Ontvangen 14 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 17d, derde lid, de zinsnede «de opheffingsnorm, bedoeld in artikel 154, verhoogd met de uitkomst van de formule 67,797 – (0,339 x de opheffingsnorm), met een maximum van 200 leerlingen» vervangen door: 60.
II
In artikel IV, onderdeel D, wordt in artikel 22a, derde lid, de zinsnede «83 leerlingen» vervangen door: 60 leerlingen.
In het wetsvoorstel staat een rekenformule op basis waarvan scholen al een samenwerkingsschool kunnen vormen terwijl ze qua leerlingaantallen (ver) boven de opheffingsnorm zitten. Ook geeft het wetsvoorstel de mogelijkheid samenwerkingsscholen in dichtbevolkte gebieden te starten terwijl de te fuseren scholen een gezond aantal leerlingen hebben. Daarmee zijn samenwerkingsscholen geen uitzondering meer, maar een nieuwe categorie onderwijs. Dat is niet mogelijk onder Grondwet Artikel 23.
Wel is het in dunbevolkte gebieden nodig dat kleine scholen eerder kunnen handelen dan het geval is onder de huidige wet. Dit amendement regelt dat een samenwerkingsschool kan worden gestart wanneer een school onder het absolute aantal van 60 leerlingen komt, onafhankelijk van de opheffingsnorm.
Bruins