Ontvangen 10 februari 2022
De ondergetekende stelt het volgende subamendement voor:
In het amendement van het lid Ellian (stuk nr. 14) wordt in het voorgestelde lid 2a na «drie maanden» ingevoegd «, tot een periode van in totaal zes maanden».
Dit subamendement regelt dat de voorgestelde verlenging in het amendement nr. 14 van het lid Ellian in totaal ten hoogste zes maanden mag duren. Indiener acht het namelijk van belang dat de termijn waarvoor het bevel verlengd kan worden niet oneindig is. De bevoegdheid die artikel 556 in het leven roept is zwaar en kan een forse inbreuk maken op de privacy van verdachten. Die inbreuk wordt alleen maar groter naarmate de bevoegdheid langer wordt ingezet. Immers, de hoeveelheid gegevens waarvan kennisgenomen kan worden wordt groter naarmate het bevel tot kennisneming van nieuwe berichten later wordt gegeven of langer wordt verlengd. Deze grotere inbreuk rechtvaardigt een beperking tot maximaal zes maanden.
Dit amendement verduidelijkt voorts dat het mogelijk is dat het bevel op basis van het tweede lid van artikel 556 niet slechts eenmalig voor de maximale duur van drie maanden kan worden gegeven cq. verlengd. Op basis van dit amendement kan dit bevel meermaals worden verlengd binnen de periode van zes maanden. Wel is bij elke verlenging een voorafgegane machtiging van de rechter-commissaris nodig en kan elke verlenging afzonderlijk slechts voor maximaal drie maanden worden bevolen. Die periode kan uiteraard ook een kortere duur hebben. De rechter-commissaris geeft namelijk slechts een machtiging voor de periode die dringend noodzakelijk wordt geacht voor het onderzoek. Het belang van het onderzoek moet daarmee dus niet alleen de verlening of verlenging van het bevel dringend vorderen, maar ook de periode waarvoor dit bevel wordt verleend cq. verlengd.
Sneller