Voorgesteld 18 mei 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de behandeling van het voorstel tot wijziging van de Waterschapswet, de Kieswet en de Algemene wet bestuursrecht van invloed is op de samenstelling van de kieslijsten voor de waterschapsverkiezingen;
overwegende dat het niet valt uit te sluiten dat provincies hun reglementen niet op tijd kunnen aanpassen aan de afschaffing van de geborgde zetels;
overwegende dat met het oog op de komende waterschapsverkiezingen onduidelijkheid kan ontstaan over het aantal te kiezen leden van het waterschapsbestuur;
verzoekt de regering om, indien het voorstel tot wijziging van de Waterschapswet, de Kieswet en de Algemene wet bestuursrecht voor afschaffing van de geborgde zetels wordt aangenomen door beide Kamers, de aangenomen wijzigingen na de waterschapsverkiezingen van 2023 in werking te laten treden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Minhas
Stoffer
Goudzwaard
Van der Molen