktor zit. Wat is daar de stand van zaken? Het traject om daarachter te komen, wordt bewandeld. Als dat traject niet werkt, is er als uiterste middel het importverbod. Daarover zou als ultiem middel eventueel na kunnen gaan denken. Het is echter wel een middel of instrument dat de Europese Unie in handen heeft. Dat is dus wat we doen: we kijken of China handelt volgens de afgesproken protocollen, we visiteren, we praten daarover door, enzovoort.
De heer Waalkens (PvdA): Is Nederland met zijn expertise en knowhow daarbij betrokken? Ik weet dat er Europese inspecties zijn, maar wij zouden daar heel nadrukkelijk bij betrokken kunnen zijn, en niet alleen vanuit ons belang.
Minister Verburg: Van de Nederlandse expertise wordt goed en zorgvuldig gebruikgemaakt, maar dat laat onverleg dat de inspecties op Europese titel worden uitgevoerd. Europa is «in the lead», en dat moeten we ook zo houden. Van onze expertise en knowhow wordt dus goed gebruikgemaakt.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): U zegt dat wij op Europees niveau in China extra visitaties en inspecties kunnen doen. Wordt dat gedaan of gaan we dat doen?
Minister Verburg: Het is eigenlijk een permanent proces. Niet dat we permanent visitatiecommissies hebben, maar zo gaat dat in de onderlinge betrekkingen. Er is zeer recent een visitatiecommissie in China geweest.
De heer Mastwijk (CDA): De minister zegt dus dat wij in Europees verband optreden. Dat lijkt mij ook goed, want wanneer Europa iets zegt, heeft dat meer impact, dan wanneer lidstaat Nederland dat doet. Onze kennis en kunde zijn van buitengewoon hoog niveau en die zouden daarom wel een majeure rol moeten spelen in het standpunt dat Europa tegenover China of waar dan ook inneemt. Anders bereiken we nog niets.
Minister Verburg: Het antwoord is ja. Ik heb ook al eerder gezegd dat wij die kennis en knowhow graag ter beschikking stellen. Het is echter de Europese Commissie die dat doet. Als een andere lidstaat over bijzondere kennis en deskundigheid beschikt, dan moet de Europese Commissie daar ook gebruik van kunnen maken. De Europese Commissie is «in the lead» en heeft de regie. De Commissie wordt vervolgens natuurlijk wel weer gecontroleerd door de Europese lidstaten.
De heer Polderman heeft gevraagd wat er gebeurt als er een nieuwe vondst wordt gedaan. Laten we hopen dat dat absoluut niet het geval zal zijn, maar je kunt risico’s niet uitsluiten. Als er een nieuwe vondst zou worden gedaan, dan hebben we een nieuwe situatie. Dan wordt het probleem groter. Wij zullen dan nieuwe zones moeten instellen en in Europa moeten gaan praten. Laten we hopen dat dat niet gebeurt en dat andere tuinbouwgebieden gevrijwaard zullen blijven.
De vondst van een boktor op de Veluwe is een horrorscenario. Ik hoop dat dit nooit zal gebeuren, maar als die hoop ijdel blijkt dan zal de boktor ook daar bestreden moeten worden. Geen misverstand daarover. We laten dat boktorretje daar niet zitten, want je moet niet denken aan de risico’s daarvan voor het groenbeheer, het publieke groen.
De heer Polderman (SP): Ik ben dat natuurlijk in principe met u eens. Ik hoop dat dat scenario zich nooit zal voordoen. We hebben die situatie ook gehad met de rivierkreeft. Aanvankelijk dachten wij doen dat wij die moesten wegvangen, omdat die kreeftjes niet deugen. Een ander voorbeeld is de Japanse mossel. Die komen hier door het scheepsverkeer. U schetst zelf hoe wij van alles meenemen. Het scenario is helaas niet uit te sluiten. Ik zou net als u willen zeggen dat we dat niet toelaten in Nederland, maar zo zit de wereld niet in elkaar. De vraag is dan of er een zeker natuurlijk evenwicht gevonden kan worden. Het probleem bij de boktor is namelijk dat die tor geen natuurlijke vijanden heeft. Misschien moeten we die zoeken en inzetten. Hoe moet je dat doen? Je kunt toch niet de Veluwe omzagen?
Minister Verburg: Laten we blijven waar we zijn! De heer Polderman spreekt nu namelijk over de toename van invasieve exoten. Daarbij volgen wij de lijn dat we invasieve exoten bestrijden waar ze schadelijk zijn. We bestrijden ze niet, waar ze niet schadelijk zijn. We bestrijden bijvoorbeeld de halsbandparkiet niet, ook al hebben veel mensen op en rond het Haagse station van die vogels wel de nodige last.
De boktor is wel een invasieve exoot, die we bestrijden en die wij moeten bestrijden, want daarover zijn verplichtende afspraken gemaakt. Dat moeten we ook doen.
Mevrouw Snijder heeft gevraagd naar de snuitkever. Zij heeft daar blijkbaar mails over gekregen. Die hebben wij niet gekregen en die kennen wij niet. Zij zou mij een plezier doen om mij die mails vertrouwelijk te sturen. Het helpt wel als de mensen die daarmee te maken hebben dat ook bij onze diensten melden, zodat er iets aan gedaan kan worden. Dat is het meest effectief.
De sector trouwens, weet ons heel goed te vinden.
Over de tarieven hebben we vorig jaar uitvoerig met elkaar gesproken. Op grond daarvan hebben we ook maatregelen getroffen. Die tarieven moet je vaststellen. We moeten natuurlijk ons werk kunnen doen en de deskundigheid op peil houden. Het blijkt nu weer hoe cruciaal dat is. We proberen die tarieven kostendekkend en zo laag mogelijk te houden. Wij zien dat belang ook.
– De minister zal de Kamer informeren over de mogelijkheden van injecties voor bomen ter bestrijding van larven van schadelijke insecten, na hier ook contact met Wageningen Universiteit te hebben opgenomen.
Minister Verburg: Ik zal kijken hoever het is met de ontwikkeling en als de WUR daar nog een bijdrage aan kan leveren, dan zullen we contact met hen opnemen.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), voorzitter, Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (ChristenUnie), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD), Dibi (GroenLinks), Polderman (SP), Elias (VVD) en Linhard (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Luijben (SP), Tang (PvdA), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Pieper (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD), Vendrik (GroenLinks), Lempens (SP), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en Van Dam (PvdA).