Ontvangen 12 juni 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel Ab een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ac
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien de cliënt wilsonbekwaam is en de vertegenwoordiger en de cliënt zich niet verzetten tegen het opnemen in het zorgplan van een maatregel die tot gevolg heeft dat de cliënt op medische of fysieke gronden enige tijd in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt, wordt overeenkomstige toepassing gegeven aan artikel 11a, eerste en tweede lid.
Artikel 2, tweede lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten beoogt een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen als overwogen wordt de daar genoemde vormen van zorg op te nemen in het zorgplan van wilsonbekwame cliënten die zich niet verzetten tegen de zorg. Dit amendement sluit daarbij aan door te bepalen dat bij beperking van de bewegingsvrijheid het zorgplan beoordeeld moet worden door de Wzd-functionaris. Het doorlopen van het hele stappenplan is in deze situaties echter niet nodig. Het gaat immers om zorg die door een gekwalificeerde zorgverantwoordelijke nodig en verantwoord wordt geacht, de vertegenwoordiger daarmee instemt en de cliënt zich niet verzet. Het betreft beperkingen van de bewegingsvrijheid om medische redenen, zoals gebruik van een bedhek om te voorkomen dat een cliënt uit bed valt, gebruik van zit- en ligortheses en beschermend materiaal om zelfbeschadiging te voorkomen. Dit amendement heeft alleen betrekking op vrijwillige zorgverlening en laat onverlet dat in situaties waarin de vertegenwoordiger van de cliënt geen toestemming geeft of de cliënt zich verzet sprake is van onvrijwillige zorg en dus het stappenplan moet worden gevolgd.
Van der Staaij