Voorgesteld 21 maart 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het belangrijk is dat mensen geïnformeerd worden zodra zij onderwerp van onderzoek zijn en hun gegevens worden verwerkt of wanneer zij als «casus» besproken worden op grond van de persoonsgerichte aanpak en dit bovendien een recht is dat is vastgelegd in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG);
constaterende dat het risico bestaat dat in de praktijk mensen vaak niet geïnformeerd zullen worden over de verwerking van hun persoonsgegevens op grond van de persoonsgerichte aanpak en er vaak zal worden gezocht naar een uitzonderingsgrond in de AVG om mensen (nog) niet te hoeven informeren;
van mening dat het respecteren van dit recht om geïnformeerd te worden belangrijk is in het kader van rechtsbescherming, omdat dit ook met zich meebrengt dat mensen hiertegen in het verweer kunnen komen als dit ten onrechte is of bepaalde informatie niet klopt en de uitzonderingsgronden restrictief toegepast zouden moeten worden;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat erop wordt toegezien hoe het recht van mensen om geïnformeerd te worden over gegevensverwerking in het kader van de persoonsgerichte aanpak vorm krijgt in de praktijk en vervolgens als daar op grond van deze monitor aanleiding voor is te zorgen voor een ruime interpretatie van dit recht en een restrictieve uitleg van de uitzonderingsgronden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Mutluer
Six Dijkstra