Ontvangen 6 september 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel G, worden aan artikel 8.1.1c, derde lid, onder het vervallen van «of» aan het slot van onderdeel a en het vervangen van de punt aan het slot van onderdeel b door «; of» een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969 niet meer op hem van toepassing is, en:
1°. hij zich niet uiterlijk op de datum, genoemd in artikel 8.0.1, eerste lid, heeft aangemeld, voor zover het een opleiding betreft die start bij de aanvang van het op die datum volgende studiejaar, en voor zover het derde lid van dat artikel niet van toepassing is, en
2°. ten behoeve van hem geen studiekeuzeadvies is uitgebracht als bedoeld in artikel 8.0.4, voor zover het bevoegd gezag daartoe voor diegene verplichte intakeactiviteiten organiseert.
II
In artikel I, onderdeel G, wordt in artikel 8.1.1c, vierde lid, na «artikel 8.2.2a gestelde eisen,» ingevoegd «of, indien paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969 op hem van toepassing is, omdat hij niet voldoet aan de in het derde lid, onderdeel c, onder 1° en 2° genoemde voorwaarden,», en vervalt: andere.
III
In artikel IV, onderdeel D, wordt aan artikel 8.1.1b, derde lid, onder het vervallen van «of» aan het slot van onderdeel a en het vervangen van de punt aan het slot van onderdeel b door «; of» een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969 niet meer op hem van toepassing is, en:
1°. hij zich niet uiterlijk op de datum, genoemd in artikel 8.0.1, eerste lid, heeft aangemeld, voor zover het een opleiding betreft die start bij de aanvang van het op die datum volgende studiejaar, en voor zover het derde lid van dat artikel niet van toepassing is, en
2°. ten behoeve van hem geen studiekeuzeadvies is uitgebracht als bedoeld in artikel 8.0.3, voor zover het bevoegd gezag daartoe voor diegene verplichte intakeactiviteiten organiseert.
IV
In artikel IV, onderdeel D, wordt in artikel 8.1.1b, vierde lid, na «artikel 8.2.2a gestelde eisen,» ingevoegd «of, indien paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969 op hem van toepassing is, omdat hij niet voldoet aan de in het derde lid onderdeel c onder 1° en 2° genoemde voorwaarden,», en vervalt: andere.
De indiener is van mening dat rechten en plichten voor de student in evenwicht dienen te zijn. Middels dit amendement wordt daarom geregeld dat niet-kwalificatieplichtige zich alleen kan beroepen op het toelatingsrecht, indien hij of zij zich heeft aangemeld voor of op de wettelijke aanmelddatum. Het vervallen van het recht op toelating betekent niet dat de instelling de inschrijving moet weigeren, maar dat de instelling dit wel mag doen. Omdat de indiener elke kwalificatieplichtige wel de kans wil geven om aan een opleiding te starten vervalt voor deze groep het toelatingsrecht niet, maar kan de instelling wel een andere opleiding toewijzen dan de eerste voorkeur van de kwalificatieplichtige wanneer hij of zij zich na de aanmelddatum heeft aangemeld.Voorts is de indiener de mening toegedaan dat het niet deelnemen aan een intakeactiviteit, wanneer de instelling deelname verplicht heeft gesteld, er toe leidt dat een niet-kwalificatieplichtige het recht op toelating verliest. Ook hier stelt de indiener voor dat de instelling de niet-kwalificatieplichtige mag weigeren, maar de instelling hiertoe niet verplicht wordt. Eveneens geldt dat een kwalificatieplichtige niet zijn of haar toelatingsrecht verliest, maar de instelling hem of haar een andere opleiding kan toewijzen dan de eerste keuze.De indiener beoogt met deze wijzigingen het wetsvoorstel meer in balans te brengen en alle aspirant-studenten te stimuleren om zich goed en tijdig te verdiepen in hun vervolgopleiding.
Duisenberg