Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 20 april 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat met de Wozt de Minister van EZK de bevoegdheid krijgt om het verkrijgen of houden van overwegende zeggenschap in een telecommunicatiepartij te verbieden indien het verkrijgen of houden van deze zeggenschap naar zijn oordeel leidt tot een bedreiging van het publiek belang (artikel 14a.4);
overwegende dat dit een verstrekkende bevoegdheid is;
verzoekt de regering, jaarlijks per brief aan de Kamer te rapporteren over hoe de Minister de wet heeft toegepast en van zijn verbodsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt, inclusief motivatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Berg
Graus
Van Haga