Voorgesteld 13 oktober 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een op de tien kinderen in Nederland in armoede leeft;
overwegende dat uit de nota naar aanleiding van het verslag blijkt dat het niet-indexeren van de kinderbijslag in 2022, 2023 en deels in 2024 het grootste negatieve inkomenseffect veroorzaakt voor gezinnen in de bijstand of gezinnen met een laag inkomen;
overwegende dat de regering aangeeft dat er geen informatie is over het effect van niet of gedeeltelijk indexeren van de kinderbijslag in de periode 2022–2024 op het aantal gezinnen met kinderen met risico op armoede;
verzoekt de regering om het daadwerkelijke effect van de maatregelen in het wetsvoorstel op kinderarmoede en lage inkomens te monitoren, en hierover te rapporteren aan de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle