Voorgesteld 27 mei 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat grote én kleine zeehavens vatbaar zijn voor verschillende vormen van ondermijnende criminaliteit, waaronder drugscriminaliteit en mensensmokkel;
overwegende dat naast gemeenten ook rederijen, havenbedrijven en beveiligingsbedrijven belangrijke spelers zijn om ondermijning in het havengebied tegen te gaan;
overwegende dat voor het voorkomen van verplaatsing afstemming van maatregelen met andere Noordzeehavensteden cruciaal is zoals ook de Rotterdamse Zeehavenpolitie aangeeft;
verzoekt de regering, met België en Duitsland tot een structurele Noordzeehavenaanpak te komen om, samen met relevante partijen, gecoördineerd maatregelen te treffen ter bestrijding van ondermijnende criminaliteit in en om de havens, en de Kamer jaarlijks over de vordering en uitvoering bij de begroting te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bikker
Kuik