Voorgesteld 11 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de sociaaleconomische Raad wijst op een mogelijk disproportionele belasting op het budget van ons onderwijssysteem door EU-studenten die in Nederland een opleiding volgen die weinig toegevoegde waarde heeft voor onze economie, dan wel uit landen komen met een lage stay rate;
constaterende dat het Kroatische voorzitterschap, dat per 1 januari 2020 start, extra aandacht wil geven aan brain circulation;
verzoekt de regering, actief op zoek te gaan naar gelijkgestemde landen, om in Europa mogelijkheden te verkennen om tot nadere afspraken rond studentmobiliteit te komen, en de Europese Commissie aan te sporen om tot voorstellen te komen, en hierover in het voorjaar van 2020 een terugkoppeling te geven aan de Tweede Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wiersma
Van der Molen