Ontvangen 12 juni 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg wordt na het eerste lid, onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid kan worden gedaan door familie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, indien de verzekerde wilsonbekwaam is:
a. en tegelijk met de aanvraag als bedoeld in het eerste lid voor deze verzekerde een aanvraag als bedoeld in artikel 21, eerste lid, of een aanvraag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten wordt ingediend, of
b. indien ten aanzien van deze verzekerde een besluit als bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, is genomen, of een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten is afgegeven.
Met deze aanpassing van de Wlz wordt wettelijk geregeld dat een aanvraag voor Wlz-zorg voor een wilsonbekwame verzekerde ook door familie mag worden ondertekend, wanneer deze aanvraag wordt ingediend in combinatie met een aanvraag bij het CIZ om een cliënt op grond van de Wzd te kunnen opnemen in een accommodatie. Hiermee wordt de in dezen bestaande praktijk op wetsniveau geregeld.
Ook voor aanvragen in verband met een gewijzigde zorgbehoefte geldt de regel dat de familie de aanvraag mag ondertekenen voor een wilsonbekwaam familielid, als er nog steeds sprake is van een opname op grond van de WZD.
De huidige praktijk is met deze wijziging juridisch verankerd.
Bergkamp Renkema