Voorgesteld 26 maart 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de wet verplichte regionale samenwerking introduceert met als doel de beschikbaarheid en effectiviteit van de jeugdzorg te verbeteren;
overwegende dat het essentieel is om te monitoren of deze samenwerking daadwerkelijk leidt tot kortere wachttijden, minder bureaucratie en betere zorg voor jongeren;
overwegende dat er zorgen zijn over de uitvoerbaarheid en de impact op de gemeentelijke autonomie en de regie over jeugdzorg;
verzoekt de regering om elke twee jaar na inwerkingtreding een rapport op te stellen over de werking van de verplichte regionale samenwerking, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Crijns
Van den Hil
Stoffer
Bruyning