Voorgesteld 28 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen de wijze waarop verenigingen en stichtingen hun bestuur en toezicht kunnen vormgeven regelt;
overwegende dat het streven van de regering is dat het wetsvoorstel minimale gevolgen zal hebben voor bestaande stichtingen en verenigingen, maar dat het in de praktijk wel zal leiden tot aanpassingen in de wijze waarop onder meer verenigingen en stichtingen hun bestuur en toezicht zullen vormgeven;
verzoekt de regering, om bij het invoeren van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen actief de gevolgen van de wet te communiceren aan bestaande verenigingen en stichtingen;
verzoekt de regering voorts, in die voorlichting in het bijzonder aandacht te besteden aan wat er voor deze bestaande rechtspersonen verandert en wat er van hen verwacht wordt op het moment dat de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen van kracht wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Dam
Van den Berg
Van Toorenburg
Van Gent
Van den Berge