Voorgesteld 20 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat met de Wet langdurig toezicht een nieuwe gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) is geïntroduceerd;
overwegende dat het belangrijk is dat de GVM wordt toegepast in gevallen waarin sprake is van een veroordeling voor een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf, zodat na afloop van de detentie nog een kader beschikbaar is om toezicht op hen te kunnen houden en voorwaarden te kunnen stellen;
overwegende dat het daarvoor nodig is dat het OM bij een vervolging voor deze misdrijven expliciet overweegt een GVM te vorderen en dat de reclassering deze maatregel betrekt in haar advisering;
verzoekt de regering, met de bij de GVM betrokken organisaties in de strafrechtketen in gesprek te gaan om de toepassing van de GVM te bevorderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuiken
Van Wijngaarden