Ontvangen 13 januari 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel N een onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
Na artikel 4.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien een voldoende gespecificeerd verzoek zodanig omvangrijk is dat niet binnen de termijn van artikel 4.4, eerste lid, kan worden beslist, treedt het bestuursorgaan voor het einde van die termijn in overleg met de verzoeker over de prioritering van de afhandeling van het verzoek. Het bestuursorgaan verstrekt de gevraagde documenten zo veel mogelijk in de door de verzoeker gewenste volgorde.
Met dit amendement wordt de mogelijkheid gecreëerd voor de verzoeker en een bestuursorgaan om afspraken te maken bij een omvangrijk verzoek over een snellere levering van een deel van de opgevraagde documenten. De reikwijdte van het informatieverzoek kan hierdoor beter worden afgebakend, zodat de uitvoeringslasten voor het bestuursorgaan kunnen worden beperkt. Bij de verzoeker kan begrip worden gekweekt voor een eventueel langere behandelduur bij omvangrijke verzoeken.
Bij sommige verzoeken gaat het in potentie om het zoeken, toetsen en verstrekken van duizenden documenten. Het is dan voor zowel verzoeker als voor het bestuursorgaan aantrekkelijk om afspraken te maken over een snelle verstrekking van bijvoorbeeld de 50 of 100 meest interessante documenten. In een deel van de gevallen zal het verzoek daarmee afdoende beantwoord zijn. De levering van een eerste tranche aan documenten binnen de genoemde wettelijke termijn doet niet af aan het recht van verzoekers om meer informatie te verkrijgen, voor zover deze verstrekt kan worden binnen de grenzen van de Wet open overheid.
Het hier bedoelde overleg dient te worden onderscheiden van de in artikel 4.1, vijfde lid, voorgeschreven hulp bij het specificeren van een verzoek om informatie. Een niet gespecificeerd verzoek hoeft niet te worden behandeld, een omvangrijk verzoek wel. Wel kan het doelmatig zijn dat bij het overleg over het specificeren tevens eventuele prioritering aan de orde komt.
Van der Molen