Ontvangen 7 maart 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde derde lid, tweede zin, «kunnen» vervangen door «worden», wordt «worden vastgesteld» vervangen door «vastgesteld» en wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze voorschriften bevatten in ieder geval een regeling over de wijze waarop de docenten die verbonden zijn aan de desbetreffende opleiding kunnen instemmen met het gebruik van eenheden van leeruitkomsten.
Met dit amendement wordt geregeld dat er een instemmingsrecht komt voor docenten die verbonden zijn met een opleiding die gebruik wil gaan maken van leeruitkomsten. Bij de invoering van het werken met leeruitkomsten ontbreekt het instemmingsrecht van docenten. De keuze voor invoering van het werken met leeruitkomsten wordt met dit wetsvoorstel alleen bepaald door instellingsbesturen. Dit terwijl docenten, vanuit de praktijk, het beste zicht hebben of en zo ja invoering van de leeruitkomsten verstandig is en passend is voor de opleiding. Docenten staan dagelijks voor hun studenten en kunnen vanuit hun kennis en ervaring inschatten of het werken met leeruitkomsten geschikt is voor de opleiding. Door het ontbreken van instemmingsrecht op de invoering van het werken met leeruitkomsten wordt er over de hoofden van de docenten besloten of leeruitkomsten passen bij een opleiding.
Het is naar het oordeel van de indieners van groot belang dat docenten vanuit hun kennis en expertise niet alleen meepraten en -beslissen over het studieplan, maar over álle aspecten en op alle niveaus die raken aan het werken met leeruitkomsten op opleidingsniveau. Daarmee wordt het draagvlak van deze aanpak versterkt, wordt ervoor gezorgd dat de gezamenlijke onderwijsvisie ook voor leeruitkomsten maatgevend is en kan worden ingestaan voor de kwaliteit van de aangeboden leeruitkomsten.
Stultiens Beckerman