Voorgesteld 7 maart 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er voldoende ruimtelijke gebieden zijn waarin de lucht-, bodem- en waterkwaliteit ruim ver boven de wettelijke ondergrens ligt,
constaterende dat het «stand-still» beginsel inhoudt dat de milieusituatie van een bepaald gebied niet verslechtert ook wanneer zich nieuwe afwijkingen in dat gebied voordoen,
constaterende dat in het huidig recht het «stand-still» beginsel is gecodificeerd in artikel 5.2 lid 3 van de Wet Milieubeheer dat gaat over milieukwaliteitseisen en niet is overgenomen in de Omgevingswet,
van mening dat de nieuwe Omgevingswet er niet toe mag leiden dat de bestaande milieusituatie per saldo verslechtert,
verzoekt de regering, om in de verdere uitwerking van de Omgevingswet het stand-still principe als uitgangspunt te blijven hanteren.
en gaat over tot de orde van de dag,
Van Eijs