Ontvangen 17 december 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel E, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ea
Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel e door een puntkomma en onder vervanging van een punt aan het slot van onderdeel f door «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. de wijze waarop en de mate waarin de instelling zich, mede gelet op artikel 1.3, vijfde lid, laatste volzin, en, voor zover van toepassing, zesde lid, in het kader van haar werkzaamheden op het gebied van het onderwijs richt op de bevordering van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van studenten.
2. In het tweede lid, aanhef, wordt «tot en met f» vervangen door «tot en met g».
II
Na artikel I, onderdeel G, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ga
Aan artikel 5.12 wordt onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel f door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door «; en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. de wijze waarop en de mate waarin de instelling zich, mede gelet op artikel 1.3, vijfde lid, laatste volzin, en, voor zover van toepassing, zesde lid, in het kader van haar werkzaamheden op het gebied van het onderwijs richt op de bevordering van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van studenten.
Om de Nederlandse taalontwikkeling van de studenten te garanderen is het noodzakelijk dat eisen die de wet stelt aan de Nederlandse taalontwikkeling in het accreditatiekader worden verankerd. Tevens wordt met dit amendement geregeld dat het voor accreditatie nodig is om te voldoen aan de eisen die de wet stelt aan de Nederlandse taalontwikkeling en de onderwijstaal.
Van der Molen Futselaar