Ontvangen 12 april 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, onder 4, wordt in de aanhef «vijf» vervangen door «zeven» en worden na het voorgestelde onderdeel i, onder verlettering van onderdeel j tot onderdeel l, twee onderdelen ingevoegd, luidende:
j. geslaagde kunstmatige donorbevruchting: een kunstmatige donorbevruchting ten aanzien waarvan de in artikel 2, eerste en tweede lid, bedoelde gegevens aan het College ter beschikking zijn gesteld;
k. wettelijk maximumaantal kunstmatige donorbevruchtingen: het bij algemene maatregel van bestuur bepaalde maximumaantal geslaagde kunstmatige donorbevruchtingen waarbij gebruik is gemaakt van zaadcellen of eicellen van dezelfde donor;
II
In artikel I, onderdeel B, wordt aan het voorgestelde artikel 1a, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een komma, een slotzin toegevoegd, luidende: «en de verrichter zich ervan heeft vergewist dat het wettelijk maximumaantal kunstmatige donorbevruchtingen niet reeds bereikt is.»
III
In artikel I, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 1j een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het College registreert aan de hand van de door een verrichter verstrekte gegevens als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, het aantal geslaagde kunstmatige donorbevruchtingen waarbij gebruik is gemaakt van zaadcellen of eicellen van dezelfde donor en draagt ervoor zorg dat aan de hand van die registratie een verrichter kan voldoen aan diens vergewisplicht als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, slotzin.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de registratie als bedoeld in het eerste lid.
Indieners regelen met dit amendement dat naast het maximumaantal moedercodes per donorcode ook een maximumaantal geslaagde verwekkingen ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting wordt bepaald en de verrichter alleen een behandeling met de geslachtscellen van een donor mag uitvoeren als ten aanzien van die donor het maximumaantal geslaagde verwekkingen nog niet is bereikt. Net als het maximumaantal moedercodes zal bij algemene maatregel van bestuur een maximumaantal geslaagde verwekkingen ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting worden bepaald. Indieners vinden het belangrijk dat niet alleen een maximum wordt gesteld aan het aantal moeders per donor, maar ook aan het aantal kinderen per donor. Tot voor kort hielden klinieken het maximum van 25 kinderen per donor aan, gebaseerd op de CBO-richtlijn uit 1992. Het aantal van 25 was gebaseerd op het feit dat er bij 25 of minder kinderen per donor geen verhoogde kans is op relaties tussen bloedverwanten. Het maximum van twaalf moeders is gebaseerd op het jarenlange stabiele gemiddelde van minder dan twee kinderen per vrouw, zo stelt de regering. Hiermee is er feitelijk geen maximum aan het aantal kinderen dat een donor kan verwekken. Er is nog niet veel bekend over de psychologische gevolgen van het hebben van veel halfbroers en -zussen, maar recent onderzoek geeft aan dat dit veel gevoelens en vragen op kan roepen bij donorkinderen en dat de behoefte aan ondersteuning daarbij wisselend is.1 Daarom vinden indieners het van belang dat er wettelijk wordt vastgelegd welk maximumaantal donorkinderen per donor wenselijk is en dat de IGJ erop kan toezien dat dit maximum niet wordt overschreden.
Bikker Van der Staaij