Ontvangen 6 maart 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel C, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het voorgestelde onderdeel c wordt «40b» vervangen door «40d»
2. In het voorgestelde onderdeel d wordt «40c» vervangen door «40e».
II
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het voorgestelde artikel 39, vijfde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Onderdeel van de voorwaarden is dat wordt bepaald in welke taal het gesprek gevoerd mag worden.
2. In het voorgestelde zevende lid wordt «40b» vervangen door «40d».
III
Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden drie artikelen».
2. Na het voorgestelde artikel 40a worden twee artikelen toegevoegd, luidende:
1. In afwijking van artikel 38, eerste lid, en artikel 39, eerste lid, heeft de gedetineerde die verblijft in een extra beveiligde inrichting als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel d, het recht op:
a. ten hoogste een keer per week een telefoongesprek te voeren als bedoeld in artikel 39, eerste lid;
b. ten hoogste een keer per week bezoek te ontvangen als bedoeld in artikel 38, eerste lid.
2. Op het telefoongesprek en het bezoek wordt toezicht uitgeoefend.
3. De gedetineerde ontvangt per bezoekmoment slechts een volwassen persoon dan wel een minderjarige vergezeld van ten hoogste een volwassen persoon.
1. In afwijking van artikel 38, eerste lid, en artikel 39, eerste lid, heeft de gedetineerde die verblijft in een afdeling voor intensief toezicht het recht op:
a. ten hoogste twee keer per week een telefoongesprek te voeren als bedoeld in artikel 39, eerste lid;
b. ten hoogste twee keer per week bezoek te ontvangen als bedoeld in artikel 38, eerste lid.
2. Op het telefoongesprek en het bezoek wordt toezicht uitgeoefend.
3. De gedetineerde ontvangt per bezoekmoment slechts twee volwassen personen, waarvan er een gelijktijdig de gedetineerde kan bezoeken, dan wel een minderjarige vergezeld van ten hoogste een volwassen persoon.
IV
Artikel I, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «40a» vervangen door «40c».
2. De artikelen 40b en 40c worden vernummerd tot 40d en 40e.
V
In artikel I, onderdeel K, wordt in het voorgestelde vijfde lid «40b» vervangen door «40d».
Als gevolg van de investeringen in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, worden er steeds meer criminele kopstukken opgepakt en gedetineerd. Deze «nieuwe» groep gedetineerden beschikt over meer macht, middelen en contacten en zijn daardoor potentieel levensgevaarlijk. De Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft echter nooit rekening gehouden met een dergelijke groep gedetineerden. Dat heeft veiligheidsrisico’s tot gevolg. Daarom moet de Pbw bij de tijd worden gebracht, specifiek als het gaat om de bepalingen gericht op die meest gevaarlijke groep gedetineerden. Bovendien blijkt dat ook bij de gedetineerden die geen criminele kopstukken zijn, de vele communicatiemogelijkheden tot veiligheidsrisico’s leiden. Dit amendement strekt daarom tot de toevoeging van bepalingen in de Pbw, waardoor de communicatiemogelijkheden van gedetineerden in de extra beveiligde inrichting (hierna: EBI) en op de Afdeling Intensief Toezicht (hierna: AIT) worden beperkt en wettelijk geëxpliciteerd. Op die manier wordt de controle op communicatie van AIT- en EBI-gedetineerden geüniformeerd, geïntensiveerd en van een wettelijke grondslag voorzien.
Dit amendement beoogt het regime in de EBI en in de AIT aan te scherpen en te maximeren. Deze aanscherping is noodzakelijk, aangezien beperking van de communicatiemogelijkheden met de buitenwereld van gedetineerden in de EBI en op de AIT essentieel is om de maatschappij te beschermen. Voortgezet crimineel handelen tijdens detentie is een reëel risico, zeker bij criminele kopstukken. Om voortgezet crimineel handelen tijdens detentie zoveel mogelijk te beperken, is een inperking van de communicatiemogelijkheden voor AIT- en EBI-gedetineerden noodzakelijk. De gedetineerden in de EBI en op de AIT, waaronder de nieuwe categorie, beschikken momenteel namelijk over te veel communicatiemogelijkheden
De AIT’s zijn bedoeld om onder meer kopstukken of het middenkader uit criminele samenwerkingsverbanden te detineren. Deze kopstukken zijn in de regel invloedrijk en vermogend. Ook is de AIT de plek waar een EBI-gedetineerde eerst naartoe gaat, na detentie in de EBI.1 Zolang Nederland geen diverse EBI’s kent, moet ervan uit worden gegaan dat in AIT’s criminele kopstukken gedetineerd zijn of (deelnemers uit) het middenkader van criminele organisaties. Maar ook valt te denken aan schutters en uitvoerders van liquidaties die, vanwege de kennis die zij hebben, als relevant onderdeel worden gezien van een criminele organisatie. Contact met medegedetineerden (bijvoorbeeld om hen te ronselen voor criminele activiteiten of een crimineel netwerk) of de buitenwereld brengt daarom onaanvaardbare risico’s met zich mee. Dat maakt dat intensieve controle en toezicht op dit contact absoluut noodzakelijk is. Om dit mogelijk te maken, wordt het grote aantal communicatiemogelijkheden in een AIT teruggebracht.
Contactmomenten AIT en EBI
Het aantal contactmomenten in de AIT wordt teruggebracht van 7 keer bellen per week naar 2 keer bellen per week, maximaal 10 minuten per keer. Het bezoek wordt vastgesteld op maximaal 2 keer per week 1 uur per keer, met maximaal 2 bezoekers waarvan slechts 1 bezoeker gelijktijdig de gedetineerde kan bezoeken. Het aantal contactmomenten in de EBI wordt teruggebracht en geüniformeerd naar 1 keer bellen per week van maximaal 10 minuten 1 keer bezoek per week van maximaal 1 uur. Per bezoekmoment is 1 bezoeker met 1 kind toegestaan.
Toezicht
Voorts wordt wettelijk vastgelegd dat bij gedetineerden op de AIT tijdens al het bezoek en telefoongesprekken toezicht wordt uitgeoefend, hetgeen betekent dat live wordt meegeluisterd. Ook voor de EBI wordt dit wettelijk vastgelegd, alhoewel daar de praktijk al was dat op bezoek en telefoongesprekken toezicht werd uitgeoefend.
Bellen met het buitenland en bellen in andere taal
Uit artikel I, onderdeel E, van het wetsvoorstel volgt dat de Minister toestemming geeft indien een AIT of EBI gedetineerde naar het buitenland wenst te bellen. Het uitgangspunt is dat bellen naar het buitenland slechts in uitzonderlijke situaties wordt toegestaan. Alleen dan wanneer het recht op familiy life evident in het geding komt, doordat een gedetineerde met geen enkel familielid in Nederland contact zou kunnen bijvoorbeeld, is bellen naar het buitenland een mogelijkheid. Hier ligt aan ten grondslag dat in het buitenland de maatregelen die in Nederland gelden, onder andere die uit dit wetsvoorstel voortvloeien, niet geëffectueerd mag worden. Bellen naar het buitenland herbergt dus risico’s die niet of nauwelijks gemitigeerd kunnen worden.
Ten aanzien van het spreken van andere talen is het uitgangspunt dat spreken in vreemde talen, anders dan de rijkstalen (Nederlands, Fries, Papiaments of Engels) onwenselijk is. Het constateren van versluierde boodschappen is in het Nederlands al een uitdaging, laat staan in vreemde talen. Dat vereist specifieke kennis van de wijze waarop criminelen met elkaar communiceren en daarbovenop specifieke kennis van de vreemde taal en mogelijke dialecten van die taal. Indien een gedetineerde in een andere taal een telefoongesprek wenst te voeren of een andere taal tijdens een bezoek wilt spreken, is voorafgaande toestemming van de Minister noodzakelijk.
Ellian