Ontvangen 5 april 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel E, wordt het voorgestelde artikel 267 als volgt gewijzigd:
1. De dubbele punt aan het slot van de aanheft vervalt.
2. De aanduiding «1.» voor het eerste onderdeel vervalt en de puntkomma aan het slot wordt vervangen door een punt.
3. Het tweede onderdeel vervalt.
II
In artikel I, onderdeel F, komt het voorgestelde artikel 269, tweede lid, als volgt te luiden:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. de Koning, de echtgenoot van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, diens echtgenoot, of de Regent;
b. de ambtenaren genoemd in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012;
c. militaire ambtenaren;
d. ambulanceverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals als bedoeld in artikel 1, onderdeel c en c1 van de Tijdelijke wet ambulancezorg.
III
In artikel II, onderdeel F, wordt het voorgestelde artikel 279 als volgt gewijzigd:
1. De dubbele punt aan het slot van de aanheft vervalt.
2. De aanduiding «1.» voor het eerste onderdeel vervalt en de puntkomma aan het slot wordt vervangen door een punt.
3. Het tweede onderdeel vervalt.
IV
In artikel II, onderdeel Fa, komt het voorgestelde artikel 282, tweede lid, als volgt te luiden:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. de Koning, de echtgenoot van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, diens echtgenoot, of de regent;
b. de ambtenaren genoemd in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012;
c. militaire ambtenaren;
d. ambulanceverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals als bedoeld in artikel 1, onderdeel c en c1 van de Tijdelijke wet ambulancezorg.
Dit amendement regelt dat belediging van ambtenaren, waaronder met rechtspraak belaste rechterlijke ambtenaren en bestuurders, net als volksvertegenwoordigers, niet onder de strafverzwaring van artikel 267 van het Wetboek van Strafrecht valt. Tevens regelt het amendement dat het klachtvereiste ook geldt voor ambtenaren, waaronder met rechtspraak belaste rechterlijke ambtenaren. Het klachtvereiste geldt niet in geval van belediging van de Koning, politieagenten, militairen en ambulancepersoneel.
Rechters zijn publieke figuren die zich in het publieke debat mengen. Zij moeten net als volksvertegenwoordigers en bestuurders tegen een stootje kunnen. De indiener is van mening dat de rechtsprekende macht gelijk zou moeten worden gesteld met de bescherming die de wetgevende macht en de uitvoerende macht toekomt. Ditzelfde wordt geregeld in het Wetboek van Strafrecht BES.
Markuszower