Ontvangen 5 februari 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een koninklijk besluit dat het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 vaststelt wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
De overheid haalt op dit moment de doelstelling niet om voldoende banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Dat is teleurstellend in het licht van de afspraken die gemaakt zijn, maar ook in het licht van de voorbeeldfunctie die de overheid heeft. Het huidige wetsvoorstel regelt dat het onderscheid tussen bedrijven en overheid vervalt om daarmee samenwerking tussen beiden beter mogelijk te maken, die pas ingaat als de realisatie van banen binnen de overheidssector daar aanleiding toe geeft. Hoewel de indiener deze gedachte kan ondersteunen om samenwerking te bevorderen, wil de indiener voorzichtig zijn met het opheffen van de specifieke verantwoordelijkheid voor de overheid om voldoende banen voor deze groep te realiseren, zolang de overheid daarin nog tekortschiet. De voorwaarde dat de realisatie daar aanleiding voor zou moeten geven en dat de inwerkingtreding slechts per koninklijk besluit geregeld zou kunnen worden, vindt de indiener daarom niet passend. Met dit amendement regelt de indiener dat inwerkingtreding pas zal plaatsvinden als het koninklijk besluit eerst met voorhang aan beide Kamers zal worden gezonden, zodat het parlement vier weken gelegenheid heeft om gehoord te worden.
Paulusma De Kort