Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 24 januari 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat we alle problemen in de natuur en met lucht, bodem en water, veroorzaakt door de landbouw, niet los van elkaar kunnen oplossen en het nieuwe regeerakkoord spreekt van «een aanpak die zich richt niet alleen op stikstof, maar ook op de (Europese) normen en opgaven van de waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit»;
overwegende dat we voor een gezonde bodem en gezonde wateren een mestbeleid nodig hebben dat per gebied en op ecologische waarden de maximaal toelaatbare emissies van fosfaat en andere meststoffen vaststelt en dat de economische bestemming van een koe hier geheel los van staat;
overwegende dat de voorliggende wijziging van de wet meststoffen niet bijdraagt aan de vermindering van de uitspoeling van fosfaat of nitraat dan wel de reductie van de stikstof- en CO2-emissies;
verzoekt de regering om het wetsvoorstel in te trekken en mestwetgeving voor te bereiden die langjarig, voorspelbaar en coherent gericht is op kringlooplandbouw, waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bromet
Thijssen