Ontvangen 5 februari 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 15a, eerste lid, wordt voor «verenigingen van eigenaars» ingevoegd «kerkgenootschappen,».
Dit amendement zondert «kerkgenootschappen» uit van de verplichtingen van het UBO-register. Zij hoeven op grond van dit amendement hun Ultimate Benificial Owner (UBO) niet meer aan te geven.
Het feit dat de UBO’s van kerkgenootschappen nu geregistreerd worden, betekent de facto een registratie van religie van personen. Dit staat op zeer gespannen voet met de vrijheid van godsdienst.
Daarnaast wijst de indiener erop dat de richtlijn waaruit de voorliggende wetgeving volgt, het niet verplicht om «kerkgenootschappen» in het UBO-register te laten registeren. Er is hier dus sprake van een nationale kop op Europese regelgeving, dit middels dit amendement wordt geschrapt.
Overigens geldt dat op dit moment voor een kerkgenootschap geldt dat alléén op het hoogste (landelijke) aggregatieniveau een inschrijving in het UBO-register hoeft plaats te vinden. Voor zelfstandige onderdelen van een kerkgenootschap met rechtspersoonlijkheid, geldt de inschrijfplicht in het UBO-register niet (zoals bijvoorbeeld parochies en gemeenten). De verplichting voor kerkgenootschappen is dan ook een vrijwel lege huls, terwijl het wel inbreuk doet aan grondrechten.
Flach