Voorgesteld 7 maart 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat met de invoering van de Omgevingswet decentrale overheden meer afwegings- en beoordelingsruimte krijgen ten aanzien van de fysieke leefomgeving;
overwegende dat economische voordelen van een activiteit voor een gemeente vaak sneller en duidelijker zichtbaar zijn dan milieu en gezondheidseffecten op de langere termijn;
overwegende dat dit ertoe kan leiden dat zogenaamde «zachte» waarden het onderspit delven door het ontbreken van duidelijke kaders vanuit de rijksoverheid voor het afwegen van verschillende belangen.
overwegende dat o.a. de Gezondheidsraad aangeeft dat de rijksoverheid een actieve rol zou moeten spelen in het ontwikkelen van een methoden om zogenaamde zachte waarden ten kwantificeren;
verzoekt de regering om, in samenspraak met decentrale overheden een methode te ontwikkelen die decentrale overheden helpt bij het maken van integrale afwegingen, waarbij ook waarden die niet direct in economische waarden te vertalen zijn, zoals milieu, gezondheid en klimaat, op een evenwichtige manier worden meegenomen, en de Kamer over de uitkomsten te informeren;
en gaat over tot de orde van de dag.
Smeulders
Van Eijs