Ontvangen 13 november 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 6, vijfde lid, komt te luiden:
5. Kosten die een cliëntenraad maakt voor het voeren van rechtsgedingen over de toepassing van deze wet alsmede kosten verbonden aan het indienen van verzoeken als bedoeld in artikel 11 en 13, vijfde lid, komen slechts ten laste van de instelling indien deze kosten redelijkerwijs noodzakelijk zijn en de instelling er vooraf van in kennis is gesteld dat dergelijke kosten zullen worden gemaakt.
Indieners hebben er begrip voor dat bij de rechter juridische bijstand ingeschakeld wordt door de cliëntenraad en dat de instelling de kosten hiervoor op zich neemt. Wat zij niet redelijk vinden, is dat deze kosten in potentie ongelimiteerd zijn. Dit amendement brengt daarom tot uitdrukking dat kosten van juridische bijstand, net als alle andere door een cliëntenraad te maken kosten, slechts voor rekening komen van de instelling als deze kosten redelijkerwijs noodzakelijk zijn. Wanneer hierover een verschil van mening ontstaat tussen de instelling en de cliëntenraad, kan een uitspraak gevraagd worden bij de commissie van vertrouwenslieden.
Stoffer Van der Staaij