Ontvangen 23 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Het ontwerp van een krachtens de artikelen 3, derde lid, of 5, derde lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
In het voorliggende wetsvoorstel wordt voorgesteld nadere regels te stellen over onder andere functiescheiding, opslag en gebruik van gegevens en andere maatregelen. De uitwerking van deze regels volgt per algemene maatregel van bestuur. Indiener is echter van mening dat dergelijke belangrijke besluiten, die een grote impact kunnen hebben op de rechtsbescherming van mensen, voorgelegd dienen te worden aan het parlement. Dit amendement regelt daarom dat de op grond van deze wet vast te stellen algemene maatregelen van bestuur via een zware voorhangprocedure moet worden voorgelegd aan de Kamer. Daarmee wordt de democratische controle versterkt en de rechtsbescherming van mensen vergroot.
Van Nispen Temmink