Voorgesteld 30 maart 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het toezicht op de financiering van politieke partijen nu nog bij de Commissie van toezicht financiën politieke partijen, als onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ligt;
overwegende dat de Kamer eerder heeft uitgesproken dat het toezicht op de financiering van politieke partijen volledig onafhankelijk moet worden;
van mening dat een onafhankelijk toezichthouder over alle instrumenten moet beschikken om inzage te krijgen in de herkomst en omvang van de financiering van een politieke partij;
van mening dat een onafhankelijk toezichthouder de bevoegdheden moet hebben om handhavend te kunnen optreden, variërend van het geven van een waarschuwing tot het opleggen van een boete;
verzoekt de Minister om in de komende Wet op de politieke partijen een dergelijke onafhankelijke toezichthouder op te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Arib
Leijten
Van Baarle
Teunissen